Indicator Honda SMART Key
Gaat kort branden als de contactschakelaar op
(On) wordt gezet.
Als de indicator van de Honda SMART Key
knippert:
(P193)
Stuurslotindicator
Gaat kort branden terwijl het
stuurslot wordt ingeschakeld.
(P61)
Stuurslot:
Indicator koppelingstemperatuur
GL1800BD/DA
Gaat kort branden als de contactschakelaar
op
(On) wordt gezet.
Als het lampje knippert tijdens het rijden:
(P194)
Gaat kort branden als de contactschakelaar op
wordt gezet.
Als de indicator gaat branden tijdens het rijden:
(P195)
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
Gaat kort branden als de contactschakelaar op
Behalve type GS/II GS/IV GS/V GS/VII GS/VIII GS
Als het gaat branden of knippert terwijl de motor draait:
Type GS/II GS/IV GS/V GS/VII GS/VIII GS
Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait:
Indicator grootlicht
AIRBAG-indicator
GL1800DA
Indicator lage oliedruk
Gaat branden wanneer de
contactschakelaar op
gezet. Gaat uit na het starten van
de motor.
Als de indicator gaat branden
terwijl de motor draait:
(On) wordt gezet.
(On)
(On) wordt
(P192)
(P192)
(P192)
51