Download Print deze pagina

Advertenties

CB650R
GEBRUIKERSHANDLEIDING

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda CB650R 2022

  • Pagina 1 CB650R GEBRUIKERSHANDLEIDING...
  • Pagina 2 Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
  • Pagina 3 De volgende codes in dit instructieboekje ● uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type CB650R ED.
  • Pagina 4 Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde opvolgt.
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 18 Onderhoud BLZ. 66 Verhelpen van storingen BLZ. 101 Informatie BLZ. 113 Specificaties BLZ. 131...
  • Pagina 6 Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 10 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 11 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 16 Accessoires en aanpassingen ......
  • Pagina 7 Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen goedgekeurde helm en beschermende kleding dragen. Draag duopassagiers op om zich aan de zadelriem of aan uw middel vast te houden, met u Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: mee te leunen tijdens het schuinleggen van de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
  • Pagina 8 Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral 's avonds, door heldere reflecterende kleding te Houd uw Honda in veilige staat dragen, te rijden op plaatsen waar andere Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier bestuurders u kunnen zien, uw richting aan te dat u het voertuig goed onderhoudt.
  • Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de contactschakelaar in de stand (Off) en Het laten draaien van de motor van uw controleer de staat van uw voertuig. Inspecteer op voertuig in een afgesloten of zelfs in vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan...
  • Pagina 10 Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
  • Pagina 11 Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
  • Pagina 12 Waarschuwingslabels STICKER RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage.
  • Pagina 13 Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE EN AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 250 kPa (2,50 kgf/cm Achter 290 kPa (2,90 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 25 - 35 mm VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw...
  • Pagina 14 Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Helm Moet voldoen aan de veiligheidsnorm, duidelijk Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het zichtbaar zijn en de juiste afmetingen voor uw ● stuur en uw voeten op de voetsteunen. hoofd hebben Passagiers moeten zich aan de zadelriem of De motorhelm moet comfortabel passen en ●...
  • Pagina 15 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Handschoenen Leren handschoenen met volledige vingers en een voor het rijden hoge slijtweerstand Motorlaarzen of -schoenen Inrijperiode Stevige motorlaarzen met antislipzolen en Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om enkelbeschermers de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Motorjas en -broek uw voertuig te waarborgen.
  • Pagina 16 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) Remmen Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Neem de volgende richtlijnen in acht: (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● remmen blokkeren tijdens abrupt remmen. terugschakelen.
  • Pagina 17 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Remmen op de motor Parkeren Remmen op de motor helpt om de snelheid van Parkeer op een stevige, horizontale ● uw voertuig te verminderen wanneer u gas ondergrond. mindert. Schakel terug naar een lagere versnelling Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
  • Pagina 18 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard Richtlijnen voor tanken en brandstof Zet de motor uit. Volg deze richtlijnen om de motor, het Klap de zijstandaard omlaag. brandstofsysteem en de katalysator te Laat het voertuig langzaam naar links leunen beschermen: totdat het volle gewicht op de zijstandaard Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
  • Pagina 19 Torque Control biedt mogelijk geen compensatie Honda Selectable Torque Control voor een ruw wegdek of snelle bediening van de Als de Honda Selectable Torque Control wielspin gashendel. Houd altijd rekening met de weg- en van het achterwiel detecteert tijdens acceleratie, weersomstandigheden en uw vaardigheden en wordt het koppel naar het achterwiel verlaagd.
  • Pagina 20 Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit instructie- aan te brengen.
  • Pagina 21 Beladen Beladen WAARSCHUWING Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● Overbelasting of verkeerd beladen kan op het rijgedrag, het remgedrag en de een ongeval veroorzaken waarbij u stabiliteit van uw voertuig. ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
  • Pagina 22 Locatie van onderdelen Accu (BLZ.83) Zekeringkast (BLZ.112) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.90) Voorremhendel (BLZ.99) Gashendel (BLZ.98) Remvloeistofreservoir van achterrem (BLZ.90) Motorolievuldop/peilstok (BLZ.86) Koelvloeistofexpansiereservoir (BLZ.88) Achterrempedaal Remlichtschakelaar (BLZ.92) Datalinkstekker...
  • Pagina 23 Koppelingshendel (BLZ.95) Brandstofvuldop (BLZ.61) Bestuurderszadel (BLZ.84) Helmhouder (BLZ.64) Gereedschapsset (BLZ.64) Duozadel (BLZ.85) Documentzakje (BLZ.65) USB-aansluiting (BLZ.62) Stelbout veervoorspanning van achtervering (BLZ.100) Aandrijfketting (BLZ.94) Schakelhendel (BLZ.58) Zijstandaard (BLZ.93)
  • Pagina 24 Instrumenten -toets -toets Displaycontrole Als de contactschakelaar op (On) wordt gezet, wordt de opstartanimatie getoond. Als een deel van deze displays niet wordt weergegeven zoals het hoort, laat dan uw dealer controleren op problemen.
  • Pagina 25 Rode zone toerenteller Klok (12-uurs- or 24-uursweergave) (te hoog motortoerentalbereik) Klok instellen: (BLZ.33) Snelheidsmeter Sectie B van display (BLZ.27) Sectie A van display (BLZ.23) Versnellingsstandindicator De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator. "-" verschijnt wanneer niet goed in een versnelling is geschakeld. Toerenteller LET OP Laat de motor niet draaien met de toerenteller in de rode...
  • Pagina 26 Instrumenten (Vervolg) Koelvloeistoftemperatuurmeter Wanneer de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan de limiet, gaat segment H knipperen. Als segment H knippert tijdens het rijden: (BLZ.103) Als het controlelampje van de koelvloeistoftemperatuurmeter knippert: (BLZ.109) Brandstofmeter Resterende brandstof wanneer alleen het 1e segment (E) gaat knipperen: ongeveer 3,2 L Als de indicator van de brandstofniveaumeter knippert of uitgaat:...
  • Pagina 27 Weergave van sectie A wijzigen Sectie A van display Met de -toets kunt u sectie A van het display U kunt het volgende selecteren: wisselen tussen het huidige brandstofverbruik, het Huidig brandstofverbruik ● gemiddelde brandstofverbruik, het brandstofverbruik, Gemiddeld brandstofverbruik [AVG] ●...
  • Pagina 28 Instrumenten (Vervolg) Huidig brandstofverbruik Gemiddeld brandstofverbruik [AVG] Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds Toont het huidige brandstofverbruik. het terugstellen van de geselecteerde ritteller. Het gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 L/100km (km/L, op basis van de waarde die wordt weergegeven op mile/gal of mile/L) de geselecteerde ritteller (A of B).
  • Pagina 29 Brandstofverbruik Gemiddelde snelheid [AVG] Toont het brandstofverbruik sinds het Toont de gemiddelde snelheid sinds het terugstellen van de geselecteerde ritteller. terugstellen van de geselecteerde ritteller. Het brandstofverbruik wordt berekend op basis De gemiddelde snelheid wordt berekend op basis van de waarde die wordt weergegeven op de van de waarde die wordt weergegeven op de geselecteerde ritteller (A of B).
  • Pagina 30 Instrumenten (Vervolg) Als "---" wordt weergegeven in andere dan de Reservebrandstofverbruik [RES] bovenvermelde gevallen, ga dan naar uw dealer Geeft het brandstofverbruik weer sinds het 1e voor onderhoud. segment (E) van de brandstofniveaumeter is De gemiddelde snelheid terugstellen: gaan knipperen. Wanneer het 1e segment (E) van de (BLZ.29) brandstofniveaumeter begint te knipperen,...
  • Pagina 31 Sectie B van display Weergave van sectie B wijzigen U kunt het volgende selecteren: Met de -toets kunt u sectie B van het Kilometerteller [TOTAL] display wisselen tussen de kilometerteller, ● Ritteller [TRIP A/B] ritteller A, ritteller B, numerieke toerenteller en ●...
  • Pagina 32 Instrumenten (Vervolg) Kilometerteller [TOTAL] Reserve-ritteller [RES] Totale afgelegde afstand. Afgelegde afstand nadat het 1e segment (E) van Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar de brandstofniveaumeter ging knipperen. uw dealer voor onderhoud. Wanneer het 1e segment (E) van de brandstofniveaumeter begint te knipperen, worden de kilometerteller, rittellers of Ritteller [TRIP A/B] numerieke toerenteller omgeschakeld naar de...
  • Pagina 33 Wanneer deze zijn teruggesteld, tonen alle meters de Ritteller [TRIP A/B], gemiddelde teruggestelde waarde. Het display keert vervolgens brandstofverbruik [AVG], terug naar de laatst geselecteerde weergave. brandstofverbruik, gemiddelde snelheid Bovendien worden ritteller A, het gemiddelde [AVG] en verstreken tijd terugstellen brandstofverbruik, het brandstofverbruik, de Om de ritteller A, het gemiddelde brandstofverbruik gemiddelde snelheid en de verstreken tijd...
  • Pagina 34 Instrumenten (Vervolg) Om de ritteller B, het gemiddelde brandstofver- Wanneer deze zijn teruggesteld, tonen alle bruik B, het brandstofverbruik B, de gemiddelde meters de teruggestelde waarde. Het display snelheid B en de verstreken tijd B (die zijn geba- keert vervolgens terug naar de laatst seerd op ritteller B) samen terug te stellen, geselecteerde weergave.
  • Pagina 35 Weergave instellen Instelmodus B Instelmodus A De volgende items kunnen sequentieel worden De volgende items kunnen sequentieel worden gewijzigd. (BLZ.37) gewijzigd. • Toerentalindicator instellen (BLZ.32) • Tijdsindeling instellen Instelling toerental Instelling toerentalinterval • Klok instellen Instelling helderheid • Helderheid achtergrondverlichting instellen •...
  • Pagina 36 Instrumenten (Vervolg) Instelmodus A Normale weergave Als er ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, wordt de bediening automatisch Instelmodus A omgeschakeld van de instelmodus naar de Tijdsindeling instellen normale weergave. Klok instellen Als er gedurende ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, worden items Helderheid achtergrondverlichting instellen waarvoor de instelling aan de gang is...
  • Pagina 37 1 Tijdsindeling instellen: 2 Klok instellen: U kunt de tijdsindeling omschakelen tussen Druk op de -toets totdat het gewenste uur 12-uursindeling en 24-uursindeling. wordt weergegeven. Houd de -toets ingedrukt om de uren Zet de contactschakelaar in de stand (On). versneld vooruit te laten gaan. Houd de - en -toetsen ingedrukt tot...
  • Pagina 38 Instrumenten (Vervolg) 3 Helderheid achtergrondverlichting Druk op de -toets totdat de gewenste instellen: minuten worden weergegeven. Houd de -toets ingedrukt om de U kunt een van de vijf helderheidsniveaus minuten versneld vooruit te laten gaan. instellen. Druk op de -toets. Het helderheidsniveau wordt omgeschakeld.
  • Pagina 39 4 Automatische resetmodus in-/ 5 HISS-controlelampje instellen: uitschakelen voor ritteller A, gemiddeld Druk op de -toets om " " (knippert) of brandstofverbruik, brandstofverbruik, " " (uit) te selecteren in de HISS- gemiddelde snelheid en verstreken tijd: resetmodus. U kunt de automatische resetmodus in- of uitschakelen door te tanken nadat het 1e segment (E) van de brandstofniveaumeter begint te knipperen.
  • Pagina 40 Instrumenten (Vervolg) 6 Eenheid van snelheid en afgelegde 7 Eenheid van brandstofverbruikmeter afstand wijzigen: wijzigen: Wanneer de eenheden "km/h" voor snelheid en Druk op de -toets om "km/h" en "km" of "km" voor afstand zijn geselecteerd "mph" en "mile" te selecteren. Druk op de -toets om "L/100km"...
  • Pagina 41 Instelmodus B Normale weergave Als er ongeveer 30 seconden niet op de toetsen wordt gedrukt, wordt de bediening automatisch Instelmodus B omgeschakeld van de instelmodus naar de Toerentalindicator instellen normale weergave. Instelling toerental Als er gedurende ongeveer 30 seconden niet Instelling toerentalinterval op de toetsen wordt gedrukt, worden items waarvoor de instelling aan de gang is...
  • Pagina 42 Instrumenten (Vervolg) 1 Toerentalindicator instellen: Als u wilt overschakelen naar instelmodus B, U kunt de instelling van de toerentalindicator draait u de contactschakelaar in de stand (On) wijzigen. en drukt u tegelijkertijd op de -toets tot de opstartinformatie is afgelopen. Het display De toerenindicator knippert tijdens het instellen.
  • Pagina 43 Telkens als de -toets wordt ingedrukt, wordt Toerenteller Numerieke de instelwaarde van "het toerental waarbij de toerenteller toerenindicator het snelst knippert" verhoogd met één segment (250 r/min (omw/min)). Wanneer de instelwaarde van het "toerental waarbij de toerenindicator het snelst knippert" hoger is dan 12.500 r/min (omw/min) gaat de instelwaarde van het "toerental waarbij de toerenindicator het snelst knippert"...
  • Pagina 44 Instrumenten (Vervolg) Druk op de -toets. Het "toerental waarbij Telkens als de -toets wordt ingedrukt, de toerenindicator het snelst knippert" is wordt het "intervaltoerental waarbij de ingesteld en het display schakelt over naar het toerenindicator knippert" als volgt verhoogd: instellen van het "toerentalinterval waarbij de 250 r/min (omw/min), 500 r/min (omw/min), toerenindicator knippert".
  • Pagina 45 Druk op de -toets. Het "toerentalinterval Voorbeeld: Toerental waarbij de toerenindicator waarbij de toerenindicator knippert", is het snelst knippert: 12.500 r/min ingesteld en het display schakelt over naar het (omw/min) aanpassen van de helderheid van de Intervaltoerental waarbij de toerenindicator. toerenindicator knippert: 250 r/min De toerentalindicator schakelt over van (omw/min)
  • Pagina 46 Instrumenten (Vervolg) 2 Weergavemodus van toerenteller Druk op de -toets. Het helderheidsniveau wijzigen: wordt omgeschakeld. U kunt vijf helderheidsniveaus instellen. U kunt de weergavemodus van de toerenteller wijzigen. Druk op de -toets om de weergavemodus van de toerenteller te wijzigen. Druk op de -toets.
  • Pagina 47 Standaardweergave Standaardweergave Weergave Geeft het motortoerental op het staafsegment piekwaarde van de toerenteller weer. Weergave piekwaarde Geeft het motortoerental op het staafsegment van de toerenteller en de piekwaarde weer. Staafsegment van Segment voor de toerenteller piekwaarde Vervolg...
  • Pagina 48 Instrumenten (Vervolg) Het segment voor de piekwaarde toont tijdelijk het maximale motortoerental. Voorbeeld: Motortoerental 10.000 r/min (omw/min) Standaardweergave Weergave piekwaarde Staafsegment van Segment voor de toerenteller piekwaarde...
  • Pagina 50 Controlelampjes Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Richtingaanwijzer links Richtingaanwijzer rechts...
  • Pagina 51 Indicator Torque Control Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Gaat uit als u ● ongeveer 5 km/h rijdt om aan te geven dat Torque Control klaar is voor gebruik. Knippert als Torque Control in werking is. ●...
  • Pagina 52 Controlelampjes (Vervolg) Toerentalindicator (BLZ.50)
  • Pagina 53 Oliedrukcontrolelampje Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ● Gaat uit na het starten van de motor. ● Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.104) PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als het gaat branden of knippert terwijl de motor draait: (BLZ.105) HISS-controlelampje...
  • Pagina 54 Controlelampjes (Vervolg) Toerentalindicator Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. ● Oorspronkelijke instelling Toerental waarbij de toerenindicator het snelst knippert: 12.500 r/min (omw/min) Intervaltoerental waarbij de toerenindicator knippert: 250 r/min (omw/min) Toerenintaldicator omw/min (rpm) Knipperen 12.000 r/min (omw/min) Snel knipperen 12.250 r/min (omw/min)
  • Pagina 56 Schakelaars Motorstopschakelaar Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) (de startmotor werkt niet) om de motor te stoppen. Startknop Alarmknipperlichtschakelaar Kan op uit of aan worden gezet Claxonknop wanneer de contactschakelaar in Richtingaanwijzerschakelaar de stand (On) staat.
  • Pagina 57 Contactschakelaar (On) Schakelt het elektrische systeem Schakelt het elektrische systeem in/uit, in voor het starten/rijden. vergrendelt het stuur. (Off) De sleutel kan in de stand (Off) of Schakelt de motor uit. (Lock) worden verwijderd. (Lock) Vergrendelt het stuur. Vervolg...
  • Pagina 58 Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Contactsleutel Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om diefstal te voorkomen. Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars wordt ook aanbevolen. Vergrendelen Draai het stuur volledig naar links. Duwen Draaien Duw de sleutel omlaag en zet de contactschakelaar in de stand (Lock).
  • Pagina 59 Honda Selectable Torque Control Torque Control (regeling van motorvermogen) Torque Control aan en uit kan worden in-/uitgeschakeld. U kunt Torque Control in- en uitschakelen door Bedien de Torque Control-schakelaar niet de Torque Control-schakelaar ingedrukt te tijdens het rijden. houden. Breng het voertuig eerst tot stilstand en Torque Control- schakel de Torque Control in of uit.
  • Pagina 60 Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar in de ongeacht of de motor koud of warm is. stand (Run) staat. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Zet de versnellingsbak in de neutraalstand -controlelampje gaat branden).
  • Pagina 61 Als de motor niet start: a Open de gashendel volledig en druk gedurende 5 seconden op de startknop. b Herhaal de normale startprocedure. c Als de motor start en het stationair toerental instabiel is, moet u de gashendel een klein beetje openen.
  • Pagina 62 Schakelen De transmissie van uw voertuig is uitgerust met 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon van één omlaag, vijf omhoog. Als u het voertuig in de versnelling zet met een omlaag geklapte zijstandaard, wordt de motor uitgeschakeld.
  • Pagina 63 Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld maatregelen treffen om een mogelijke botsing wanneer het systeem detecteert dat u hard met uw voertuig te voorkomen. remt bij een snelheid van ongeveer 50 km/h of Het noodstopsignaal stopt met werken als: hoger om achteropkomende bestuurders via U de remmen loslaat.
  • Pagina 64 Noodstopsignaal (Vervolg) Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt.
  • Pagina 65 Tanken Brandstofvuldop openen Brandstofvulopening Open de afdekkap van het slot, steek de Contactsleutel contactsleutel in het slot en draai deze naar rechts om de brandstofvuldop te openen. Brandstofvuldop sluiten Druk na het tanken op de brandstofvuldop tot deze vastklikt. Verwijder de contactsleutel en sluit de Afdekkap van slot afdekkap van het slot.
  • Pagina 66 BLZ. 84 Sluit een gecertificeerde USB-kabel aan op de Het gebruik van USB-apparaten is op eigen aansluiting. risico. Honda kan in geen geval aansprakelijk USB-aansluiting worden gesteld voor beschadiging van uw USB-apparaat tijdens het gebruik. Alleen USB-apparaten met de volgende specificaties kunnen worden aangesloten.
  • Pagina 67 Laat de motor draaien terwijl u stroom gebruikt via de aansluiting om te voorkomen dat de accu zwakker wordt (of leegloopt). Houd de aansluiting vrij van vreemde voorwerpen of water. Zet alle aangesloten apparaten goed vast, omdat trillingen kunnen leiden tot beschadiging of onverwacht verschuiven van de apparaten.
  • Pagina 68 Opberguitrusting Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het Helmhouder en gereedschapsset parkeren. De helmhouder bevindt zich onder het enkele zadel. De gereedschapsset en de helmbevestigingskabel (in de Duozadel demonteren (BLZ.85) gereedschapsset) bevinden zich onder het duozadel. WAARSCHUWING Helmbevestigingskabel Rijden met een helm die aan de houder Gereedschapsset is bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw voertuig en...
  • Pagina 69 Documentzakje en sjorhaken voor bagage Het documentzakje en de sjorhaken voor bagage bevinden zich aan de onderkant van het duozadel. Sjorhaken voor bagage Sjorhaken voor bagage Documentzakje Gebruik de sjorhaken nooit om het voertuig te slepen of op te tillen. Duozadel demonteren (BLZ.85)
  • Pagina 70 Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. BLZ. 67 BLZ. 98 Het belang van onderhoud ......Gashendel ............BLZ. 68 BLZ. 99 Onderhoudsschema .......... Andere afstellingen ........... BLZ. 71 BLZ.
  • Pagina 71 Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u Het goed onderhouden van uw voertuig is onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de absoluut essentieel voor uw veiligheid en het benodigde gereedschappen, onderdelen en beschermen van uw investering, optimale vaardigheden beschikt.
  • Pagina 72 Honda door geschoolde en bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met vereisten. Het bijhouden van een nauwkeurig uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van onderhoudsrapport zorgt ervoor dat uw voertuig het periodieke onderhoud.
  • Pagina 73 Smeren De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding Vervangen van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen. Vervolg...
  • Pagina 74 Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 71 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering Moeren, bouten,...
  • Pagina 75 Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk en de remblokken op slijtage BLZ. 90, om een controle voor het rijden uit te voeren en alle BLZ.
  • Pagina 76 Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Kleurenlabel Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. MODEL WAARSCHUWING KLEUR Het monteren van andere onderdelen...
  • Pagina 77 Standaardonderhoud Elektrolyt spat in de ogen: Accu ● Spoel uw ogen herhaaldelijk met koud Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije accu. U water gedurende minimaal 15 minuten. Het hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en gebruik van water onder druk kan schade geen gedistilleerd water toe te voegen.
  • Pagina 78 BLZ. 83 Het monteren van elektrische accessoires van Als de polen door corrosie zijn aangetast en andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische met een witte aanslag zijn bedekt, moeten ze systeem overbelasten, de accu doen ontladen en met warm water worden gewassen en mogelijk het systeem beschadigen.
  • Pagina 79 Doorgebrande Motorolie kiezen zekering Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. BLZ. 132 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: LET OP JASO T 903-norm : MA ●...
  • Pagina 80 Gebruik SJ of Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en hogere olie, met uitzondering van olie aangeduid reinig het oppervlak grondig. als "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" op het ronde API-servicesymbool. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig Niet aanbevolen Aanbevolen...
  • Pagina 81 Standaardonderhoud Aandrijfketting LET OP Het gebruik van een nieuwe ketting met versleten De aandrijfketting moet regelmatig worden kettingwielen veroorzaakt snelle slijtage van de gecontroleerd en gesmeerd. Controleer de ketting. aandrijfketting vaker als u vaak op slechte wegdekken rijdt, of met een hoge snelheid rijdt, of Reiniging en smering herhaaldelijk snel accelereert.
  • Pagina 82 Standaardonderhoud Aanbevolen koelvloeistof Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd water. Concentratie: 50% antivriesmiddel en 50% gedistilleerd water Gebruik geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, Een concentratie van antivriesmiddel van minder staalborstel, vluchtig oplosmiddel zoals benzine en dan 40% biedt onvoldoende bescherming tegen wasbenzine, schurend reinigingsmiddel, roestvorming en koude temperaturen.
  • Pagina 83 Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op sneden, scheuren of Controleer uw banden met het blote oog en ge- barsten die de bruik een bandenspanningsmeter om de banden- koordlaag van de band spanning ten minste één keer per maand te meten zichtbaar maken of of wanneer u constateert dat de bandenspanning spijkers of andere...
  • Pagina 84 Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u Om veilig te kunnen rijden moet u de banden vervangen wanneer de minimale profieldiepte is ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 85 Laat het wiel, na montage van de band, balan- ● type en formaat, zoals aanbevolen in dit ceren met originele wielbalanceergewichten instructieboekje. van Honda of gelijkwaardig. Installeer geen binnenband in een tubeless ● band op dit voertuig. De binnenband kan extreem heet worden en klappen.
  • Pagina 86 Gereedschap De gereedschapsset wordt onder het duozadel opgeborgen. BLZ. 85 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. Stiftsleutel ● 10 × 14 mm steeksleutel ● Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ● Verlengstaaf ●...
  • Pagina 87 Demontage en montage van onderdelen Accu Demontage Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de stand (Off) staat. Pluspool Verwijder het bestuurderszadel. BLZ. 84 Rubberen Verwijder de rubberen band. band Koppel de minpool - los van de accu. Koppel de pluspool + los van de accu. Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen.
  • Pagina 88 Demontage en montage van onderdelen Bestuurderszadel Bestuurderszadel Montage Monteer het bestuurderszadel terwijl u de Bestuurderszadel Bevestigingsbouten nokken in de uitsparingen laat vallen. Breng de bevestigingsbouten aan. Draai de montagebouten stevig vast. Borgclip Controleer of het zadel goed is vergrendeld door het lichtjes omhoog te trekken.
  • Pagina 89 Demontage en montage van onderdelen Duozadel Duozadel Montage Steek de borgclips in de uitsparingen. Lipjes Duw het achterste gedeelte van het Duozadel duozadel omlaag. Controleer of het zadel goed is vergrendeld door het lichtjes omhoog te Zadelslot trekken. Het zadel word automatisch vergrendeld bij het sluiten.
  • Pagina 90 Motorolie Motorolie controleren Olievuldop/peilstok Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en Bovenste wacht 2 tot 3 minuten. niveau Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en horizontale ondergrond.
  • Pagina 91 Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Plaats de olievuldop/peilstok terug en draai stevig vast. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij LET OP het onderste merkstreepje bevindt, moet u Het te vol vullen met olie of het rijden met de aanbevolen motorolie bijvullen. BLZ.
  • Pagina 92 Koelvloeistof Koelvloeistof controleren UPPER-niveau Controleer het koelvloeistofpeil in het expansiereservoir terwijl de motor koud is. Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. Houd uw voertuig rechtop. Controleer of het koelvloeistofniveau zich tussen het UPPER- en LOWER-merk- streepje in het expansiereservoir bevindt. LOWER-niveau Expansiereservoir Als het koelvloeistofpeil zichtbaar daalt of het...
  • Pagina 93 Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Verwijder de dop van het expansiereservoir Dop van expansiereservoir en voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloei- stofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER- merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het UPPER-niveau expansiereservoir terechtkomen.
  • Pagina 94 Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in een reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt of Plaats uw voertuig rechtop op een stevige de speling van de remhendel en het en horizontale ondergrond. rempedaal buitensporig is. Controleer of de dop van het Voor Als de remblokken niet zijn versleten, is er...
  • Pagina 95 Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor voorkant van de remklauw. Inspecteer altijd zowel de linker- als Controleer de staat van de remblokslijtage- rechterremklauw. indicatoren. Inspecteer de remblokken vanaf De remblokken moeten worden Achter Voor de rechter achterzijde van het voertuig. vervangen als een remblok tot aan de Laat de remblokken indien nodig door uw onderkant van de indicator versleten is.
  • Pagina 96 Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar Stelmoer Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Trek het onderste deel van het rubber omhoog. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt.
  • Pagina 97 Zijstandaard Zijstandaard controleren Controleer of de zijstandaard soepel werkt. Als de zijstandaard stijf is of piept, reinig dan de scharnierzone en smeer de scharnierbout met schoon vet. Controleer de veer op beschadiging of uitrekking. Ga op het voertuig zitten, zet de transmissie in neutraal en klap de zijstandaard omhoog.
  • Pagina 98 Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Aandrijfketting Controleer de speling van de aandrijfketting op verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen. Laat de ketting door uw dealer inspecteren. Zet de transmissie in de neutraalstand.
  • Pagina 99 Koppeling Koppeling controleren Controleer de koppelingskabel op knikken of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien nodig door uw dealer vervangen. Speling van koppelingshendel Smeer de koppelingskabel met een in de controleren handel verkrijgbaar kabelsmeermiddel om Controleer de speling van de voortijdige slijtage en corrosie te voorkomen.
  • Pagina 100 Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Speling van koppelingshendel Bovenste versteller van afstellen koppelingskabel Bovenste versteller Probeer de koppelingskabel eerst af te stellen met de bovenste versteller. Draai de bovenste borgmoer los. Draai aan de bovenste versteller van de koppelingskabel totdat de speling is afgesteld op 10 - 20 mm.
  • Pagina 101 Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Onderste stelmoer Start de motor, trek de koppelingshendel in en zet de transmissie in de versnelling. Als de bovenste versteller van de De motor mag niet afslaan en het koppelingskabel bijna volledig is uitgedraaid voertuig mag niet kruipen. Laat de of de juiste speling niet kan worden bereikt, koppelingshendel geleidelijk los en geef probeer dan de koppelingskabel af te stellen...
  • Pagina 102 Gashendel Gashendel controleren Speling Flens Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
  • Pagina 103 Andere afstellingen Remhendel afstellen Controleer na het afstellen of de hendel juist werkt voordat u gaat rijden. U kunt de afstand tussen het uiteinde van de LET OP remhendel en de stuurgreep afstellen. Draai de versteller niet voorbij zijn eigen limiet. Afstelmethode Versteller Draai de versteller tot de getallen zijn...
  • Pagina 104 Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Verlengstaaf 2 34 56 7 Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai de stelbout met behulp van de stiftsleutel en verlengstaaf uit de Versteller gereedschapsset ( BLZ.
  • Pagina 105 Verhelpen van storingen De motor start niet (HISS-controlelampje blijft Storingsaanduiding BLZ. 102 BLZ. 108 branden)............brandstofniveaumeter........Oververhitting (segment H knippert in de Storingsaanduiding BLZ. 103 BLZ. 109 koelvloeistoftemperatuurmeter) ....koelvloeistoftemperatuurmeter ....BLZ. 110 Waarschuwingslampjes branden of Lekke band ............BLZ. 104 BLZ.
  • Pagina 106 De motor start niet (HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of er geen metalen afdichtingen of stickers op de sleutel motor start niet aanwezig zijn. Laat uw voertuig door uw dealer Controleer het volgende: inspecteren als het HISS-controlelampje Controleer de juiste startvolgorde van de ●...
  • Pagina 107 Oververhitting (segment H knippert in de koelvloeistoftemperatuurmeter) De motor is oververhit wanneer zich het Als de ventilator niet werkt: volgende voordoet: Ga uit van een defect. Start de motor niet. Het segment H van de Breng uw voertuig naar uw dealer. ●...
  • Pagina 108 Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden op een lekkage of ander serieus probleem met uw voertuig. Laat uw voertuig Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, door uw dealer inspecteren. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
  • Pagina 109 Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingslampje Wat te doen als het storingslampje knippert (elektronisch geregelde Parkeer het voertuig op een veilige plaats en brandstofinspuiting) (MIL) uit de buurt van brandbare voorwerpen en wacht ten minste 10 minuten met stilstaande motor tot deze is afgekoeld.
  • Pagina 110 Waarschuwingslampjes branden of knipperen ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) ABS-controlelampje Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een (antiblokkeersysteem) standaardsysteem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als de indicator op een van de volgende manieren werkt, is er mogelijk een ernstig Het ABS-controlelampje kan gaan knipperen defect in het ABS.
  • Pagina 111 Waarschuwingslampjes branden of knipperen Indicator Torque Control Indicator Torque Control Zelfs wanneer de Torque Control-indicator brandt, is het rijvermogen van uw voertuig normaal maar zonder de Torque Control- Als de indicator op een van de volgende functie. manieren werkt, is er mogelijk een ernstig Als de indicator gaat branden terwijl defect in het Torque Control-systeem.
  • Pagina 112 Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofniveaumeter In geval van een defect van het brandstofsysteem zien de indicatoren van de brandstofniveaumeter eruit zoals getoond in de afbeeldingen. Ga in deze gevallen zo snel mogelijk naar uw dealer.
  • Pagina 113 Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter Storingsaanduiding koelvloeistoftemperatuurmeter In geval van een defect van het koelsysteem gaan alle segmenten knipperen zoals getoond op de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
  • Pagina 114 Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw voertuig met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
  • Pagina 115 Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van het voertuig zijn LED's. Als motorfietsen. een LED niet gaat branden, neem dan Haal de accu uit het voertuig voor het contact op met uw dealer voor onderhoud.
  • Pagina 116 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Zeke- ring- trekker Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 75 Type RU, II RU Reservezekeringen Afdekkap Label zekeringkast BLZ. 127 zekering- kast Zekeringen in zekeringkast Verwijder het bestuurderszadel. BLZ.
  • Pagina 117 Informatie BLZ. 114 Onderhoudsdiagnoserecorders....BLZ. 114 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 115 functies............. BLZ. 118 Onderhoud van uw voertuig......BLZ. 121 Uw voertuig stallen ......... BLZ. 122 Uw voertuig vervoeren........BLZ. 123 U en het milieu ..........BLZ. 124 Serienummers...........
  • Pagina 118 Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor Langdurige blootstelling aan zonlicht of hoge ● Honda, haar erkende dealers en erkende temperaturen vermijden. reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en De sleutels niet slijpen of doorboren of de vorm ●...
  • Pagina 119 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, bedieningsele- Laat onmiddellijk een andere reservesleutel maken zodra u een sleutel bent verloren. menten en andere functies Om een extra sleutel te laten maken en deze in uw Contactschakelaar HISS-systeem te registreren, moet u de reservesleutel, het sleutelplaatje en het voertuig Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat naar uw dealer brengen.
  • Pagina 120 De rittellers springen weer op 0.0 wanneer ze radioapparatuur (2014/53/EU). hoger worden dan 9.999,9. HISS Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn blokkeert het ontstekingssysteem van de motor als radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op een verkeerd gecodeerde sleutel wordt gebruikt het moment van aankoop.
  • Pagina 121 Instrumenten, bedieningselementen en andere functies omvalt. Om de sensor te resetten moet u de Alleen Zuid-Afrika Alleen Singapore contactschakelaar in de stand (Off) zetten en vervolgens weer in de stand (On), om de motor opnieuw te kunnen starten. Assist Slipper-koppelingssysteem Het Assist Slipper-koppelingssysteem helpt Alleen Marokko voorkomen dat het achterwiel blokkeert wanneer...
  • Pagina 122 Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de Smeer alle bewegende delen na het drogen lange levensduur van uw Honda te garanderen. Potenti- van het voertuig. ele problemen zijn gemakkelijker vast te stellen op een Zorg ervoor dat u geen smeermiddel op schoon voertuig.
  • Pagina 123 Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter: Voorzorgsmaatregelen voor het wassen ● Water in het luchtfilter kan het starten van Volg deze richtlijnen voor het wassen: de motor verhinderen. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
  • Pagina 124 Onderhoud van uw voertuig Aluminium componenten Uitlaatpijp en geluiddemper Aluminium wordt aangetast door corrosie na De uitlaatpijp en geluiddemper zijn van roestvrij contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig staal, maar kunnen door modder of stof bevlekt aluminium onderdelen regelmatig en volg deze worden.
  • Pagina 125 Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Gebruik geen in de handel verkrijgbare schuurpasta voor de keuken wanneer de uitlaatpijp en geluiddemper zijn gelakt. Gebruik een neutraal Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het reinigingsmiddel om het gelakte oppervlak van de gebruik van een volledige voertuighoes.
  • Pagina 126 Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren Controleer alle onderhoudsonderdelen die door het onderhoudsschema worden voorgeschreven wanneer u uw voertuig uit de stalling haalt. Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhanger of een dieplader of aanhanger met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen.
  • Pagina 127 U en het milieu U en het milieu koelvloeistof en oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen bevatten vergif dat vuilnisophalers letsel kan toebrengen en Het bezit van en rijden op een voertuig kan aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren drinkwater, meren, rivieren en oceanen kan aan de bescherming van het milieu.
  • Pagina 128 Serienummers Serienummers Framenummer De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
  • Pagina 129 Andere labels en platen Andere labels en platen Type RU, II RU Kentekenplaat a VIN (voertuigidentificatienummer) b Geluidsniveau dB (A) bij c Motortoerental omw/min. Oplaadlabel Deze accu is gevuld met zuur. Als de gestabiliseerde spanning in het onderbroken circuit lager is dan 12,4 V moet de accu worden opgeladen.
  • Pagina 130 Andere labels en platen Afdekplaatje hoofdremcilinder Voor WAARSCHUWING GEBRUIK UITSLUITEND DOT4-REMVLOEISTOF UIT EEN VERZEGELDE CONTAINER. Achter REINIG DE VULDOP VOORDAT U DEZE VERWIJDERT.
  • Pagina 131 Andere labels en platen Label zekeringkast a METER/CLAXON/ACHTERLICHT/ f VENTILATOR k RELAIS RICHTINGAANWIJZER g BRANDSTOF l RELAIS b MOTORSTOP h HOOFD m RELAIS c KOPLAMP i ABS-MOTOR n FI d OP j FSR o KLOK e ABS HOOFD Vervolg...
  • Pagina 132 Andere labels en platen Label acceleratiegeluid Naam fabricagelocatie Informatie geluidstest bij stationair Geluidswaarde Motortoerental Informatie acceleratietest Geluidswaarde Voertuigsnelheid aan het begin van de acceleratieperiode. Versnelling of, bij voertuigen die zijn getest met niet-vergrendelde overbrengingsverhoudingen, de voor de test gekozen stand van de versnellingsschakelaar.
  • Pagina 133 Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
  • Pagina 134 Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
  • Pagina 135 Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 649 cm Totale lengte 2.120 mm Boring x slag 67,0 x 46,0 mm Totale breedte 780 mm Compressie- 11,6 : 1 verhouding Totale hoogte 1.075 mm Loodvrije benzine Wielbasis 1.450 mm Brandstof Aanbevolen: 91 RON of hoger Minimale bodemspeling 150 mm Alcoholhoudende...
  • Pagina 136 Bougieafstand (niet-verstelbaar) 0,8 - 0,9 mm Standaard Stationair toerental 1.250 ± 100 omw/min Aant. aandrijfketting Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API-serviceclassifi- schakels Aanbevolen catie SJ of hoger, met uitzondering van olie die wordt Aandrijfkettingwiel Standaard aangeduid als "Energiebesparend" of "Hulpbronbespa- motorolie kettingwielmaat rend", SAE 10W-30, JASO T 903-norm MA...
  • Pagina 137 Specificaties Lampen ■ Koplamp Remlicht/achterlicht Richtingaanwijzer voor/ parkeerlicht Richtingaanwijzer achter Kentekenplaatverlichting Zekeringen ■ Hoofdzekering 30 A Andere zekering 30 A, 20 A, 15 A, 10 A, 7,5 A...
  • Pagina 138 Online Gebruikershandleiding https://www.hondamotopub.com/ 39MKYH10 XXX.XXXX.XX.P 00X39-MKY-H100 GEDRUKT IN XXXXX...