Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 3
De volgende codes in deze handleiding duiden ● nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen voor een het land aan. Honda maakt u deel uit van een wereldwijde familie De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op de ● van tevreden klanten die Honda's reputatie voor het NT1100D, type ED.
Pagina 4
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn zeer GEVAAR belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is een belangrijke verantwoordelijkheid. U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL Om u te helpen goed geïnformeerde OPLOPEN als u de instructies niet opvolgt. veiligheidsbeslissingen te nemen, hebben wij WAARSCHUWING bedieningsprocedures en andere informatie in deze...
Pagina 5
Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig P. 2 Bedieningshandleiding P. 20 Onderhoud P. 226 Verhelpen van storingen P. 264 Informatie P. 295 Specificaties P. 315...
Pagina 6
Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. Veiligheidsrichtlijnen ..........P. 3 Waarschuwingslabels ..........P. 7 Veiligheidsmaatregelen.......... P. 12 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ....P. 13 Accessoires en aanpassingen ......... P. 18 Beladen..............
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen Voordat u gaat rijden Zorg ervoor dat u in goede lichamelijke conditie bent, Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: geconcentreerd bent en niet onder de invloed van Voer alle routine- en periodieke inspecties uit die in ●...
Pagina 8
Rijd niet onder de invloed van alcohol of drugs en laat uw vrienden dit ook niet doen. Rijd binnen uw grenzen Houd uw Honda in veilige staat Rijd nooit harder dan u aankunt of sneller dan de verkeersomstandigheden toestaan. Vermoeidheid en...
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de Betrokken zijn bij ongevallen contactschakelaar in de stand (Off) en controleer Persoonlijke veiligheid is uw eerste prioriteit. Als u of de staat van uw voertuig. Inspecteer op iemand anders letsel heeft opgelopen, neem dan de vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en tijd om de ernst van het letsel te beoordelen en te bouten goed vastzitten en controleer het stuur,...
Pagina 10
Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Gevaar voor koolmonoxide Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide, een Het laten draaien van de motor van uw kleurloos, reukloos gas. Het inademen van voertuig in een afgesloten of zelfs in een koolmonoxide kan bewusteloosheid veroorzaken gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan leiden tot en tot uw dood leiden.
Pagina 11
Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees deze Lees de instructies in de werkplaatshandleiding informatie aandachtig en verwijder de labels niet.
Pagina 12
Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR ● Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat een explosie kan veroorzaken. ● Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 13
Waarschuwingslabels LABEL RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm Vervolg...
Pagina 14
Waarschuwingslabels WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING ● De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. ● Lees de instructies in de gebruikers- en montagehandleiding aandachtig door voordat u een accessoire monteert.
Pagina 15
Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE & AANDRIJFKETTING Spanning koude band: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 70 - 75 mm VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw...
Pagina 16
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of andere ● goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het stuur en uw WAARSCHUWING ● voeten op de voetsteunen. Passagiers moeten zich aan de handgreep of aan uw ● Het niet dragen van een helm verhoogt het middel vasthouden, en hun voeten moeten zich tijdens het risico op ernstig of dodelijk letsel in geval van rijden op de voetsteunen bevinden.
Pagina 17
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen voor Remmen het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● terugschakelen. Inrijperiode Door plotseling remmen kan de stabiliteit van het Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om de voertuig verminderen.
Pagina 18
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) Remmen op de motor Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Remmen op de motor helpt om de snelheid van uw (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de voertuig te verminderen wanneer u gas mindert. remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
Pagina 19
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard of de middenbok Parkeren 1. Zet de motor uit. Parkeer op een stevige, horizontale ondergrond. ● 2. De zijstandaard gebruiken Als u op een helling of onverhard terrein moet ● Klap de zijstandaard omlaag. parkeren, parkeer het voertuig dan zodanig dat dit Laat het voertuig langzaam naar links leunen totdat niet kan wegrollen of omvallen.
Pagina 20
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Richtlijnen voor tanken en brandstof Volg deze richtlijnen om de motor, het brandstofsysteem en de katalysator te beschermen: Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. ● Gebruik het aanbevolen octaangetal. Het gebruik ● van benzine met een lager octaangetal heeft een verminderde motorprestatie tot gevolg.
Pagina 21
Torque Control biedt mogelijk geen compensatie voor Honda Selectable Torque Control een ruw wegdek of snelle bediening van de gashendel. Als de Honda Selectable Torque Control (Torque Houd altijd rekening met de weg- en Control) wielspin van het achterwiel detecteert tijdens...
Pagina 22
WAARSCHUWING Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires te Ondeugdelijke accessoires of aanpassingen installeren die niet specifiek door Honda voor uw kunnen leiden tot een ongeval waarbij u voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 23
Beladen Beladen WAARSCHUWING Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed op ● Overbelasting of verkeerd beladen kan een het rijgedrag, het remgedrag en de stabiliteit van uw ongeval veroorzaken waarbij u ernstig of voertuig. dodelijk letsel kunt oplopen. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Pagina 24
Locatie van onderdelen Zekeringtrekker, inbussleutel, standaard-/kruiskopschroevendraaier, handvat schroevendraaier (P224) Remvloeistofreservoir van achterrem (P250) Remvloeistofreservoir van voorrem (P250) Voorremhendel (P260) Hoofdzekering en ABS-hoofdzekering (P292) FI-zekering & Main 2-zekering NT1100A (P293) FI-zekering en Main 2- en NT1100D DCT-hoofdzekering (P294) Zekeringkast en ABS FSR-zekering (P291) Accu (P243)
Pagina 25
NT1100D Parkeerremhendel (P119) Gashendel (P259) USB-aansluiting (P221) Documentzakje/gereedschapsset/ helmbevestigingskabel (P224) Afsteller van de veervoorspanning van achtervering (P262) Aandrijfketting (P255) Zijstandaard (P254) Koppelingshendel NT1100A (P256) Vervolg...
Pagina 26
Locatie van onderdelen (Vervolg) Afsteller van de veervoorspanning van de voorvering (P261) Brandstofvuldop (P219) Bestuurderszadel (P244) Duozadel (P245) Stopcontact voor accessoires (P220) Motorolievuldop (P246) Middenbok (P15) Schakelhendel NT1100A (P204) Motoroliepeilstok (P246)
Pagina 28
Instrumenten Kilometerteller [TOTAL] Totale afgelegde afstand. Als " " wordt weergegeven, laat dan uw dealer controleren op problemen. Snelheidsmeter NT1100D AT-controlelampje Gaat branden als de AT-MODUS wordt ingeschakeld. (P207) Displaycontrole Wanneer de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet, worden alle modus- en digitale segmenten weergegeven.
Pagina 29
Versnellingsstandindicator NT1100A De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator. "-" verschijnt wanneer niet goed in een versnelling is geschakeld. NT1100D De schakelstand wordt weergegeven in de versnellingsstandindicator wanneer de MT-MODUS is geselecteerd. De indicator kan knipperen als: Het voorwiel van de grond komt. U aan het wiel draait terwijl het voertuig rechtop staat op de middenbok.
Pagina 30
Instrumenten (Vervolg) Multi-informatiedisplay Als de contactschakelaar naar (On) wordt gedraaid, verschijnt de melding Notice een paar Uw voertuig is uitgerust met een multi- seconden op het scherm. informatiedisplay waarop diverse functies en Lees de melding Notice en druk op de instellingen worden aangegeven.
Pagina 31
Beginscherm Ritinformatie Vanuit dit scherm kunt u naar verschillende functies U kunt teruggaan naar ritinformatie. en opties gaan. De ritinformatie heeft 3 weergaven, Goud, Zilver, Terugkeren naar het beginscherm: Brons. (P38) Deze weergaven worden afhankelijk van de rijmodus geschakeld. Weergave Goud (P28) Weergave Zilver (P32)
Pagina 32
Instrumenten (Vervolg) Ritinformatie Luchttemperatuurmeter (P63) Weergave Goud Klok (12-uur of 24-uur weergave) Klok instellen: (P86) Weergave rijmodus (P127) Controlelampje zijstandaard (P62) Indicator subinformatie (P41) Ingestelde snelheid cruise control De ingestelde snelheid voor de cruise control wordt weergegeven. Cruise control: (P211) Snelheidsmeter...
Pagina 33
Toerenteller OPM. Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden. Rode zone toerenteller (te hoog motortoerentalbereik) Brandstofmeter Reservebrandstof wanneer alleen segment E (1e) gaat knipperen: Ongeveer 3,0 l Als het controlelampje van de brandstofniveaumeter knippert:...
Pagina 34
Instrumenten (Vervolg) Controlelampje Torque Control-niveau [T] (P123) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje niveau [EB] [Motorrem] (P127) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje niveau [P] [Power] (P127) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen.
Pagina 35
Statuspictogram stuurgreepverwarming Het statuspictogram van de stuurgreepverwarming wordt getoond wanneer de stuurgreepverwarming aan staat. (P122) Als het statuspictogram van de stuurgreepverwarming knippert: (P273) Versnellingsstandindicator NT1100A De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator. "-" verschijnt wanneer niet goed in een versnelling is geschakeld. NT1100D De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator.
Pagina 36
Instrumenten (Vervolg) Weergave Zilver Klok (12-uur of 24-uur weergave) Klok instellen: (P86) Controlelampje zijstandaard (P62) Weergave rijmodus (P127) OPM. U moet tanken wanneer de waarde segment E (1e) nadert. Als de brandstof opraakt, kan de motor overslaan en de katalysator beschadigd raken. Brandstofmeter Reservebrandstof wanneer alleen segment E (1e) gaat knipperen: Ongeveer 3,0 l...
Pagina 37
Statuspictogram stuurgreepverwarming Het statuspictogram van de stuurgreepverwarming wordt getoond wanneer de stuurgreepverwarming aan staat. (P122) Als het statuspictogram van de stuurgreepverwarming knippert: (P273) Luchttemperatuurmeter (P63) Toerenteller OPM. Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden.
Pagina 38
Instrumenten (Vervolg) Controlelampje Torque Control-niveau [T] (P123) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje niveau [EB] [Motorrem] (P127) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje niveau [P] [Power] (P127) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen.
Pagina 39
Weergave Brons Klok (12-uur of 24-uur weergave) Klok instellen: (P86) Weergave rijmodus (P127) Controlelampje zijstandaard (P62) Ingestelde snelheid cruise control De ingestelde snelheid voor de cruise control wordt weergegeven. Cruise control: (P211) Vervolg...
Pagina 40
Instrumenten (Vervolg) Statuspictogram stuurgreepverwarming Het statuspictogram van de stuurgreepverwarming wordt getoond wanneer de stuurgreepverwarming aan staat. (P122) Als het statuspictogram van de stuurgreepverwarming knippert: (P273) Controlelampje niveau [P] [Power] (P127) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje Torque Control-niveau [T] (P123) Als het controlelampje knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen.
Pagina 41
Luchttemperatuurmeter (P63) Toerenteller OPM. Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van de motor nadelig beïnvloeden. Rode zone toerenteller (te hoog motortoerentalbereik) Brandstofmeter Reservebrandstof wanneer alleen segment E (1e) gaat knipperen: Ongeveer 3,0 l Als het controlelampje van de brandstofniveaumeter knippert: (P272)
Pagina 42
Instrumenten (Vervolg) Basishandelingen Terugkeren naar het beginscherm U kunt de verschillende functies van uw voertuig Trek de paginaschakelaar links op het stuur bedienen en instellen met de schakelaars links op naar achteren en houd deze vast of raak het het stuur en de functieselectieschakelaar rechts klokgebied op het multi-informatiedisplay aan op het stuur of het touchscreen.
Pagina 43
Een gewenste menu-instelling selecteren Uw selectie instellen Bedienen met de linker stuurhelft: Bedienen met de linker stuurhelft: Druk op om een beschikbare optie te Druk op de -schakelaar links op het stuur om selecteren. uw keuze in te stellen. Bedienen met de linker stuurhelft: -schakelaar Druk op om een beschikbare optie te...
Pagina 44
Instrumenten (Vervolg) Het instellingenmenu afsluiten Bedienen met het touchscreen: Terugkeren naar ritinformatie: Raak op het touchscreen aan om te selecteren. Trek de paginaschakelaar links op het stuur De instelling wordt eveneens beëindigd als uw naar achteren. voertuig een snelheid bereikt van ongeveer 6 km/h. Terugkeren naar het beginscherm: Trek de paginaschakelaar links op het stuur...
Pagina 45
Pagina 1: Pagina 1 toont ritteller A [TRIP A] en drie items die u hebt geselecteerd uit de volgende items. (P82) Weergave gemiddeld brandstofverbruik ritteller ● A [AVG. CONS.] (P46) Weergave gemiddelde snelheid ritteller A ● [AVG. SPD.] (P52) Brandstofverbruik ritteller A [CONS.] (P48) ●...
Pagina 46
Instrumenten (Vervolg) Pagina 2: Pagina 2 toont ritteller B [TRIP B] en drie items die u hebt geselecteerd uit de volgende items. (P82) Weergave gemiddeld brandstofverbruik ritteller ● B [AVG. CONS.] (P51) Weergave gemiddelde snelheid ritteller B [AVG. ● SPD.] (P52) Brandstofverbruik ritteller B [CONS.] (P53)
Pagina 47
Pagina 3: Op pagina 3 worden vier items weergegeven die zijn geselecteerd uit de volgende items. (P82) Weergave huidig brandstofverbruik [INST. ● CONS.] (P55) Beschikbare rijafstand [RANGE] (P56) ● Accuspanning [VOLTAGE] (P57) ● Datum [DATE] (P57) ● Weergave gemiddeld brandstofverbruik [AVG. ●...
Pagina 48
Instrumenten (Vervolg) Pagina 4: Pagina 4 toont de instelwaarden van het Honda Selectable Torque Control-niveau [HSTC]. (P62)
Pagina 49
Bladeren naar andere pagina op het scherm Ritteller A [TRIP A] Afstand gereden na het terugstellen van ritteller A. Selecteer de weergave Goud. (P77) Druk op op de schakelaar Sel Links/ Rechts tot de gewenste pagina wordt weergegeven. U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren via het touchscreen.
Pagina 50
Instrumenten (Vervolg) Gemiddeld brandstofverbruik ritteller A [AVG. CONS.] Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het terugstellen van ritteller A. Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op de geselecteerde ritteller A. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 l/100 km (km/l, mpg of mile/L) Beginweergave: "---.-"...
Pagina 51
Gemiddelde snelheid ritteller A [AVG. SPD.] Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugstellen van ritteller A. De gemiddelde snelheid wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op de geselecteerde ritteller A. Wanneer de gemiddelde snelheid van ritteller A ● wordt teruggesteld: "---.-"...
Pagina 52
Instrumenten (Vervolg) Brandstofverbruik ritteller A Het brandstofverbruik van ritteller A [CONS.] [CONS.] terugstellen: (P64) Toont het brandstofverbruik sinds het terugstellen van ritteller A. Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 liter Meer dan 300,0 liter: "300.0" wordt ● weergegeven. Als het brandstofverbruik van ritteller A wordt ●...
Pagina 53
Verstreken tijd ritteller A [ELAPSED] Wanneer "00:00" knippert, laat dan uw dealer Toont de verstreken tijd sinds het terugstellen van controleren op problemen. ritteller A. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) De verstreken tijd van ritteller A [ELAPSED] Het display blokkeert op "99:59" wanneer de terugstellen: (P64) ●...
Pagina 54
Instrumenten (Vervolg) Ritteller B [TRIP B] Als "----.-" knippert, laat dan uw dealer controleren Afstand gereden na het terugstellen van ritteller B. op problemen. Ritteller B [TRIP B] terugstellen: (P65)
Pagina 55
Weergave gemiddeld brandstofverbruik ritteller B [AVG. CONS.] Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het terugstellen van ritteller B. Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op de geselecteerde ritteller B. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 l/100 km (km/l, mpg of mile/L) Beginweergave: "---.-"...
Pagina 56
Instrumenten (Vervolg) Gemiddelde snelheid ritteller B [AVG. SPD.] Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugstellen van ritteller B. De gemiddelde snelheid wordt berekend op basis van de waarde weergegeven op de geselecteerde ritteller B. Wanneer de gemiddelde snelheid van ritteller B ●...
Pagina 57
Brandstofverbruik ritteller B Het brandstofverbruik van ritteller B [CONS.] [CONS.] terugstellen: (P65) Toont het brandstofverbruik sinds het terugstellen van ritteller B. Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 liter Meer dan 300,0 liter: "300.0" wordt ● weergegeven. Als het brandstofverbruik van ritteller B wordt ●...
Pagina 58
Instrumenten (Vervolg) Verstreken tijd ritteller B [ELAPSED] Wanneer "00:00" knippert, laat dan uw dealer Toont de verstreken tijd sinds het terugstellen van controleren op problemen. ritteller B. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) De verstreken tijd van ritteller B [ELAPSED] Het display blokkeert op "99:59" wanneer de terugstellen: (P65) ●...
Pagina 59
Huidig brandstofverbruik [INST. CONS.] Toont het huidige brandstofverbruik Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 l/100 km (km/l, mpg of mile/L) Wanneer uw snelheid lager is dan 3 km/h: ● "---.-" wordt weergegeven. Meer dan 299,9 l/100 km (km/l, mpg of mile/L): ● "299.9"...
Pagina 60
Instrumenten (Vervolg) Beschikbare rijafstand [RANGE] Geeft de geschatte afstand aan die u kunt afleggen met de resterende brandstof. Weergavebereik: 999 tot 0 km Meer dan 999 km: "999" wordt weergegeven. ● Beginweergave: "0" wordt weergegeven. ● Wanneer de beschikbare rijafstand minder is dan ●...
Pagina 61
Accuspanning [VOLTAGE] Datum [DATE] Toont de huidige accuspanning. Toont de huidige datum. Weergavebereik: 7,5 tot 18,5 V Huidige datum instellen: (P86) Als "----.-" knippert, laat dan uw dealer controleren op problemen. Vervolg...
Pagina 62
Instrumenten (Vervolg) Gemiddeld brandstofverbruik [AVG. CONS.] Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds het terugzetten van het gemiddelde brandstofverbruik. Weergavebereik: 0.0 tot 299.9 l/100 km (km/l, mpg of mile/L) Beginweergave: "---.-" wordt weergegeven. ● Meer dan 299,9 km//l (mpg of mijl/l): "299.9" ●...
Pagina 63
Brandstofverbruik [CONS.] Verstreken tijd [ELAPSED] Toont het brandstofverbruik sinds het starten van Toont de bedrijfstijd sinds het starten van de motor. de motor. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 liter Het display blokkeert op "99:59" wanneer de ●...
Pagina 64
Instrumenten (Vervolg) Aftrekking ritafstand [-TRIP] De afgelegde afstand wordt afgetrokken van een vooraf ingestelde waarde, sinds de negatieve ritteller werd ingesteld. Weergavebereik: 1607,3 tot -1609,0 km Het display blokkeert op "-1609.0" km ("-1000.0" mijl) wanneer de aflezing hoger is dan -1609.0 km (-1000.0 mijl).
Pagina 66
Honda Selectable Torque Control-niveau Indicator zijstandaard [HSTC] Het controlelampje voor de zijstandaard gaat Toont de geselecteerde waarde van het Honda branden wanneer de zijstandaard omlaag wordt Selectable Torque Control-niveau [HSTC]. gezet. Het gaat uit als de zijstandaard omhoog wordt gebracht.
Pagina 67
Luchttemperatuurmeter Ingestelde snelheid cruise control Toont de omgevingstemperatuur. De ingestelde snelheid voor de cruise control wordt weergegeven. Luchttemperatuurmeter Ingestelde snelheid cruise control De ingestelde snelheid van de cruise control Weergavebereik: -10 ºC tot 50 ºC instellen: (P213) Lager dan -11 ºC: "---" wordt weergegeven ●...
Pagina 68
Instrumenten (Vervolg) Terugstellen van Ritteller A [TRIP A], Gemiddeld brandstofverbruik ritteller A [AVG. CONS.], Gemiddelde snelheid ritteller A [AVG. SPD.], Brandstofverbruik ritteller A [CONS.] en Verstreken tijd ritteller A [ELAPSED] Voor het terugstellen van Ritteller A [TRIP A], Gemiddeld brandstofverbruik ritteller A [AVG. CONS.], Gemiddelde snelheid ritteller A [AVG.
Pagina 69
Terugstellen van Ritteller B [TRIP B]: Weergave gemiddeld brandstofverbruik ritteller B [AVG. CONS.], Gemiddelde snelheid ritteller B [AVG. SPD.], Brandstofverbruik ritteller B [CONS.] en Verstreken tijd ritteller B [ELAPSED] Voor het terugstellen van Ritteller B [TRIP B], Gemiddeld brandstofverbruik ritteller B [AVG. CONS.], Gemiddelde snelheid ritteller B [AVG.
Pagina 70
Instrumenten (Vervolg) Het gemiddelde brandstofverbruik terugstellen [AVG. CONS.] Om het gemiddelde brandstofverbruik [AVG. CONS.] terug te stellen, houdt u de schakelaar ingedrukt terwijl pagina 3 wordt weergegeven of raakt u pagina 3 aan.
Pagina 71
Instelmodus Riding Information Bladeren naar het menu van het multi- informatiedisplay Beginscherm Trek de paginaschakelaar naar Riding Information achteren en houd deze vast of raak het klokgebied op het multi- informatiedisplay aan. Phone (P162) Selecteer [Riding Information] en druk vervolgens op de -schakelaar of Media (P139)
Pagina 72
Instrumenten (Vervolg) Druk op de -schakelaar. Druk op de schakelaar Terug of raak aan op het multi-informatiedisplay. Druk op de Sel Omhoog-schakelaar Druk op de Sel Omlaag-schakelaar Function User Modes Settings (P72) -Trip Auto Cancel Turn Signal HISS Indicator...
Pagina 73
Display Settings Display Mode (P77) Brightness Background Favourite Information Favourite Switch Vervolg...
Pagina 74
Instrumenten (Vervolg) General Settings Date and Time (P86) Units Volume Language Restore Default Settings...
Pagina 75
Service Settings Maintenance (P97) Bluetooth Initialise (P139) Service mode Connected Services Equipment (P176) System Information Regulatory (P103) Vervolg...
Pagina 76
Instrumenten (Vervolg) Functie Gebruikersmodi De volgende items kunnen sequentieel worden U kunt de waarden voor [Power] en [Engine Brake] gewijzigd. wijzigen in [USER 1 MODE] en [USER 2 MODE]. User Modes (deze pagina) ● -Trip (P74) ● Auto Cancel Turn Signal (P75) ●...
Pagina 77
Selecteer [User Modes] en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer [User 1] of [User 2] met de Sel Omhoog- schakelaar of Sel Omlaag-schakelaar druk vervolgens op de -schakelaar. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm. (P40) U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren via het touchscreen.
Pagina 78
Instrumenten (Vervolg) -Trip Houd de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Omlaag-schakelaar ingedrukt om de U kunt ook de waarde aanpassen van de negatieve waarde versneld in te stellen. ritteller [-TRIP]. Selecteer [-Trip] en druk vervolgens op de Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het -schakelaar.
Pagina 79
Selecteer [Auto Cancel Turn Signal] en druk Richtingaanwijzer automatisch annuleren vervolgens op de -schakelaar om de functie U kunt automatisch annuleren van de in te stellen op [ON] (aan) of [OFF] (uit). richtingaanwijzer inschakelen/uitschakelen. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 80
Instrumenten (Vervolg) Selecteer [HISS Indicator] en druk vervolgens op de HISS-controlelampje -schakelaar om de functie in te stellen op U kunt de knipperfunctie van het HISS- [ON] (knipperen) of [OFF] (uit). controlelampje aan- of uitzetten. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 81
Display Display Mode De volgende items kunnen sequentieel worden U kunt de weergave met ritinformatie selecteren. gewijzigd. Display Mode (deze pagina) ● Brightness (P79) ● Background (P80) ● Favourite Information (P82) ● Favourite Switch (P85) ● Vervolg...
Pagina 82
Instrumenten (Vervolg) Selecteer [Display Mode] en druk vervolgens op de Beschikbare instellingen: Weergave Goud/ -schakelaar. Zilver/Brons Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Standaard: Omlaag-schakelaar om een instellingenmenu [TOUR MODE]: Weergave Goud ● te selecteren. [URBAN MODE]: Weergave Zilver ●...
Pagina 83
Selecteer [Brightness] en druk vervolgens op de Brightness -schakelaar. U kunt de helderheid voor de Selecteer [Auto] en druk vervolgens op de achtergrondverlichting selecteren. -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (auto) of [OFF] (manual). Het display kan donker worden wanneer het erg heet is.
Pagina 84
Instrumenten (Vervolg) Als u [OFF] (manual) selecteert, druk dan op Background U kunt de achtergrond selecteren. op de schakelaar Sel Links/Rechts om het gewenste niveau te selecteren. Automatische achtergrondinstelling: Houd de van de schakelaar Sel (P300) Links/Rechts ingedrukt om het getal versneld in te stellen.
Pagina 85
Selecteer [Background] en druk vervolgens op de Als u [OFF] (handmatig) selecteert, druk dan op -schakelaar. de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Selecteer [Auto] en druk vervolgens op de Omlaag-schakelaar om [White] of [Black] te -schakelaar om de functie in te stellen op selecteren.
Pagina 86
Instrumenten (Vervolg) Favourite Information Pagina 3 ● U kunt het volgende selecteren: Weergave huidig brandstofverbruik [INST. ● Pagina 1 CONS.] ● Weergave gemiddeld brandstofverbruik Beschikbare rijafstand [RANGE] ● ● ritteller A [AVG. CONS.] Accuspanning [VOLTAGE] ● Weergave gemiddelde snelheid ritteller A Datum [DATE] ●...
Pagina 87
Selecteer [Favourite Information] en druk Druk op om de beschikbare vervolgens op de -schakelaar. opties te selecteren en druk vervolgens op de -schakelaar. Druk op op de schakelaar Sel Links/ Rechts tot de gewenste pagina wordt weergegeven. Druk op om de beschikbare opties te selecteren en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 88
Instrumenten (Vervolg) Standaard: Pagina 3 ● Pagina 1 Weergave huidig brandstofverbruik ● ● Weergave gemiddeld brandstofverbruik [INST. CONS.] ● ritteller A [AVG. CONS.] Beschikbare rijafstand [RANGE] ● Weergave gemiddelde snelheid ritteller A Accuspanning [VOLTAGE] ● ● [AVG. SPD.] Datum [DATE] ●...
Pagina 89
Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Favourite Switch Omlaag-schakelaar om de gewenste modus Selecteer [Favourite Switch] en druk vervolgens op te selecteren. -schakelaar. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm. (P40) U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren via het touchscreen.
Pagina 90
Instrumenten (Vervolg) General Date and Time De volgende items kunnen sequentieel worden Het multi-informatiedisplay ontvangt signalen van gewijzigd. GPS-satellieten en werkt de datum en tijd Date and Time (deze pagina) automatisch bij. ● Units U kunt de datum en tijd ook handmatig instellen. (P89) ●...
Pagina 91
De functie automatisch instellen van de tijd instellen Als GPS niet kan worden gevonden. op [ON] (auto): Lees de melding en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer [Date and Time] en druk vervolgens op -schakelaar. Selecteer [Adjust Time Automatically] en druk vervolgens op de -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (auto).
Pagina 92
Instrumenten (Vervolg) Druk op op de schakelaar Sel Links/ De klok handmatig instellen: Rechts om het veld voor dag, maand, Selecteer [Date and Time] en druk vervolgens op jaar, uren, minuten of tijdweergave te selecteren. -schakelaar. Dag, maand, jaar, uren of minuut vooruit Selecteer [Adjust Time Automatically] en druk ●...
Pagina 93
Beschikbare instellingen: [ON] (auto)/[OFF] Units (handmatig) U kunt de volgende eenheden aanpassen. Standaard: [ON] (auto) [Speed]: [km/h] of [mph] ● [Fuel Consumption]: [l/100 km] of [km/l] ● Als [mph] voor snelheid is geselecteerd, wordt het brandstofverbruik aangegeven in [mpg] of [mile/L].
Pagina 94
Instrumenten (Vervolg) Selecteer [Units] en druk vervolgens op de Beschikbare instellingen: schakelaar. [Speed]: [km/h]/[mph] ● Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel [Fuel Consumption]: [l/100 km]/[km/l]/[mpg]/ ● Omlaag-schakelaar om een instellingenmenu [mile/L] te selecteren. Standaard: "TEMP" wordt weergegeven, maar kan niet [Speed]: [km/h] ●...
Pagina 95
Volume De functie voor automatische volume-instelling Hiermee stelt u in dat de volume-instelling het instellen op [Off] (uit), [Low] of [High]: volume van de headsets automatisch verhoogt als Selecteer [Volume] en druk vervolgens op de de snelheid van het voertuig toeneemt. -schakelaar.
Pagina 96
Instrumenten (Vervolg) Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Het volume afstellen: Omlaag-schakelaar om naar de gewenste Selecteer [Volume] en druk vervolgens op de selectie te gaan. -schakelaar. Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Omlaag-schakelaar om een instellingenmenu te selecteren.
Pagina 97
Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het Language vorige scherm of het beginscherm. (P40) Verandert de systeemtaal. U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren Selecteer [Language] en druk vervolgens op de via het touchscreen. -schakelaar. Bereik voor volumeniveau: Anders dan Microphone: Niveau 0 tot en met 30 Microphone: Niveau 0 tot en met 15 Standaard: Music (Rider): 7...
Pagina 98
Instrumenten (Vervolg) Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Restore Default Settings Omlaag-schakelaar om de displaytaal te De ingestelde waarden kunnen worden teruggezet selecteren die u wilt gebruiken op het scherm. naar de standaardinstellingen. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het Selecteer [Restore Default Settings] en druk vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 99
Selecteer [No] (niet herstellen) of [Yes] (herstellen) Selecteer [No] (niet herstellen) of [Yes] (herstellen) met de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel met de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Omlaag-schakelaar Omlaag-schakelaar in het bevestigingsscherm. Als [No] is geselecteerd Als [No] is geselecteerd Druk op de -schakelaar.
Pagina 100
Instrumenten (Vervolg) Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het Pagina 1: vorige scherm of het beginscherm. (P40) Weergave gemiddeld brandstofverbruik U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren ritteller A [AVG. CONS.] via het touchscreen. Weergave gemiddelde snelheid ritteller A Standaard instelwaarden: [AVG.
Pagina 101
Favourite Switch: [HSTC] Service ● Automatic Volume: [OFF] De volgende items kunnen sequentieel worden ● Periodiek onderhoud: gewijzigd. ● Afstand: "00000" Maintenance ● (P98) ● Datum: "-/---" ● (P100) ● Olieverversing: Initialise (P101) ● ● Afstand: "00000" Service Mode ● (P102) ●...
Pagina 102
Instrumenten (Vervolg) Selecteer [Maintenance] en druk vervolgens op de Maintenance -schakelaar. U kunt het tijdstip van de volgende periodieke Druk op de Sel Omhoog-schakelaar of de inspectie en de volgende verversing van de Sel Omlaag-schakelaar om een instellingenmenu motorolie controleren. te selecteren en druk vervolgens op de U kunt de instelling van de volgende periodieke -schakelaar.
Pagina 103
Afstand, maand of jaar vooruit zetten: Druk Instelbereik: ● op de Sel Omhoog-schakelaar totdat de Periodiek onderhoud: ● gewenste waarde wordt weergegeven. Afstand: 100 tot 12.000 km ● Afstand, maand of jaar achteruit zetten: Druk Datum: 2000/JAN tot 2099/DEC ● op de Sel Omlaag-schakelaar totdat de Olieverversing:...
Pagina 104
Instrumenten (Vervolg) Selecteer [DTC] en druk vervolgens op de schakelaar. U kunt zoeken naar een bestaand probleem in het PGM-FI-systeem. Als er een probleem is met uw voertuig, wordt de DTC-index weergegeven. Verminder snelheid en laat uw voertuig zo snel mogelijk door uw dealer inspecteren.
Pagina 105
Selecteer [Initialise] en druk vervolgens op de Initialise -schakelaar. U kunt het touchscreen kalibreren. Selecteer [Touchscreen Calibration] en druk vervolgens op de -schakelaar. Vervolg...
Pagina 106
Instrumenten (Vervolg) Raak het midden van elk van de vier kruizen aan. Service Mode Het scherm knippert groen wanneer de Het dagrijlicht kan worden ingeschakeld wanneer kalibratie is voltooid. het voertuig stilstaat voor inspectie. Als de kalibratie mislukt, knippert het scherm rood.
Pagina 107
Druk op de -schakelaar. Equipment Het dagrijlicht gaat branden. Dit menu kan niet worden geselecteerd. De servicemodus stopt automatisch na 5 minuten. System Information Toont verschillende soorten informatie van het multi-informatiedisplay. [Software Version] ● [Software update]: Kan niet worden ● geselecteerd.
Pagina 108
Instrumenten (Vervolg) Pop-upinformatie In de volgende gevallen wordt onder in het multi-informatiedisplay een pop-upinformatie weergegeven. Onderhoudsinformatie: ● Als uw voertuig op korte termijn geïnspecteerd moet worden. Onderhoudsinformatie Indicatie Verklaring Oplossing Als de periodieke Laat uw voertuig door inspectie van uw voertuig uw dealer inspecteren.
Pagina 110
Indicatoren Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Indicator hoge koelvloeistoftemperatuur Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als het controlelampje gaat branden tijdens het rijden: (P266) Richtingaanwijzer...
Pagina 111
Torque Control-indicator Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Gaat uit ● wanneer u een snelheid van ongeveer 5 km/h bereikt om aan te geven dat Torque Control klaar is voor gebruik. Knippert als Torque Control in werking is. ●...
Pagina 112
Indicatoren (Vervolg) Indicator neutraalstand Handremcontrolelampje Gaat branden als de transmissie NT1100D in de neutraalstand staat. Gaat branden om u erop te wijzen dat u de parkeerremhendel niet hebt vrijgezet. Controlelampje laag brandstofniveau Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ●...
Pagina 113
ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ● Gaat uit bij een snelheid van ongeveer 10 km/h. ● Als het controlelampje gaat branden tijdens het rijden: (P269) Ingestelde snelheid cruise control Gaat branden als u een snelheid hebt ingesteld voor de cruise control. Cruise control: (P211) Controlelampje Cruise control aanhouden...
Pagina 114
Indicatoren (Vervolg) Indicator lage oliedruk Gaat branden als de contactschakelaar in de stand ● (On) wordt gezet. Gaat uit na het starten van de motor. ● Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (P267) HISS-controlelampje (P298) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) ●...
Pagina 116
Schakelaars Schakelaar op Schakelaar op stuurgreep stuurgreep links rechts (P113) (P114) (On) Schakelt het elektrische systeem Contactschakelaar in voor het starten/rijden. Schakelt het elektrische systeem in/uit, vergrendelt het stuur. (Off) De sleutel kan in de stand (Off) of Schakelt de motor uit. (Lock) worden verwijderd.
Pagina 117
Schakelaar op stuurgreep rechts Functieselectieschakelaar Motorstopschakelaar/ Druk hierop om de pop-upinformatie weer te -knop START geven op het multi-informatiedisplay. Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) om de motor te stoppen. Motor starten.
Pagina 118
Schakelaars (Vervolg) Schakelaar op stuurgreep links Schakelaar voor favorieten De schakelaar voor favorieten kan worden toegewezen aan de HSTC-schakelaar en de schakelaar voor de rijmodus. (P85) Claxonknop Richtingaanwijzerschakelaar De richtingaanwijzer stopt automatisch wanneer u de bocht hebt genomen. (U Terugschakelknop (-) kunt de lichten handmatig uitschakelen NT1100D door de schakelaar in te drukken.) Bij...
Pagina 119
Schakelaar dimlicht/passeerlicht : Grootlicht ● : DRL automatisch of uit (dimlicht) (P218) ● : Knipperen met grootlicht. ● Opschakelknop (+) NT1100D Versnelling opschakelen. (P210) Vervolg...
Pagina 120
Schakelaars (Vervolg) Functiehendel Druk naar voren om [AUTO] voor DRL te selecteren of trek naar achteren om [Dismiss] ● voor DRL te selecteren. (P218) Duw naar voren of trek naar achteren om het volumeniveau van het audiosysteem af ● te stellen. (P137) Duw naar voren of trek naar achteren om het niveau van de stuurgreepverwarming ●...
Pagina 121
-schakelaar Druk hierop om uw selectie in te stellen. (P39) Sel Omhoog-schakelaar Druk op de Sel Omhoog-schakelaar om een beschikbare optie te selecteren. (P39) Schakelaar Sel Links/Rechts Druk de schakelaar Sel Links/Rechts in de richtingen om een beschikbare optie te selecteren. (P39) Schakelaar Gaat terug Hiermee gaat u terug naar het begin van het huidige of het...
Pagina 122
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel naar beneden en zet de contactschakelaar in de stand (Lock). Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars wordt Draai het stuur als het stuur moeilijk vergrendeld ook aanbevolen.
Pagina 123
Parkeerrem NT1100D Parkeerremhendel Zorg ervoor dat de motorfiets op de parkeerrem staat tijdens het parkeren en het warmdraaien van de motor. Controleer of de parkeerremhendel is vrijgezet voordat u gaat rijden. De parkeerrem aantrekken Duw de parkeerremhendel naar rechts tot deze vastklikt.
Pagina 124
Stuurgreepverwarming Dit voertuig is uitgerust met een Controlelampje stuurgreepverwarming: stuurgreepverwarming die uw handen opwarmt Brandt als de stuurgreepverwarming is ingeschakeld tijdens het rijden. en geeft het geselecteerde verwarmingsniveau aan. Draag handschoenen om uw handen te De stuurgreepverwarming kan op 5 niveaus worden beschermen tegen de verwarmde stuurgrepen.
Pagina 125
Duw de functiehendel naar voren of trek deze De stuurgreepverwarming inschakelen naar achteren om het niveau van de Start de motor. (P200) stuurgreepverwarming te selecteren. Selecteer de weergave van pop-upinformatie van Het statuspictogram wordt op het display de stuurgreepverwarming. met de getoond wanneer de stuurgreepverwarming in functieselectieschakelaar werking is.
Pagina 126
Stuurgreepverwarming (Vervolg) De stuurgreepverwarming uitschakelen Gebruik de stuurgreepverwarming niet terwijl de motor langdurig stationair draait. Dit kan een bijna Selecteer de weergave van pop-upinformatie van lege (of lege) accu tot gevolg hebben. de stuurgreepverwarming. met de functieselectieschakelaar Het geselecteerde niveau wordt gehandhaafd wanneer de contactschakelaar in de stand (Off) Trek de functiehendel...
Pagina 127
Honda Selectable Torque Control Het Torque Control-niveau (regeling van In de volgende gevallen wordt de Torque Control ingeschakeld en wordt het specifieke Torque Control- motorvermogen) kan worden geselecteerd of het niveau automatisch zoals hieronder ingesteld. systeem kan worden in-/uitgeschakeld. Telkens wanneer u de contactschakelaar op ●...
Pagina 128
Honda Selectable Torque Control (Vervolg) Instelling van Torque Control-niveau Als u het multi-informatiedisplay gebruikt: ● Als u de schakelaar voor favorieten gebruikt: Breng het voertuig tot stilstand. ● Breng het voertuig tot stilstand. Selecteer de weergave Goud. (P77) Selecteer [HSTC] onder de schakelaar voor Selecteer pagina 4.
Pagina 129
Druk op de schakelaar Terug Torque Control aan en uit U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren Breng het voertuig tot stilstand. via het touchscreen. Selecteer de weergave Goud. (P77) Selecteer pagina 4. (P45) Instelbereik: Niveau 1 t/m 3 of 0 (uit) Druk op de -schakelaar.
Pagina 130
Honda Selectable Torque Control (Vervolg) Niveau [1] Niveau [2] Niveau [3] [0] (uit) Druk op op de schakelaar Sel links/Rechts Druk op op de schakelaar Sel Links/Rechts of druk op de schakelaar voor favorieten Houd op de schakelaar Sel Links/Rechts...
Pagina 131
Rijmodus U kunt de rijmodus wijzigen. Rijmodus heeft 5 modi. De rijmodus bestaat uit de volgende parameters. Beschikbare rijmodi: [TOUR MODE], [URBAN MODE], [RAIN MODE], [USER 1 MODE] en [USER 2 [P] Vermogen: Niveau motorvermogen MODE] [EB] Remmen op de motor: Niveau motorrem Huidige rijmodus [TOUR MODE], [URBAN MODE] en [RAIN MODE] [TOUR MODE]...
Pagina 133
[P] Vermogenswaarde De rijmodus selecteren (motorvermogensniveau) Als u de Sel Omhoog-schakelaar en Sel ● Omlaag-schakelaar gebruikt: Niveau 1 geeft het meeste vermogen. Niveau 3 geeft het minste vermogen. aDruk op de Sel Omhoog-schakelaar of de Sel Omlaag-schakelaar [EB] Waarde motorrem (motorremniveau) Sel Omhoog- EB-waarde heeft drie instelniveaus.
Pagina 134
Rijmodus (Vervolg) Als u de schakelaar voor favorieten gebruikt: Rijmodus instellen ● U kunt [P] [Power] en [EB] [Engine Brake] wijzigen in Selecteer [Riding Mode] onder de schakelaar [USER 1 MODE] en [USER 2 MODE] van de rijmodus. voor favorieten .
Pagina 135
Audiosysteem Over uw audiosysteem Stel het volume in op een niveau waarbij u nog ● Dit audiosysteem kan audiobestanden afspelen op steeds claxons en sirenes van noodvoertuigen kunt -audioapparaten (mobiele telefoon, horen. ® Bluetooth digitale audiospeler of vergelijkbaar). Bepaalde audio-apparaten, iPhone, Android ●...
Pagina 136
® het audiosysteem worden gekoppeld. Wanneer Bluetooth SIG, Inc., en het gebruik van deze merken u een ander apparaat koppelt, wordt de door Honda Motors Co., Ltd. geschiedt onder informatie op het eerder gekoppelde apparaat licentie. geannuleerd. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn Als u een oproep ontvangt op een gekoppelde eigendom van hun respectieve eigenaars.
Pagina 137
Plaats van het audiosysteem iPhone/Android-telefoon iPhone/Android-telefoon/ mobiele telefoon/Bluetooth®- audio-apparaat, enz. USB-aansluiting USB-aansluiting (P182) (P141) Bluetooth®-verbinding GPS-antenne (P146) Bluetooth®-verbinding Schakelaars op Bluetooth®- handgreep links verbinding Bluetooth®-headset Multi-informatiedisplay (P146) voor passagier Bluetooth®-headset voor bestuurder Vervolg...
Pagina 138
Audiosysteem (Vervolg) USB-aansluiting voor Apple CarPlay/Android Auto Ondersteunde profielen voor audiosysteem: HFP versie 1.5 ● A2DP versie 1.2 ● AVRCP versie 1.4 ● PBAP versie 1.0 ● Ondersteunde profielen voor headset: HFP versie 1.7 ● A2DP versie 1.2 ●...
Pagina 139
Basishandelingen schakelaar U kunt de verschillende functies van het Sel Omhoog- audiosysteem bedienen en instellen met het schakelaar touchscreen en/of de schakelaars op het stuurgreep links. Schakelaar Gaat U kunt sommige functies echter niet via het terug touchscreen bedienen terwijl het voertuig rijdt. Functiehendel [10] Schakelaar...
Pagina 140
Audiosysteem (Vervolg) Functiehendel: Duw de hendel naar voren of Om snel een nummer te doorlopen: Houd de ● trek deze naar achteren om het volumeniveau aan te schakelaar ingedrukt passen. -schakelaar: Druk hierop om uw selectie in te Het volume verhogen: Duw de hendel naar voren. stellen.
Pagina 141
Het volume wijzigen Als u de functiehendel naar voren duwt of naar U kunt de volume-instellingen afzonderlijk afstellen achteren trekt, verschijnt de volumeregeling in het voor de headsets. pop-upvenster. Het systeem heeft de volgende unieke volumeniveaus. Stel het volume af in de afzonderlijke modi. [Music] Bestuurder ●...
Pagina 142
Audiosysteem (Vervolg) Om het volume te verhogen: duw de functiehendel Automatic Volume naar voren. Hiermee stelt u in dat de volume-instelling het volume van de headsets automatisch verhoogt als Om het volume snel te verhogen: duw de functiehendel naar voren en houd deze vast. de snelheid van het voertuig toeneemt.
Pagina 143
Audio ® Bluetooth -instelling ® Bluetooth U kunt verbinding maken met uw Bluetooth -audioapparaat (mobiele telefoon, digitale audiospeler of ® vergelijkbaar) en Bluetooth -headsets via Bluetooth ® ® De volgende apparaten zijn beschikbaar: [Phone Pairing] (Voor Bluetooth -audioapparaat) ® (P141) ●...
Pagina 144
Audiosysteem (Vervolg) Ondersteunde versie/profielen voor Bluetooth® -versie Bluetooth 2.1 + EDR ® Bluetooth HFP (Hands Free Profile) versie 1.5 -profielen (voor ® Bluetooth A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) versie 1.2 iPhone, Android-telefoon, mobiele telefoon of AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile) versie 1.4 -apparaat) ®...
Pagina 145
Schakel de Bluetooth -functie op uw apparaat in. Telefoon koppelen ® Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw U kunt een Bluetooth -aansluiting op twee ® apparaat voor meer informatie. manieren tot stand brengen. Selecteer [Bluetooth] en druk vervolgens op de [Visible]: zoeken vanaf het apparaat. ●...
Pagina 146
Selecteer [Visible] en druk vervolgens op de [ON] (inschakelen). -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (inschakelen). Tik op "Honda Motorcycle #*****" in het -instellingenmenu op het doelapparaat. ® Bluetooth Het gedeelte ***** is een andere letter voor elk voertuig.
Pagina 147
De apparaatnaam en het wachtwoord verschijnen Wanneer het koppelen is voltooid, wordt de naam op het scherm. Selecteer [Yes] en druk vervolgens van de gekoppelde apparaten weergegeven. op de -schakelaar. Status pictogram: : Telefoonfunctie aangesloten : Muziekfunctie aangesloten Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 148
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [+Add a device] en druk vervolgens op [Phone Pairing] -schakelaar. Selecteer [Phone Pairing] en druk vervolgens op de De namen van de gedetecteerde apparaten -schakelaar. worden weergegeven. Als veel Bluetooth -apparaten worden ® gedetecteerd, wordt het gezochte doelapparaat mogelijk onder aan de lijst gedetecteerd.
Pagina 149
Selecteer de naam van een doelapparaat en druk Als een verzoekmelding verschijnt op het vervolgens op de -schakelaar. doelapparaat, tikt u op "Pair". Wanneer het koppelen is voltooid, wordt de naam van de gekoppelde apparaten weergegeven. Status pictogram: : Telefoonfunctie aangesloten : Muziekfunctie aangesloten Selecteer [Yes] en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 150
Audiosysteem (Vervolg) U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren Headset koppelen via het touchscreen. Deze functie is uitgeschakeld terwijl het voertuig rijdt. De verbinding met de telefoon verbreken: Schakel de Bluetooth -functie op uw apparaat in. ® Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw (P149) apparaat voor meer informatie.
Pagina 151
Selecteer [Bluetooth] en druk vervolgens op de Selecteer [+ Add a device] en druk vervolgens op -schakelaar om de functie in te stellen op -schakelaar. [ON] (inschakelen). De namen van de gedetecteerde apparaten Selecteer [Headset Pairing] en druk vervolgens op worden weergegeven.
Pagina 152
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer de naam van een doelapparaat en druk Wanneer het koppelen is voltooid, wordt de vervolgens op de -schakelaar. apparaatnaam weergegeven. Als de headset van de bestuurder is Rider gekoppeld Als de headset van de passagier is Passenger gekoppeld Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 153
Een gekoppeld apparaat automatisch Beschikbare functies afzonderlijk aansluiten opnieuw aansluiten en loskoppelen Als de contactschakelaar op (On) wordt gezet, Afhankelijk van het aangesloten apparaat kan een maakt het systeem automatisch opnieuw verbinding functie mogelijk geen verbinding maken. met geregistreerde apparaten. Selecteer [Bluetooth] en druk vervolgens op de Als het systeem meerdere gekoppelde apparaten -schakelaar.
Pagina 154
Audiosysteem (Vervolg) Voor het verbinden van functies: 2. Selecteer het gekoppelde apparaat en druk vervolgens op de -schakelaar. [Phone Pairing] 1. Selecteer [Phone Pairing] en druk vervolgens op de -schakelaar om het instellingenmenu te openen.
Pagina 155
[Headset Pairing] 3. Selecteer [Connect a Phone] of [Connect Music] en druk vervolgens op de 1. Selecteer [Headset Pairing] en druk schakelaar om de functie in te stellen op [ON] vervolgens op de -schakelaar om het (inschakelen). instellingenmenu te openen. Vervolg...
Pagina 156
Audiosysteem (Vervolg) 2. Selecteer het gekoppelde apparaat en druk 3. Selecteer [Designate as a Rider] of [Connect vervolgens op de -schakelaar. Headset] en druk vervolgens op de schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (inschakelen). Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 157
Voor het loskoppelen van functies: 2. Selecteer het gekoppelde apparaat en druk vervolgens op de -schakelaar. [Phone Pairing] 1. Selecteer [Phone Pairing] en druk vervolgens op de -schakelaar om het instellingenmenu te openen. Vervolg...
Pagina 158
Audiosysteem (Vervolg) [Headset Pairing] 3. Selecteer [Connect a Phone] of [Connect Music] en druk vervolgens op de 1. Selecteer [Headset Pairing] en druk schakelaar om de functie in te stellen op vervolgens op de -schakelaar om het [OFF] (uitschakelen). instellingenmenu te openen.
Pagina 159
2. Selecteer het gekoppelde apparaat en druk 3. Selecteer [Designate as a Rider] of [Connect vervolgens op de -schakelaar. Headset] en druk vervolgens op de schakelaar om de functie in te stellen op [OFF] (uitschakelen). Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 160
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Phone Pairing] of [Headset Pairing] en Verbonden apparaat verwijderen druk vervolgens op de -schakelaar om het Selecteer [Bluetooth] en druk vervolgens op de instellingenmenu te openen. -schakelaar. Selecteer het gekoppelde apparaat en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 161
Selecteer [Delete Connected Device] en druk Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vervolgens op de -schakelaar. vorige scherm of het beginscherm. (P40) U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren via het touchscreen. De naam van het apparaat verdwijnt van het scherm.
Pagina 162
Audiosysteem (Vervolg) Audio afspelen Informatie op het scherm Het audiosysteem kan muziek afspelen die is Welke informatie wordt weergegeven op het opgeslagen op een apparaat dat is aangesloten via scherm, is afhankelijk van het aangesloten apparaat en het type bestand dat wordt afgespeeld. ®...
Pagina 163
Selecteer en druk vervolgens op de Een nummer afspelen schakelaar. Sluit het apparaat aan waarvan u wilt afspelen. Instelling Bluetooth®: (P149) Selecteer [Media] en druk vervolgens op de -schakelaar. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm. (P40) U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren via het touchscreen.
Pagina 164
Audiosysteem (Vervolg) Naar een ander nummer gaan De afspeelmodus selecteren Om direct naar het volgende nummer te gaan: U kunt modi selecteren voor herhalen en willekeurig ● Druk op de schakelaar Overslaan afspelen. Om snel een nummer te doorlopen: Houd de Het statuspictogram of de kleur van het ●...
Pagina 165
Loopt als volgt door de afspeelmodi: Selecteer en druk vervolgens op de Selecteer en druk vervolgens op de schakelaar. schakelaar. (Zwart) Normale afspeelmodus: Speelt nummers in de (Zwart) Modus Niet herhalen: Geen oorspronkelijke volgorde af. herhaling. (Blauw) Afspeelmodus willekeurige (Blauw) Afspeelmodus album volgorde: Speelt nummers in herhalen: Herhaalt alle nummers in willekeurige volgorde af.
Pagina 166
Audiosysteem (Vervolg) Handsfree bellen Tijdens een gesprek bent u mogelijk moeilijk ● verstaanbaar als gevolg van windgeruis tijdens Handsfree bellen met Bluetooth® bedrijf of extern geluid. Probeer in dat geval de Met handsfree bellen via Bluetooth kunt u bellen ® stand van de microfoon of de en gebeld worden met behulp van het windschermhoogte aan te passen.
Pagina 167
Voorbereiding Bellen U kunt bellen door een telefoonnummer in te Maak verbinding met de gekoppelde mobiele telefoon. (P141) voeren of door het telefoonboek, de Het telefoonboek wordt na elke verbinding gesprekshistorie of de nummers voor verkort kiezen bijgewerkt. De belgeschiedenis wordt na elke te gebruiken.
Pagina 168
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Call History]. Bellen via de belgeschiedenis [Call History] Selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen en U kunt een nummer bellen vanuit de druk vervolgens op de -schakelaar. belgeschiedenis terwijl het voertuig rijdt. De belgeschiedenis geeft de laatste 30 gebelde, (blauw): Gebeld nummer ontvangen of gemiste oproepen weer.
Pagina 169
Om het gesprek te beëindigen, duwt u de Bellen met een nummer voor verkort kiezen schakelaar spraakbediening op de [Speed Dial] stuurgreep links naar voren. U kunt een nummer kiezen met behulp van verkort U kunt dezelfde handeling uitvoeren door kiezen terwijl het voertuig rijdt.
Pagina 170
Audiosysteem (Vervolg) Om het gesprek te beëindigen, duwt u de Bellen met behulp van het telefoonboek schakelaar spraakbediening op de [Contacts] stuurgreep links naar voren. Deze functie is uitgeschakeld terwijl het voertuig U kunt dezelfde handeling uitvoeren door rijdt. [End Call] te selecteren op het scherm. Breng het voertuig tot stilstand.
Pagina 171
Selecteer [CALL] en druk vervolgens op Bellen met een telefoonnummer [Dial schakelaar om het nummer te bellen. Number] Druk op de -schakelaar om de oproep te Deze functie is uitgeschakeld terwijl het voertuig annuleren. rijdt. Als u 1 seconde na het indrukken van de Selecteer [Dial Number].
Pagina 172
Audiosysteem (Vervolg) Om het gesprek te beëindigen, duwt u de Een telefoonnummer opslaan in de lijst voor schakelaar spraakbediening op de verkort kiezen stuurgreep links naar voren. U kunt nummers voor verkort kiezen opslaan. U kunt dezelfde handeling uitvoeren door Selecteer [Speed Dial].
Pagina 173
Selecteer het telefoonnummer dat u wilt opslaan Een opgeslagen nummer voor verkort kiezen en houd vervolgens de -schakelaar verwijderen ingedrukt. Selecteer [Settings]. Het telefoonnummer wordt opgeslagen in de Selecteer [Edit Speed Dial] en druk vervolgens op lijst voor verkort kiezen. -schakelaar.
Pagina 174
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer het telefoonnummer dat u wilt wissen en Een gesprek aannemen houd vervolgens de -schakelaar ingedrukt. Als u een oproep ontvangt, klinkt een geluidsmelding en verschijnt het scherm Binnenkomend gesprek. Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 175
Beltoon Een gesprek aannemen Als de aangesloten mobiele telefoon "beltoon in Als u een oproep ontvangt, duwt u op de schakelaar band" ondersteunt, klinkt automatisch de beltoon spraakbediening op de stuurgreep links naar die is opgeslagen op de telefoon als u een oproep voren om het gesprek aan te nemen.
Pagina 176
Audiosysteem (Vervolg) Een gesprek weigeren Een gesprek beëindigen Als u een oproep ontvangt, duwt u de schakelaar Duw tijdens een gesprek de schakelaar spraakbediening op de stuurgreep links naar spraakbediening op de stuurgreep links naar voren om het gesprek te weigeren. voren om het gesprek te beëindigen.
Pagina 177
Apple CarPlay Honda kan in geen geval aansprakelijk worden ● gesteld voor beschadiging of problemen die Als u een met Apple CarPlay compatibele iPhone op ontstaan door het gebruik van een iPhone. het systeem aansluit via USB, kunt u het multi-...
Pagina 178
Audiosysteem (Vervolg) Welke toepassingen en menu-items op het scherm Raadpleeg de startpagina van Apple voor meer ● ● worden weergegeven, is afhankelijk van het informatie over landen en regio's waar Apple aangesloten apparaat en de iOS-versie. CarPlay beschikbaar is en voor informatie over de Als u bent aangesloten op Apple CarPlay, kunnen functies ervan.
Pagina 179
CarPlay, en nieuwe of gewijzigde wettelijke voorschriften kunnen leiden tot beperking of beëindiging van de functies en services van Apple CarPlay. Honda kan geen garantie voor toekomstige prestaties of functionaliteit van Apple CarPlay geven. Apps van derden kunnen worden gebruikt als de apps compatibel zijn met Apple CarPlay.
Pagina 180
Audiosysteem (Vervolg) Koppel de headsets. (P146) Apple CarPlay instellen Sluit uw iPhone aan op de USB-aansluiting met een Als u Apple CarPlay gebruikt, leidt dat tot het gecertificeerde kabel. (P182) verzenden van bepaalde informatie (zoals de Als het volgende scherm wordt weergegeven, locatie, snelheid en status van uw voertuig) naar uw kan Apple CarPlay niet worden gebruikt, maar iPhone om de Apple CarPlay-ervaring te...
Pagina 181
Wanneer het bericht voor de Disclaimer op het [Enable] wanneer [Remember My Choice] scherm verschijnt, selecteert u [Enable] en drukt u is ingesteld op [OFF]: Geeft slechts eenmaal vervolgens op de -schakelaar. toestemming. (De prompt verschijnt de Stel [Remember My Choice] in op ON zodat u volgende keer opnieuw.) de volgende keer dat u verbinding maakt hier [Enable] wanneer [Remember My Choice]...
Pagina 182
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Apple CarPlay] en druk vervolgens op de Apple CarPlay in- of uitschakelen -schakelaar. Selecteer [Connected Services] en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer de naam van een doelapparaat en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 183
Apple CarPlay inschakelen: Apple CarPlay uitschakelen: Selecteer [Enable Apple CarPlay] en druk Selecteer [Enable Apple CarPlay] en druk vervolgens op de -schakelaar om de functie vervolgens op de -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (inschakelen). in te stellen op [OFF] (uitschakelen). Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 184
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Apple CarPlay] en druk vervolgens op de Vragen aan of vragen uit op het scherm met -schakelaar. de disclaimer voor Apple CarPlay Selecteer [Connected Services] en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer de naam van een doelapparaat en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 185
Vragen bij verbinding: Vragen bij verbinding verbreken: Selecteer [Ask on Connection] en druk vervolgens Selecteer [Ask on Connection] en druk vervolgens op de -schakelaar om de functie in te stellen op de -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (vragen aan). op [OFF] (vragen uit).
Pagina 186
Audiosysteem (Vervolg) Uw iPhone aansluiten Uw iPhone loskoppelen Laat uw apparaat niet in het voertuig achter (onder U kunt uw iPhone op elk gewenst moment ● het bestuurderszadel of onder het duozadel, enz.). loskoppelen. Volg de instructies bij het apparaat Bij hoge temperaturen raken ze beschadigd.
Pagina 187
Apple CarPlay-menu Menuscherm van Apple CarPlay Beginscherm Messages Music Maps Phone Terugkeren naar het Naar het menuscherm beginscherm van Apple CarPlay gaan Terugkeren naar het menuscherm van Apple CarPlay Vervolg...
Pagina 188
Muziek afspelen die is opgeslagen op uw iPhone. Maps De Apple CarPlay-kaart weergeven en de navigatiefunctie op dezelfde manier gebruiken als op uw iPhone. Messages Controleren op sms-berichten, erop reageren of berichten laten voorlezen. Honda Terugkeren naar het beginscherm. Terugkeren naar het menuscherm van Apple CarPlay.
Pagina 189
Apple CarPlay bedienen met Siri Siri activeren Om Siri te activeren, moet u een koppeling maken Start Apple CarPlay. (P176) met een apparaat zoals een headset (voor de Ontgrendel uw iPhone en schakel Siri in. bestuurder). Raadpleeg de gebruikershandleiding van de (P146) iPhone en dergelijke voor meer informatie.
Pagina 190
Audiosysteem (Vervolg) Spreek een spraakopdracht uit via de gekoppelde headset. Siri wordt mogelijk niet correct herkend door de invloed van windgeruis tijdens het rijden of extern geluid. Probeer in dat geval de stand van de microfoon of de windschermhoogte aan te passen.
Pagina 191
Als u een Android Auto-compatibele Android- en als u compatibele apps start. telefoon aansluit op het systeem via de USB-poort Honda kan in geen geval aansprakelijk worden kunt u het multi-informatiedisplay gebruiken in ● gesteld voor beschadiging of problemen die...
Pagina 192
Android Auto. Google, Android, Google Maps, Google Play ● en Android Auto zijn handelsmerken van Honda kan geen garantie voor toekomstige Google LLC. prestaties of functionaliteit van Android Auto geven. Apps van derden kunnen worden gebruikt als de apps compatibel zijn met Android Auto. Raadpleeg de startpagina van Android Auto voor informatie over compatibele apps.
Pagina 193
Gebruik van gegevens over gebruiker en voertuig Het gebruik en het beheer van gegevens over gebruiker en voertuig die worden verzonden naar/ van uw telefoon door Android Auto worden geregeld door het privacybeleid van Google. Vervolg...
Pagina 194
Audiosysteem (Vervolg) Koppel de headsets. (P146) Android Auto instellen Sluit uw Android-telefoon aan op de USB- Als u een Android-telefoon via de USB-poort op het aansluiting. (P221) apparaat aansluit, wordt Android Auto automatisch Initialiseer Android Auto alleen wanneer u veilig gestart.
Pagina 195
Wanneer de Disclaimer op het scherm verschijnt, [Disable] wanneer [Remember My Choice] selecteert u [Enable] en drukt u vervolgens op de is ingesteld op [OFF]: Geeft geen -schakelaar. toestemming. Stel [Remember My Choice] in op ON zodat u [Disable] wanneer [Remember My Choice] de volgende keer dat u verbinding maakt hier is ingesteld op [ON]: Geeft nooit niet naar wordt gevraagd.
Pagina 196
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Android Auto] en druk vervolgens op de Android Auto in- of uitschakelen -schakelaar. Selecteer [Connected Services] en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer de naam van een doelapparaat en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 197
Android Auto inschakelen: Android Auto uitschakelen: Selecteer [Enable] en druk vervolgens op de Selecteer [Enable] en druk vervolgens op de -schakelaar om de functie in te stellen op -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (inschakelen). [OFF] (uitschakelen). Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het vorige scherm of het beginscherm.
Pagina 198
Audiosysteem (Vervolg) Selecteer [Android Auto] en druk vervolgens op de Vragen aan of vragen uit selecteren -schakelaar. op het disclaimer-scherm van Android Auto Selecteer [Connected Services] en druk vervolgens op de -schakelaar. Selecteer de naam van een doelapparaat en druk vervolgens op de -schakelaar.
Pagina 199
Vragen bij verbinding: Vragen bij verbinding verbreken: Selecteer [Ask on Connection] en druk vervolgens Selecteer [Ask on Connection] en druk vervolgens op de -schakelaar om de functie in te stellen op de -schakelaar om de functie in te stellen op [ON] (vragen aan). op [OFF] (vragen uit).
Pagina 200
Audiosysteem (Vervolg) Uw Android-telefoon verbinden Uw Android-telefoon loskoppelen Laat uw apparaat niet in het voertuig achter U kunt uw Android-telefoon op elk gewenst ● (onder het bestuurderszadel of onder het moment loskoppelen. duozadel, enz.). Bij hoge temperaturen raken ze Volg de instructies bij het apparaat voor het beschadigd.
Pagina 201
App-startscherm App-startscherm Beginscherm Phone Exit Maps Spraakgestuurd Naar het Android zoeken Meldingscentrum Auto-scherm gaan Naar het App- startscherm gaan Vervolg...
Pagina 202
Audiosysteem (Vervolg) Maps Open Google Maps en gebruik de navigatiefunctie op dezelfde manier als op uw Android-telefoon. Wanneer het voertuig in beweging is, is het niet mogelijk om het toetsenbord te gebruiken. Breng het voertuig op een veilige plaats tot stilstand om te zoeken of andere gegevens in te voeren. Phone Telefoongesprekken voeren en ontvangen en naar voicemail luisteren.
Pagina 203
Hieronder staan voorbeelden van opdrachten (P146) die u met spraakherkenning kunt geven: Antwoord op tekst. ● Bel mijn vrouw. ● Navigeer naar Honda. ● Speel mijn muziek af. ● Stuur een sms-bericht naar mijn vrouw. ● Bel bloemenwinkel. ●...
Pagina 204
Motor starten Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de NT1100A stand (Run) staat. Start de motor volgens de volgende procedure, ongeacht Zet de contactschakelaar in de stand (On). of de motor koud of warm is. Zet de transmissie in de neutraalstand ( controlelampje gaat branden).
Pagina 205
Als de motor niet start: Open de gasklep volledig en druk gedurende 5 seconden op de knop. START Herhaal de normale startprocedure. Als de motor start en het stationair toerental instabiel is, moet u de gashendel een klein beetje openen. Als de motor niet start, wacht dan 10 seconden voordat u stappen opnieuw probeert.
Pagina 206
Motor starten (Vervolg) Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de NT1100D stand (Run) staat. Start de motor volgens de volgende procedure, ongeacht Zet de contactschakelaar in de stand (On). of de motor koud of warm is. Controleer of de transmissie in de neutraalstand staat controlelampje gaat branden).
Pagina 207
Als de motor niet start (P201) Wanneer u de motor afzet Zet om de motor af te zetten de transmissie in de neutraalstand ( controlelampje gaat branden). Als u de contactschakelaar in de stand (Off) zet wanneer het voertuig in versnelling staat, wordt de motor uitgeschakeld met de koppeling ontkoppeld.
Pagina 208
Schakelen NT1100A NT1100D De transmissie van uw voertuig is uitgerust met Uw voertuig is uitgerust met een automatische 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon van 6-traps transmissie. Deze kan automatisch (via de één omlaag, vijf omhoog. AT-MODUS) of handmatig (via de MT-MODUS) worden geschakeld.
Pagina 209
Transmissie met dubbele koppeling NT1100D N-D-schakelaar Om te beantwoorden aan de behoeften van bestuurders in een uitgebreide reeks situaties, is AT/MT-schakelaar de transmissie uitgerust met drie bedieningsmodi: AT-MODUS (met D-modus voor gewone bediening en drie niveaus van S-modus voor sportief rijden) en MODUS MODUS MT-MODUS (MT-modus voor 6-traps...
Pagina 210
Schakelen (Vervolg) Neutraalstand (N): De neutraalstand wordt Als u schakelt tussen N en D automatisch geselecteerd wanneer u de Voertuig is gestopt en motor draait stationair. Gashendel is volledig gesloten. Schakelen van contactschakelaar in de stand (On) zet. neutraalstand naar D-modus is niet mogelijk terwijl de Als de neutraalstand niet wordt geselecteerd gashendel wordt bediend.
Pagina 211
AT-MODUS: In deze modus worden de S-modus (AT): Selecteer deze modus terwijl u rijdt versnellingen automatisch geschakeld in in AT-MODUS wanneer u meer vermogen nodig overeenstemming met de rijomstandigheden. heeft, bijvoorbeeld bij het inhalen, heuvels oprijden Ook kunt u met de opschakelschakelaar (+) of de of optrekken.
Pagina 212
Schakelen (Vervolg) Schakelen tussen neutraal en AT-MODUS/ Schakelen tussen AT-MODUS en MT-MODUS MT-MODUS Druk op de AT/MT-schakelaar (e). Het AT-controlelampje gaat uit zolang de Schakelen van neutraalstand (N) naar MT-MODUS is geselecteerd (f). AT-MODUS De schakelstand wordt weergegeven in de De indicator van de D-modus gaat branden, op de schakelstandindicator wanneer de MT-MODUS is versnellingsstandindicator wordt "D"...
Pagina 213
Niveau van S-modus selecteren in AT- N-D-schakelaar MODUS Houd in de S-modus de -kant van de N-D-schakelaar (a) ingedrukt. Sluit de gashendel volledig. Selecteer vervolgens het gewenste niveau van de S-modus. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 3 Houd de -kant van de...
Pagina 214
Schakelen (Vervolg) Rijden in MT-MODUS Schakelbediening Op- en terugschakelen met de opschakelschakelaar Opschakelen: (+) en terugschakelschakelaar (-). Druk op de opschakelschakelaar (+) (g). De geselecteerde versnelling wordt getoond op de Terugschakelen: schakelstandindicator. Druk op de terugschakelschakelaar (-) (h). Als de MT-MODUS is geselecteerd, wordt de U kunt niet blijven schakelen door de transmissie niet automatisch opgeschakeld.
Pagina 215
Cruise control Met de cruise control kunt u binnen het opgegeven Cruise control is alleen bedoeld voor gebruik op bereik een constante snelheid handhaven. rechte hoofdwegen zonder files. Gebruik cruise Het beschikbare bereik voor de snelheidsinstelling control niet in de stad, op bochtige wegen, bij slecht en de hiervoor geschikte versnellingen staan weer of op enig ander moment wanneer u totale hieronder vermeld:...
Pagina 216
Cruise control (Vervolg) Cruise control instellen Zorg dat de rijsnelheid en de actieve versnelling voldoen aan de vereisten van het systeem. Snelheden buiten het beschikbare bereik worden niet opgeslagen. Druk op de schakelaar Cruise control aanhouden Ingestelde . (Het controlelampje Cruise control snelheid cruise aanhouden gaat branden.)
Pagina 217
De ingestelde snelheid wijzigen Bij elke keer snel tikken (kort indrukken en loslaten) De ingestelde snelheid verder afstellen aan een van beide kanten wordt uw snelheid met 1 km/h of 1 mph gewijzigd (afhankelijk van de Selecteer de ritinformatie. (P40) ingestelde eenheid voor de kilometerteller).
Pagina 218
Cruise control (Vervolg) Om de ingestelde snelheid te verlagen: houd de De rijsnelheid handmatig verhogen ● cruise control-hendel Gebruik de gashendel op de normale manier om te ingedrukt naar de kant . Het systeem versnellen. verlaagt automatisch de snelheid van uw Om terug te keren naar de ingestelde snelheid, laat voertuig.
Pagina 219
Cruise control hervatten: Het systeem tijdelijk uitschakelen Als u nog harder dan 50 km/h rijdt, drukt u de Voer een van de volgende handelingen uit om het ● cruise control-hendel systeem tijdelijk uit te schakelen. (Het naar de kant en laat u deze controlelampje Cruise control aanhouden gaat tijdelijk uit, maar de ingestelde snelheid blijft in weer los.
Pagina 220
Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld wanneer worden en de juiste maatregelen treffen om een het systeem detecteert dat u hard remt bij een mogelijke botsing met uw voertuig te voorkomen. snelheid van ongeveer 50 km/h of hoger om Het noodstopsignaal stopt met werken als: achteropkomende bestuurders via snel U de remmen loslaat.
Pagina 221
Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt. Als het ABS een tijdje niet meer werkt tijdens het remmen, wordt het noodstopsignaal mogelijk helemaal niet geactiveerd.
Pagina 222
DRL (dagrijlicht) Wanneer de schakelaar voor het dimlicht/het DRL in- en uitschakelen passeerlicht in de stand wordt gezet, Telkens wanneer u de contactschakelaar op (On) zet, worden de koplampen en DRL afhankelijk van het wordt de DRL automatisch ingeschakeld. omgevingslicht automatisch in- en uitgeschakeld. Start de motor.
Pagina 223
Tanken Brandstofvuldop openen Afdekkap van slot Contactsleutel Open de afdekkap van het slot, steek de contactsleutel in het slot en draai deze naar rechts om de brandstofvuldop te openen. Brandstofvuldop sluiten Druk na het tanken op de brandstofvuldop tot deze vastklikt.
Pagina 224
Het gebruik van accessoires is op eigen risico. Sluit de afdekking wanneer het stopcontact niet in Honda kan in geen geval aansprakelijk worden gebruik is om te voorkomen dat er iets in het gesteld voor beschadiging van uw accessoire tijdens stopcontact komt.
Pagina 225
Open de afdekking om toegang te krijgen tot de Het gebruik van USB-apparaten is op eigen risico. USB-aansluiting. Honda kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld USB-aansluiting voor beschadiging van uw USB-apparaat tijdens het gebruik. Alleen USB-apparaten met de volgende specificaties kunnen worden aangesloten.
Pagina 226
USB-aansluiting (Vervolg) Sluit een gecertificeerde USB-kabel aan op de Laat de motor draaien terwijl u stroom gebruikt via de aansluiting. aansluiting om te voorkomen dat de accu zwakker Leid de USB-kabel langs de uitsparing. wordt (of leegloopt). Sluit de afdekking wanneer de aansluiting niet in Steek de USB-kabel door de sleuf en sluit de gebruik is om te voorkomen dat er iets in de afdekking.
Pagina 227
Opberguitrusting Helmhouder Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het parkeren. De helmhouder bevindt onder het duozadel. Duozadel verwijderen (P245) Helmbevestigingskabel WAARSCHUWING Rijden met een helm die aan de houder is bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw voertuig en leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel Helmhouder D-ring helm...
Pagina 228
Opberguitrusting (Vervolg) Helmbevestigingskabel/documentzakje/ Zekeringtrekker, 5 mm inbussleutel, gereedschapsset standaard-/kruiskopschroevendraaier, De helmbevestigingskabel, het documentzakje en de handvat schroevendraaier gereedschapsset bevinden zich onder het enkele De zekeringtrekker, 5 mm inbussleutel, een zadel. standaard-/kruiskopschroevendraaier en het handvat van de schroevendraaier bevinden zich Documentzakje onder het duozadel.
Pagina 229
Achterdrager Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximumgewicht: 10 kg Achterdrager...
Pagina 230
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. Het belang van onderhoud ........P. 227 Andere afstellingen..........P. 260 Onderhoudsschema ..........P. 228 Remhendel afstellen............P. 260 Standaardonderhoud..........P. 231 Voorvering afstellen............P. 261 Gereedschap ............
Pagina 231
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Veilig onderhoud Het goed onderhouden van uw voertuig is absoluut Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u essentieel voor uw veiligheid en het beschermen van onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de uw investering, optimale prestaties, het voorkomen van benodigde gereedschappen, onderdelen en pech en het reduceren van luchtverontreiniging.
Pagina 232
Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van deze vereisten.
Pagina 233
Smeren mechanische vakkundigheid beschikt. Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding Reinigen van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen. Vervolg...
Pagina 234
Onderhoudsschema Frequentie Inspectie voor Jaarlijkse Regelmatig Items het rijden × 1000 km Zie pagina controle vervangen 2 P. 231 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1.000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Remvergrendeling Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar –...
Pagina 235
Standaardonderhoud Aandrijfketting - Controleer staat en speling, indien Inspectie voor het rijden ● nodig afstellen en smeren P. 255 Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk Remmen - Werkingscontrole; ● om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil en vastgestelde problemen te corrigeren.
Pagina 236
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het monteren van andere onderdelen dan gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en Honda-onderdelen kan uw voertuig onveilig veiligheid te waarborgen. maken en een botsing veroorzaken waarbij u Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 237
Standaardonderhoud Wat te doen in geval van nood Accu Als een van de volgende situaties zich voordoet, dient u Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije accu. onmiddellijk naar uw arts te gaan. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te Elektrolyt spat in de ogen: ●...
Pagina 238
Het monteren van elektrische accessoires van andere fabrikanten 2. Als de polen door corrosie zijn aangetast en met een dan Honda kan het elektrische systeem overbelasten, de accu witte aanslag zijn bedekt, moeten ze met warm doen ontladen en mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 239
API-servicesymbool. Motorolie kiezen Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. P. 316 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, Niet aanbevolen Aanbevolen controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet:...
Pagina 240
Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Inspecteer ook het aandrijfkettingwiel en het Aanbevolen remvloeistof: aangedreven tandwiel. Laat de tandwielen door uw Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig dealer vervangen als de tanden hiervan versleten of beschadigd zijn. Standaard Versleten...
Pagina 241
Standaardonderhoud OPM. Het gebruik van een nieuwe ketting met versleten kettingwielen veroorzaakt snelle slijtage van de ketting. Reiniging en smering Reinig de ketting en kettingwielen na het inspecteren van de speling terwijl u het achterwiel draait. Gebruik een droog doekje met een kettingreiniger die speciaal is ontworpen voor O-ringkettingen of een neutraal reinigingsmiddel.
Pagina 242
Standaardonderhoud Aanbevolen koelvloeistof Carterontluchting Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde Voer hieraan vaker onderhoud uit als u in de regen of oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd water. met vol gas rijdt of nadat het voertuig is gewassen of is gevallen. Voer een servicebeurt uit als het...
Pagina 243
Standaardonderhoud Zelfs als de richting van het ventiel is gewijzigd, zet dit Controleren op beschadiging Controleer de banden op dan niet terug in de oorspronkelijke stand. Laat uw sneden, scheuren of voertuig door uw dealer inspecteren. barsten die de koordlaag Rechterzijde van de band zichtbaar maken of spijkers of...
Pagina 244
Standaardonderhoud Profieldiepte controleren WAARSCHUWING Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar worden. Het rijden op banden die overmatig zijn Om veilig te kunnen rijden moet u de banden versleten of verkeerd zijn opgepompt, kan vervangen wanneer de minimale profieldiepte is een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of bereikt.
Pagina 245
Laat het wiel, na montage van de band, balanceren ● Gebruik altijd banden van het juiste type en met originele wielbalanceergewichten van Honda of formaat, zoals aanbevolen in dit gelijkwaardig. instructieboekje. Installeer geen binnenband in een tubeless band op ●...
Pagina 246
Gereedschap De gereedschapsset en de helmbevestigingskabel De 5 mm inbussleutel, een standaard-/ bevinden zich onder het enkele zadel. P. 224 kruiskopschroevendraaier, het handvat van de schroevendraaier en de zekeringtrekker bevinden U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine zich onder het duozadel. P.
Pagina 247
Demontage en montage van onderdelen Accu 1. Verwijder het bestuurderszadel. P. 244 2. Haak de rubberen band los. 3. Koppel de minpool los van de accu. Minpool 4. Koppel de pluspool los van de accu. 5. Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van Accu de accupolen niet laat vallen.
Pagina 248
Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bestuurderszadel Demontage 1. Verwijder het duozadel. P. 245 2. Verwijder de montagebouten en -ringen en trek Bevestigingsbouten het enkele zadel naar achteren en omhoog. Onderlegring Aanbrengen Onderlegring 1. Monteer het bestuurderszadel terwijl u de Lipje nokken in de uitsparingen laat vallen.
Pagina 249
Demontage en montage van onderdelen Duozadel Duozadel Demontage 1. Steek de contactsleutel in het zadelslot. 2. Draai de contactsleutel naar rechts en duw het Duozadel duozadel naar voren en omhoog. Lippen Aanbrengen Lippen 1. Steek de borgclips in de uitsparingen. 2.
Pagina 250
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop 1. Zet uw voertuig op de zijstandaard op een Bovenste stevige, vlakke ondergrond. niveau 2. Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. 3. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten.
Pagina 251
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen 2. Plaats de olievuldop terug en controleer of deze goed vastzit. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij het OPM. onderste merkstreepje bevindt, moet u de Het te vol vullen met olie of het rijden met onvoldoende olie kan aanbevolen motorolie bijvullen.
Pagina 252
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. 1. Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. 2. Houd uw voertuig rechtop. 3. Controleer door het kijkglas of het koelvloeistofniveau zich tussen de UPPER- en LOWER-merkstreepjes in het expansiereservoir Expansiereservoir bevindt.
Pagina 253
Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen 1. Verwijder de dop van het expansiereservoir en Dop van expansiereservoir voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloeistofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER-merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het expansiereservoir terechtkomen.
Pagina 254
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau zich beneden het LOWER- merkstreepje bevindt en de speling van de 1. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en remhendel en het rempedaal buitensporig is. horizontale ondergrond. Als de remblokken niet zijn versleten, is er wellicht Controleer of het remvloeistofreservoir Voor sprake van lekkage.
Pagina 255
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Inspecteer altijd zowel de linker- als Controleer de staat van de remblokslijtage- rechterremklauw. indicatoren. Inspecteer de remblokken vanaf de rechter De remblokken moeten worden vervangen Achter Voor achterzijde van het voertuig.
Pagina 256
Remmen Parkeerrem inspecteren Parkeerrem inspecteren 1. Zet de transmissie in de neutraalstand. Zet de motor uit. 2. Zet uw voertuig op de middenbok op een stevige, NT1100D horizontale ondergrond. Voorrand van parkeerremhendel 3. Draai het achterwiel met de hand en trek langzaam Referentietekens aan de parkeerremhendel.
Pagina 257
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Stelmoer...
Pagina 258
Zijstandaard Zijstandaard controleren NT1100A Ga op het voertuig zitten, zet de transmissie in neutraal en klap de zijstandaard omhoog. NT1100D Ga op het voertuig zitten en klap de zijstandaard omhoog. NT1100A Start de motor, trek de koppelingshendel in en zet de transmissie in de versnelling. NT1100D Start de motor en druk op de kant van...
Pagina 259
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Controleer de speling van de aandrijfketting op verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen. Swingarm Laat de ketting door uw dealer inspecteren. 1.
Pagina 260
Koppeling Koppeling controleren Controleer de koppelingskabel op knikken of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien nodig door uw dealer vervangen. NT1100A Smeer de koppelingskabel met een in de handel Speling van koppelingshendel verkrijgbaar kabelsmeermiddel om voortijdige controleren slijtage en corrosie te voorkomen. Controleer de speling van de koppelingshendel.
Pagina 261
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Speling van koppelingshendel Bovenste borgmoer afstellen NT1100A – Bovenste versteller Probeer de koppelingskabel eerst af te stellen met de bovenste versteller. 1. Draai de bovenste borgmoer los. 2. Draai aan de bovenste stelbout van de koppelingskabel totdat de speling is afgesteld op 10 - 20 mm.
Pagina 262
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen 1. Draai de bovenste borgmoer los en draai de Onderste borgmoer bovenste versteller van de koppelingskabel volledig naar binnen (voor een maximale speling). Draai de bovenste borgmoer vast. 2. Draai de onderste borgmoer los. 3. Draai aan de onderste stelmoer van de koppelingskabel totdat de speling van de koppelingshendel is afgesteld op 10 tot 20 mm.
Pagina 263
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat. Gashendel...
Pagina 264
Andere afstellingen Remhendel afstellen Versteller U kunt de afstand tussen het uiteinde van de remhendel en de stuurgreep afstellen. Afstelmethode Draai de versteller tot de getallen zijn uitgelijnd met Referentieteken het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand duwt. Vooruit Controleer na het afstellen of de hendel juist werkt voordat u gaat rijden.
Pagina 265
Andere afstellingen Voorvering afstellen Voorvering afstellen Versteller BFR-versteller Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai de versteller met de BFR-versteller uit de gereedschapsset. P. 242 De versteller van de veervoorspanning heeft 20 slagen.
Pagina 266
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de instelknop afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. De stelbout van de veervoorspanning heeft 35 of meer instelposities. Draai naar rechts om de veervoorspanning te verhogen (hoog) of draai naar links om de veervoorspanning te verlagen (laag).
Pagina 267
Andere afstellingen Windschermhoogte afstellen Windschermhoogte afstellen Windscherm Er zijn 5 standen voor de windschermhoogte. De standaardstand is 1. Verstel het windscherm niet tijdens het rijden. 1. Houd het windscherm aan beide zijden vast. 2. Beweeg het windscherm omhoog of omlaag tot het vastklikt in de gewenste stand.
Pagina 268
Verhelpen van storingen Motor start niet (HISS-controlelampje Storingsaanduiding blijft branden) ............ P. 265 koelvloeistoftemperatuurmeter ........ P. 273 Oververhitting (segment H knippert in de Storingsaanduiding stuurgreepverwarming .... P. 273 koelvloeistoftemperatuurmeter) ..... P. 266 Lekke band.............P. 274 Waarschuwingsindicatoren branden of Storing in audiosysteem........P. 275 knipperen.............P.
Pagina 269
Motor start niet (HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of er geen metalen afdichtingen of stickers op de sleutel aanwezig zijn. motor start niet Laat uw voertuig door uw dealer inspecteren als het HISS-controlelampje blijft branden. Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de motor.
Pagina 270
Oververhitting (segment H knippert in de koelvloeistoftemperatuurmeter) De motor is oververhit wanneer zich het volgende 2. Controleer of de koelluchtventilator werkt en zet voordoet: de contactschakelaar hierna in de stand (Off). Alle segmenten worden rood en segment H in de Als de koelluchtventilator niet werkt: ●...
Pagina 271
Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen Indicator lage oliedruk Snel accelereren kan ervoor zorgen dat het controlelampje lage oliedruk tijdelijk gaat branden, vooral wanneer de olie op of dicht bij het laagste Als het controlelampje lage oliedruk gaat branden, niveau staat. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de Als het controlelampje lage oliedruk blijft branden motor uit.
Pagina 272
Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen PGM-FI-storingsindicator (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingsindicator OPM. (elektronisch geregelde Wanneer u rijdt terwijl de storingsindicator brandt, kunnen het emissieregelsysteem en de motor beschadigd raken. brandstofinspuiting) (MIL) OPM. Redenen voor het gaan branden/knipperen Wanneer de storingsindicator opnieuw knippert wanneer de motor opnieuw wordt gestart, rijdt u met een snelheid van van het storingslampje 50 km/h of minder naar de dichtstbijzijnde dealer.
Pagina 273
Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een standaardsysteem maar zonder (antiblokkeersysteem) de antiblokkeerfunctie. Als de indicator op een van de volgende manieren Het ABS-controlelampje kan gaan knipperen werkt, is er mogelijk een ernstig defect in het ABS. wanneer u het achterwiel draait terwijl het Verminder uw snelheid en laat uw voertuig zo snel achterwiel van de grond is.
Pagina 274
Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen Indicator Torque Control Indicator Torque Control Zelfs wanneer de Torque Control-indicator brandt, is het rijvermogen van uw voertuig normaal maar zonder de Torque Control-functie. Als de indicator op een van de volgende manieren Als de indicator gaat branden terwijl Torque werkt, is er mogelijk een ernstig defect in het Torque Control in werking is, moet u de gashendel Control-systeem.
Pagina 275
Als de "–" indicator knippert in het versnellingsstandvenster tijdens het rijden NT1100D Als u de motor nog steeds niet kunt starten: Als de "–" indicator knippert tijdens het rijden, dan Start de motor terwijl u de remhendel inknijpt of het kan het systeem van de transmissie met dubbele rempedaal intrapt.
Pagina 276
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofmeter In geval van een defect van het brandstofsysteem gaan alle segmenten knipperen zoals getoond op de afbeelding. Ga in deze gevallen zo snel mogelijk naar uw dealer.
Pagina 277
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter Storingsaanduiding Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter stuurgreepverwarming In geval van een defect van het koelsysteem gaan Als er een defect is in het alle segmenten knipperen zoals getoond op de stuurgreepverwarmingssysteem, knippert het afbeelding. statuspictogram van de stuurgreepverwarming. Ga Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
Pagina 278
Lekke band Het repareren van een lekke band of het Het rijden op uw voertuig met een tijdelijk demonteren van een wiel vereist speciaal gerepareerde band is heel riskant. Rijd niet sneller gereedschap en technische expertise. Wij raden u dan 50 km/h. Laat de band zo snel mogelijk door aan om deze servicebeurt door uw dealer te laten uw dealer vervangen.
Pagina 279
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Sommige Bluetooth -apparaten en toepassingssoftware die u gebruikt ® zijn mogelijk niet compatibel met het audiosysteem en/of de bruikbare functies zijn mogelijk beperkt. Controleer of het audiosysteem en het Bluetooth -apparaat in de ® koppelmodus staan. P.
Pagina 280
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Afhankelijk van het Bluetooth -apparaat en de toepassingssoftware die u ® gebruikt, kan het even duren voordat het audiosysteem verbinding maakt met een apparaat en het afspelen van een audiobestand wordt gestart. De verbinding kan tijdelijk worden verbroken wanneer de motor wordt Kan Bluetooth -apparaat niet ®...
Pagina 281
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Sommige Bluetooth -apparaten en toepassingssoftware die u gebruikt, ® maken mogelijk niet automatisch een verbinding. Volg voor het maken van een verbinding de instructies in de handleiding van uw Bluetooth ® apparaat. De Bluetooth -apparaten die tegelijkertijd kunnen worden aangesloten, ®...
Pagina 282
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Sommige Bluetooth -apparaten en toepassingssoftware die u gebruikt, ® zijn mogelijk niet compatibel met het audiosysteem en/of audiobestanden worden mogelijk niet correct afgespeeld. Controleer de aanbevolen specificaties. P. 140 Afhankelijk van het Bluetooth -apparaat en toepassingssoftware die u ®...
Pagina 283
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing De aanwezigheid van een ander Bluetooth -apparaat of een apparaat ® dat elektromagnetische golven uitzendt (zoals communicatieapparatuur in de buurt), beïnvloedt soms de communicatie. Vanwege de eigenschappen van Bluetooth kan de systeembediening in ® zeldzame gevallen instabiel worden. Als het systeem instabiel blijft, schakel dan de voeding van het audiosysteem of het gebruikte apparaat uit en Er wordt geluid overgeslagen schakel de voeding vervolgens weer in.
Pagina 284
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Afhankelijk van het Bluetooth -apparaat en de toepassingssoftware die u ® gebruikt, wordt een audiobestand mogelijk niet normaal afgespeeld na ontvangst van een telefoongesprek enz. Schakel de voeding naar het audiosysteem uit en vervolgens weer in. Als nog steeds geluiden worden Er wordt geluid overgeslagen overgeslagen of ruis optreedt, controleer dan de status van uw Er is ruis...
Pagina 285
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Stel het volume af in de afzonderlijke modi. P. 91 Het geluidsvolume van de Controleer de volume-instelling van het Bluetooth -audioapparaat. ® headset is laag/hoog. Controleer de volume-instelling van de gekoppelde headset. Afhankelijk van het audioapparaat en het audiobestand wordt er mogelijk niets weergegeven of is de weergave onnauwkeurig in sommige gevallen.
Pagina 286
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Verbonden Bluetooth -apparaat wordt mogelijk niet ondersteund. ® Controleer de ondersteunde Bluetooth -versie/-profielen. P. 140 ® Wanneer de Bluetooth -verbinding instabiel is door omgevings ® Bluetooth handsfree bellen is ® omstandigheden of radiogolfomstandigheden zijn de functies voor handsfree niet beschikbaar.
Pagina 287
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Afhankelijk van de verbindingsstatus kunnen de weergegeven tijden in de belgeschiedenis bij het voertuig en bij de telefoon verschillen. Afhankelijk van uw mobiele providerplan kunnen beschikbare functies Bluetooth handsfree bellen verschillen. ® Een weergavevertraging kan optreden afhankelijk van het aantal telefoonboeken, de belgeschiedenis en muziekgegevens enz.
Pagina 288
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Verbonden iPhone wordt mogelijk niet ondersteund. Controleer welke modellen compatibel zijn met Apple CarPlay. P. 173 Verbonden iPhone is mogelijk een niet-ondersteunde iOS-versie. Update de iPhone naar de nieuwere versie. Apple CarPlay is niet U hebt een headsetverbinding nodig om Apple CarPlay te gebruiken. Sluit beschikbaar.
Pagina 289
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Als de gekoppelde headsetverbinding is verbroken vanwege een bijna lege batterij van de headset of een communicatiestoring, kan Apple CarPlay pas worden gebruikt wanneer de verbinding is hersteld. Het scherm gaat alleen automatisch over op Apple CarPlay wanneer de contactschakelaar naar (Off) wordt gedraaid terwijl Apple CarPlay is geactiveerd.
Pagina 290
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Verbonden Android-telefoon wordt mogelijk niet ondersteund. Controleer het compatibele model met Android Auto. P. 187 Verbonden Android-telefoon is mogelijk een niet-ondersteunde Android- versie. Update de Android-telefoon naar de nieuwere versie. Android Auto is niet Om de volledige functies van Android Auto te kunnen gebruiken, is een beschikbaar.
Pagina 291
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Als de gekoppelde headsetverbinding is verbroken vanwege een bijna lege batterij van de headset of een communicatiestoring, ga dan terug naar het beginscherm en koppel de headsetverbinding opnieuw. Sommige USB-kabels zijn mogelijk niet compatibel met Android Auto. Voor Android Auto moeten de USB-kabels gecertificeerd zijn door USB-IF om compatibel te zijn met de USB 2.0-standaard.
Pagina 292
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt Apple CarPlay/Android Auto niet via het touchscreen bedienen Apparaat is verbonden, maar terwijl het voertuig rijdt. Bedien het systeem met de schakelaars op de bedient Apple CarPlay/ stuurgreep links of parkeer uw voertuig op een veilige plaats om het Android Auto niet.
Pagina 293
Storing in audiosysteem Symptoom Oorzaak/oplossing Als de contactschakelaar Aangezien het opnieuw starten van het systeem tijd kost, kan het even continu naar (Off) en (On) duren totdat het scherm verschijnt. wordt gedraaid. Om het systeem te beschermen zijn sommige functies mogelijk tijdelijk Beveiliging tegen hoge beperkt.
Pagina 294
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van het voertuig zijn LED's. Als een led motorfietsen. niet gaat branden, neem dan contact op met uw Haal de accu uit het voertuig voor het opladen. dealer voor onderhoud.
Pagina 295
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Zie "Controleren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. P. 234 Zekeringen en ABS FSR-zekering 1. Verwijder het bestuurderszadel. P. 244 2. Open de afdekkappen van de zekeringkast. 3. Trek de zekeringen er een voor een uit met behulp van de zekeringtrekker die zich onder het duozadel ( P.
Pagina 296
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering & ABS-hoofdzekering 1. Verwijder het bestuurderszadel. P. 244 2. Verwijder de afdekkap van de startmotormagneetschakelaar. 3. Trek de hoofdzekering en ABS-hoofdzekering er Afdekkap magnetische schakelaar startmotor een voor een uit met de zekeringtrekker die zich onder het duozadel ( P.
Pagina 297
Elektrische problemen Doorgebrande zekering FI-zekering en Main 2-zekering 1. Verwijder het bestuurderszadel. P. 244 2. Open de afdekkappen van de zekeringkast. NT1100A 3. Trek de FI-zekering en main 2-zekering eruit met de zekeringtrekker die zich onder het Afdekkappen zekeringkast duozadel ( P.
Pagina 298
Elektrische problemen Doorgebrande zekering FI-zekering & Main 2-zekering & DCT- 1. Verwijder het bestuurderszadel. P. 244 hoofdzekering 2. Open de afdekkappen van de zekeringkast. 3. Trek de FI-zekering, main 2-zekering en DCT- NT1100D hoofdzekering er een voor een uit met de zekeringtrekker die zich onder het duozadel Afdekkappen zekeringkast...
Pagina 299
Informatie Onderhoudsdiagnoserecorders ......P. 296 Sleutels ..............P. 296 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies..............P. 297 Onderhoud van uw voertuig........ P. 301 Uw voertuig stallen..........P. 305 Uw voertuig vervoeren.........P. 305 U en het milieu ............P. 306 Serienummers............P. 307 Alcoholhoudende brandstoffen ......P. 308 Katalysator .............P. 309 Juridische informatie over Apple CarPlay/ Android Auto............
Pagina 300
(HISS) om de motor te starten. Gebruik de sleutel Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor voorzichtig om beschadiging van de HISS-onderdelen te Honda, haar erkende dealers en erkende reparateurs, voorkomen. werknemers, vertegenwoordigers en contractanten De sleutels niet buigen of geen onnodige kracht op de ●...
Pagina 301
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, Laat onmiddellijk een andere reservesleutel maken zodra u een sleutel bent verloren. bedieningselementen en andere functies Om een extra sleutel te laten maken en deze in uw HISS-systeem te registreren, moet u de reservesleutel, het sleutelplaatje en het voertuig naar uw dealer Contactschakelaar brengen.
Pagina 302
(2014/53/EU). worden dan 9.999,9. HISS De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) blokkeert radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op het ontstekingssysteem van de motor als een verkeerd het moment van aankoop. De conformiteitsverklaring moet gecodeerde sleutel wordt gebruikt om de motor te op een veilige plaats worden bewaard.
Pagina 303
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Audiosysteem Documentzakje EU-richtlijn Het instructieboekje, het registratiebewijs en het Dit audiosysteem voldoet aan de richtlijn verzekeringsbewijs kunnen in het plastic radioapparatuur (2014/53/EU). documentzakje onder het enkele zadel worden opgeborgen. P. 244 Ontstekingsblokkeringssysteem De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd Een hellingshoeksensor schakelt de motor en de op het moment van aankoop.
Pagina 304
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Assist Slipper-koppelingssysteem DRL, automatische helderheidsregeling en achtergrondinstelling NT1100A Helderheid van de omgeving wordt gedetecteerd door Het Assist Slipper-koppelingssysteem helpt voorkomen de fotocel. dat het achterwiel blokkeert wanneer de Beschadig of bedek de fotocel niet. snelheidsvermindering van het voertuig een sterk Anders werken de DRL, automatische motorremeffect veroorzaakt.
Pagina 305
Laat de motor, geluiddemper, remmen en andere hete Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de onderdelen afkoelen voor het reinigen. lange levensduur van uw Honda te garanderen. 1. Spoel uw voertuig grondig af met een tuinslang Potentiële problemen zijn gemakkelijker vast te stellen onder lage druk om los vuil te verwijderen.
Pagina 306
Onderhoud van uw voertuig 4. Smeer alle bewegende delen na het drogen van het Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Volg deze richtlijnen voor het wassen: voertuig. Gebruik geen hogedrukreinigers: Zorg ervoor dat u geen smeermiddel op de ● Hogedrukreinigers kunnen bewegende delen en remmen of banden morst.
Pagina 307
Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter: Aluminium onderdelen ● Water in het luchtfilter kan het starten van de Aluminium wordt aangetast door corrosie na contact motor verhinderen. met vuil, modder of wegenzout. Reinig aluminium Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 308
Onderhoud van uw voertuig Windscherm Uitlaatpijp en geluiddemper Gebruik veel water en reinig het windscherm met een De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij staal, zachte doek of spons. (Gebruik geen maar kunnen door modder of stof bevlekt worden. reinigingsmiddelen of chemische reinigers op het windscherm.) Wrijf droog met een zachte, schone Verwijder modder en stof bij voorkeur met een natte doek.
Pagina 309
Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Uw voertuig vervoeren Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te gebruik van een volledige voertuighoes. geschieden op een motorfietsaanhangwagen of een Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende dieplader of aanhangwagen met een laadvloer of een langere periode niet te rijden: hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen.
Pagina 310
U en het milieu U en het milieu Recycle afval Deponeer olie en ander giftig afval in goedgekeurde Het bezit van en rijden op een voertuig kan aangenaam containers en breng ze naar een recyclingcentrum. zijn, maar u moet een bijdrage leveren aan de Neem contact op met uw gemeente, overheid of bescherming van het milieu.
Pagina 311
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Pagina 312
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om emissie Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 313
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 314
Juridische informatie over Apple CarPlay/Android Auto Juridische informatie over ZIE HET PRIVACYBELEID VAN APPLE VOOR MEER INFORMATIE OVER HET GEBRUIK EN DE Apple CarPlay/Android Auto BEHANDELING VAN GEGEVENS DIE WORDEN GEÜPLOAD DOOR CARPLAY. VERKLARINGEN LICENTIE/ AANSPRAKELIJKHEID GEBRUIKERSHANDLEIDING HET GEBRUIK VAN APPLE CARPLAY IS ONDERHEVIG AAN UW INSTEMMING MET DE CARPLAY GEBRUIKSVOORWAARDEN DIE DEEL UITMAKEN VAN DE APPLE iOS GEBRUIKSVOORWAARDEN.
Pagina 315
Juridische informatie over Apple CarPlay/Android Auto GEBRUIK VAN ANDROID AUTO IS ONDERWORPEN ZIE HET PRIVACYBELEID VAN GOOGLE VOOR MEER AAN UW ACCEPTATIE VAN DE INFORMATIE OVER HET GEBRUIK EN DE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN ANDROID AUTO. BEHANDELING VAN GEGEVENS DOOR GOOGLE DIE DEZE MOETEN WORDEN GEACCEPTEERD ALS DE WORDEN GEÜPLOAD DOOR ANDROID AUTO.
Pagina 316
Juridische informatie over Apple CarPlay/Android Auto INFORMATIE OF ADVIES GEGEVEN DOOR HONDA OF GARANTIEDISCLAIMER; BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID EEN GEAUTORISEERDE VERTEGENWOORDIGER ZAL GEEN AANSPRAAK OP GARANTIE WAARBORGEN. ALS U ERKENT EN GAAT ER UITDRUKKELIJK MEE AKKOORD VOORBEELDEN, EN ZONDER BEPERKING, WIJST...
Pagina 317
ONDERHOUD, BEVEILIGINGSCORRECTIES, UPDATES (CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ENZ. DIENSTEN ZIJN MOGELIJK NIET BESCHIKBAAR IN ANDERSZINS) EN ZELFS ALS HONDA OP DE HOOGTE UW REGIO OF LOCATIE, ENZ. BOVENDIEN BEGRIJPT U IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DAT VERANDERINGEN IN DE TECHNOLOGIE VAN DERGELIJKE SCHADE.
Pagina 318
Software-upgrades Software-upgrades Upgrades Honda werkt voortdurend aan de dekking van de systeemsoftware. De software wordt bijgewerkt zodat deze geschikt is voor nieuwe versies. Neem contact op met uw dealer voor de software- updates.
Pagina 319
Specificaties Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Specificaties Tankinhoud 20,4 l Totale lengte 2240 mm YTZ14S Accu Totale breedte 865 mm 12 V-11,2 Ah (10 HR)/12 V-11,8 (20 HR) Hoogste stand 1525 mm NT1100A Totale hoogte Laagste stand 1360 mm 2,866 Wielbasis 1535 mm 1,888 Minimale bodemspeling...
Pagina 320
Specificaties Servicegegevens ■ Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- Aanbevolen serviceclassificatie SJ of hoger, met uitzondering van Voor 120/70ZR17M/C (58W) Bandenmaat motorolie olie die wordt aangeduid als "Energiebesparend" of Achter 180/55ZR17M/C (73W) "Hulpbronbesparend", SAE 10W-30, JASO T 903-norm MA Bandensoort Radiaal, tubeless...
Pagina 321
Specificaties Lampen ■ Aanbevolen Pro Honda HP-koelvloeistof koelvloeistof Koplamp Aanbevolen Smeermiddel voor aandrijfketting speciaal ontworpen smeermiddel voor voor O-ringkettingen. Indien niet beschikbaar, gebruik Remlicht/achterlicht aandrijfketting dan SAE 80 of 90 tandwielolie. Richtingaanwijzer voor/parkeerlicht Speling van 70 - 75 mm Richtingaanwijzer achter...
Pagina 322
Online Owner’s Manual https://www.hondamotopub.com/ 39MLF600 XXX.XXXX.XX.N 00X39-MLF-6000 PRINTED IN XXXXX...