Download Print deze pagina

Advertenties

VISION 110 (NSC110)
GEBRUIKERSHANDLEIDING

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Honda VISION 110 2022

  • Pagina 1 VISION 110 (NSC110) GEBRUIKERSHANDLEIDING...
  • Pagina 2 Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
  • Pagina 3 De volgende codes in dit instructieboekje ● uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen duiden de landen aan. voor een Honda maakt u deel uit van een De afbeeldingen hierin zijn gebaseerd op ● wereldwijde familie van tevreden klanten die het type NSC110 ED.
  • Pagina 4 Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet opvolgt. Om u te helpen goed geïnformeerde veiligheidsbeslissingen te nemen, hebben wij WAARSCHUWING bedieningsprocedures en andere informatie in deze...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 18 Onderhoud BLZ. 57 Verhelpen van storingen BLZ. 90 Informatie BLZ. 116 Specificaties BLZ. 133...
  • Pagina 6 Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 10 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 11 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 15 Accessoires &...
  • Pagina 7 Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen leunen tijdens het schuinleggen van het voertuig in bochten en hun voeten altijd op de voetsteunen te houden, zelfs wanneer het voertuig stilstaat. Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
  • Pagina 8 Rijd langzaam en voorzichtig. Houd uw Honda in veilige staat Het kan zijn dat uw voertuig schade heeft Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier opgelopen die niet onmiddellijk zichtbaar is.
  • Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Gevaar voor koolmonoxide Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide, een Het laten draaien van de motor van uw kleurloos, reukloos gas. Het inademen van voertuig in een afgesloten of zelfs in koolmonoxide kan bewusteloosheid veroorzaken een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan en tot uw dood leiden.
  • Pagina 10 Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere Lees de instructies in de werkplaatshandleiding bieden belangrijke veiligheidsinformatie.
  • Pagina 11 Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
  • Pagina 12 • Het gewicht van de bagage mag niet meer zijn dan 15 kg onder alle omstandigheden. • Het monteren van grote kuipdelen op de voorvork of het stuur wordt niet aanbevolen. WAARSCHUWINGSLABEL CBS Het afstellen van de kabel moet worden uitgevoerd door een Honda- dealer.
  • Pagina 13 Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE & BELADINGSLIMIET Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid. Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm Beladingslimiet:...
  • Pagina 14 Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de treeplank. Het niet dragen van een helm verhoogt Passagiers moeten zich aan de handgreep of aan ●...
  • Pagina 15 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Wees voorzichtig op oppervlakken met een ● lage tractie. voor het rijden De banden slippen sneller op dit soort oppervlakken en de remweg is langer. Inrijperiode Vermijd continu remmen. ● Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van...
  • Pagina 16 Om de kans op diefstal te verkleinen, moet u altijd het stuur en de contactschakelaar Parkeren vergrendelen ( BLZ. 37) en de Honda SMART Key meenemen als u uw voertuig achterlaat. Parkeer op een stevige, horizontale ● Deactiveer het Honda SMART Key-systeem ondergrond.
  • Pagina 17 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard of de Linker stuurgreep middenbok Zet de motor uit. Zijstandaard gebruiken Klap de zijstandaard omlaag. Middenbok Laat het voertuig langzaam naar links leunen totdat het volle gewicht op de zijstandaard steunt. Achter‐ De middenbok gebruiken drager Ga voor het neerklappen van de middenbok...
  • Pagina 18 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Draai het stuur volledig naar links. Richtlijnen voor tanken en brandstof Het draaien van het stuur naar rechts Volg deze richtlijnen om de motor, het reduceert de stabiliteit en kan tot gevolg brandstofsysteem en de katalysator te hebben dat het voertuig omvalt.
  • Pagina 19 Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit aan te brengen.
  • Pagina 20 Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw voertuig. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
  • Pagina 22 (BLZ.48) Afdekking contactschakelaar Geef, voor u wegrijdt, uw rich- (BLZ.30) • ting aan met de richtingaanwij- Behalve type TU Responssysteem (BLZ.39) zerschakelaar en controleer of • Honda SMART Behalve type TU er ander verkeer is. Key-systeem (BLZ.31) • Stop-/startsysteem (BLZ.42)
  • Pagina 23 Parkeren (BLZ.12) Remmen Draai de gashendel dicht en (BLZ.49) Parkeer op een stevige, horizontale bedien de voor- en achterrem ondergrond. Gebruik de standaard, tegelijk. vergrendel het stuurslot. Het remlicht geeft aan dat Sluit de afdekking. Type TU u remt. Stoppen Geef, als u de weg gaat verlaten, tijdig richting aan en sla niet abrupt af.
  • Pagina 24 Locatie van onderdelen Documentzakje (BLZ.54) Gashendel (BLZ.86) Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.79) Tassenhaak (BLZ.55) Helmhouder (BLZ.53) Middencompartiment (BLZ.54) Datalinkstekker Motorolievuldop/peilstok (BLZ.77)
  • Pagina 25 Blokkeerhendel achterrem (BLZ.41) Achterremhendel (BLZ.81) Helmhouder (BLZ.53) Zadel (BLZ.52) Brandstofvuldop (BLZ.50) Gereedschap (BLZ.72) Binnenvak (BLZ.55) Accu (BLZ.73) Zekeringkast (BLZ.114) Middenbok (BLZ.13) Zijstandaard (BLZ.13)
  • Pagina 26 Instrumenten Snelheidsmeter Deze toont uw snelheid in kilometer per uur (km/h) en/of mijl per uur (mph), afhankelijk van de uitvoering. Displaycontrole Wanneer de contactschakelaar op (On) wordt gezet, slaat de naald van de snelheidsmeter één keer uit naar de maximale stand op de wijzerplaat en wordt de opstartanimatie weergegeven.
  • Pagina 27 Kilometerteller Totale afgelegde afstand. Brandstofniveaumeter Resterende brandstof wanneer alleen het 1e (E) segment gaat knipperen: ongeveer 0,9 L LET OP U moet tanken wanneer de waarde segment E (1e) nadert. Als de brandstof opraakt, kan de motor overslaan en de katalysator beschadigd raken.
  • Pagina 28 (BLZ.92) Honda SMART Key-indicator Behalve type TU Gaat branden wanneer de verificatie van het voertuig en Honda SMART Key is voltooid en de contactschakelaar kan worden gebruikt. Gaat uit als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als de Honda SMART Key-indicator knippert:...
  • Pagina 29 Stop-/startindicator Gaat kort branden wanneer de stop-/ startschakelaar in de stand (Idling stop) staat terwijl de contactschakelaar in de stand (On) staat. Stop-/startsysteem: (BLZ.42)
  • Pagina 30 Schakelaars Stop-/startschakelaar Schakelt het stop-/startsysteem in/uit. : het stop-/startsysteem • is aan. • : het stop-/startsysteem is uit. Stop-/startsysteem: (BLZ.42) Richtingaanwijzerschakelaar Door op de schakelaar te drukken, wordt Startknop de richtingaanwijzer uitgeschakeld. Claxonknop Dimlichtschakelaar • : Grootlicht • : Dimlicht...
  • Pagina 31 Contactschakelaar Schakelt het elektrische systeem in/uit, vergrendelt het stuur en bedient de schakelaar voor het openen van het zadel. Type TU De sleutel kan in de stand (Off) of (Lock) worden verwijderd. Behalve type TU Contactschakelaar ontgrendelen. (BLZ.36) Type TU Behalve type TU SEAT (On)
  • Pagina 32 Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links of rechts. diefstal te voorkomen. Type TU Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars Duw de sleutel omlaag en zet de wordt ook aanbevolen. contactschakelaar in de stand (Lock).
  • Pagina 33 Ontgrendelen Type TU Steek de sleutel in het slot, duw de sleutel erin en zet de contactschakelaar in de stand (Off). Behalve type TU Druk de contactschakelaar in en zet deze in de stand (Off). Contactschakelaar ontgrendelen (BLZ.36) Vervolg...
  • Pagina 34 Schakelaars (Vervolg) Afdekking contactschakelaar Sluiten Neem de contactsleutel uit de Type TU De contactschakelaar voor dit voertuig is uitgerust met contactschakelaar. een afdekking. Sluit na het parkeren van het voertuig Lijn de verdikking van de sleutel van de de afdekking om de kans op diefstal te verminderen. afdekking uit met de sleuf van de afdekking en draai de sleutel van de afdekking naar links.
  • Pagina 35 Het systeem voert een identificatiecontrole in beide richtingen uit tussen het voertuig en de Honda SMART Key om na te gaan of het een geregistreerde Honda SMART Key betreft. Het Honda SMART Key-systeem maakt gebruik van zwakke radiogolven. Deze kunnen medische apparatuur beïnvloeden, zoals een...
  • Pagina 36 De status van het Honda SMART Key- systeem controleren Druk licht op de AAN/UIT-knop. De LED van de Honda SMART Key toont de status. Als de LED van de Honda SMART Key de volgende kleur heeft: Groen: (actief) Verificatie van het Honda SMART Key-systeem kan worden uitgevoerd.
  • Pagina 37 • Als er voorzieningen in de buurt zijn die sterke radiogolven of geluid genereren zoals tv-torens, krachtcentrales, radiostations of luchthavens. • Als u de Honda SMART Key bij u hebt met een laptop of draadloos communicatie- apparaat zoals een radio of mobiele telefoon.
  • Pagina 38 Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Iedereen kan de contactschakelaar Als de contactschakelaar vergrendeld is: ontgrendelen en de motor starten als de Honda U kunt het systeem gebruiken binnen de SMART Key binnen het werkbereik van uw gearceerde ruimte getoond in de afbeelding.
  • Pagina 39 Iedereen die in bezit is van de Honda SMART Als de contactschakelaar in de stand (On) Key kan de volgende zaken uitvoeren als de staat, kan het voertuig ook worden bediend Honda SMART Key binnen het werkbereik is: door een persoon die niet beschikt over een geverifieerde Honda SMART Key.
  • Pagina 40 Honda SMART Key contactschakelaar is ontgrendeld, gaat de indicator van de Honda SMART Key branden. Zet de contactschakelaar in de stand (On) als de indicator van de Honda SMART Key gaat Indicator branden. Honda Als de contactschakelaar niet binnen SMART Key...
  • Pagina 41 Zet de contactschakelaar in de stand SEAT, (Off) of (Lock). Vergrendel de contactschakelaar door het volgende te doen: (Lock) (On) • Verlaat het werkbereik met de Honda (Off) SMART Key. (BLZ.33) SEAT • Druk de contactschakelaar in. • Wacht ongeveer 20 seconden nadat de...
  • Pagina 42 Honda SMART Key-systeem (Vervolg) Zorg er altijd voor dat de contactschakelaar in de stand (Off) of (Lock) staat als u het voertuig parkeert. Als de contactschakelaar is vergrendeld in de stand SEAT, kan deze slechts eenmaal op (Off) worden gezet.
  • Pagina 43 Het responssysteem is een mechanisme om de locatie van uw voertuig te bepalen. Wanneer de startblokkering is ingeschakeld en u op de responsknop van de Honda SMART Key drukt met de contactschakelaar in de stand (Off) of (Lock), knipperen de richtingaanwijzers om u te informeren over de locatie van uw voertuig.
  • Pagina 44 Responssysteem (Vervolg) Werking Druk op de responsknop van de Honda SMART Key. Het responssysteem werkt niet als de contactschakelaar in de stand (On) staat. Als de contactschakelaar langer dan 10 dagen in de stand (Off) of (Lock) staat, werkt het responssysteem niet meer.
  • Pagina 45 Achterremblokkering Zorg ervoor dat de achterremblokkering is Ontgrendelen ingeschakeld bij het starten en het warmdraaien Knijp de achterremhendel in. van de motor. Controleer voordat u gaat rijden of de achterremblokkering volledig is vrijgezet, zodat Vergrendelen het achterwiel niet aanloopt. Knijp de achterremhendel in en stel de Blokkeerhendel blokkeerhendel van de achterrem af.
  • Pagina 46 Stop-/startsysteem Het stop-/startsysteem is ontwikkeld om het Het stop-/startsysteem activeren brandstofverbruik en het lawaai te verminderen, Het stop-/startsysteem is klaar om de motor te door de motor te stoppen tijdens stationair stoppen en de stop-/startindicator gaat draaien wanneer u bijvoorbeeld moet wachten branden wanneer aan de volgende bij een kruispunt.
  • Pagina 47 De motor stoppen met het stop-/startsysteem Veiligheidsmaatregelen voor het stop-/ De motor stopt en de stop-/startindicator startsysteem begint te knipperen nadat u de gashendel Loop niet weg van het voertuig als de stop-/ volledig hebt gesloten en het voertuig tot startindicator knippert.
  • Pagina 48 Stop-/startsysteem (Vervolg) Motor opnieuw starten LET OP Controleer of de indicator van het stop-/ De koplamp blijft aan nadat de motor is gestopt door het stop-/startsysteem. De accu kan leeglopen startsysteem knippert en open vervolgens de en u kunt de motor waarschijnlijk niet opnieuw gashendel.
  • Pagina 49 LET OP Behalve type TU • Als de motor niet binnen 5 seconden start, Dit voertuig is voorzien van een Honda SMART moet u de contactschakelaar in de stand Key-systeem. Houd de Honda SMART Key altijd (Off) zetten en 10 seconden wachten voordat u bij u tijdens het rijden.
  • Pagina 50 Motor starten (Vervolg) Zet het voertuig op de middenbok. Zet de contactschakelaar in de stand (On). Vergrendel het achterwiel door de Behalve type TU Contactschakelaar ontgrendelen. achterremhendel in te knijpen en de blokkeerhendel van de achterrem af te stellen. (BLZ.36) Controleer het volgende: De startmotor werkt uitsluitend wanneer de remhendel is ingeknepen en de...
  • Pagina 51 Als u de motor niet kunt starten: Druk met volledig gesloten gashendel op de Draai de gashendel iets open (ongeveer 3 mm, startknop. Laat de startknop los zodra de motor start. zonder speling). Circa 3 mm, zonder speling Als de motor niet start: a Open de gashendel volledig en druk gedurende 5 seconden op de startknop.
  • Pagina 52 Rijden Voertuig starten Accelereren en afremmen Accelereren: open de gashendel langzaam. Duw het voertuig naar voren van de middenbok af. Vergrendel de achterremblokkering. Afremmen: sluit de gashendel. Houd de gashendel volledig gesloten. Openen Controleer of de zijstandaard en de middenbok Sluiten (accelereren) (afremmen)
  • Pagina 53 Remmen Draai de gashendel dicht en bedien de voor- en de achterremhendel tegelijk. Schakel de remblokkering niet in tijdens het rijden. Dit kan het wiel blokkeren waardoor u minder macht over het voertuig hebt. Voorremhendel Achterremhendel...
  • Pagina 54 Tanken Brandstoftype: uitsluitend loodvrije benzine Pijlmarkeringen Brandstof-octaangetal: uw voertuig is ontworpen voor het gebruik van een research-octaangetal (RON) van 91 of hoger. Brandstofvuldop Type RU Tankinhoud: 4,8 L Behalve type RU Tankinhoud: 4,9 L Onderste rand Richtlijnen voor tanken en brandstof van vulhals (BLZ.14) Brandstofvuldop openen...
  • Pagina 55 Brandstofvuldop sluiten a Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem stevig vast door de dop naar rechts te draaien. Zorg ervoor dat de pijlen op de benzinevuldop en de benzinetank tegenover elkaar staan. b Sluit het zadel. WAARSCHUWING Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
  • Pagina 56 Opberguitrusting Zadel openen Zadel Draai het stuur tot het recht vooruit staat. Type TU Steek de contactsleutel in het slot en draai hem naar de stand SEAT Behalve type TU Zet de contactschakelaar in de stand SEAT. Contactschakelaar ontgrendelen (BLZ.36) Schakelaar Type TU Druk op de SEAT-zijde van de schakelaar voor...
  • Pagina 57 Helmhouder WAARSCHUWING De helmhouders bevinden zich onder het zadel. Rijden met een helm die aan de houder Gebruik de helmhouders uitsluitend bij het is bevestigd, kan invloed hebben op het parkeren. veilige gebruik van uw voertuig en Helmhouders leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
  • Pagina 58 Opberguitrusting (Vervolg) Een helm kan worden bewaard in het Documentzakje middencompartiment. Het documentzakje bevindt zich in het Plaats de voorkant van de helm naar voren. documentenvak onder het zadel. Sommige helmen passen mogelijk niet in het compartiment vanwege hun afmetingen of vorm. Documentzakje Helm Middencompartiment...
  • Pagina 59 Gereedschap Tassenhaak/binnenvak Het gereedschap bevindt zich in het De tassenhaak bevindt zich onder het stuur. middencompartiment. Bevestig aan deze haak geen grote stukken bagage die onder het voertuig uit zouden komen en/of het verplaatsen van uw voeten belemmeren. Alleen type TU Bougiesleutel Handgreep voor schroevendraaier...
  • Pagina 60 Opberguitrusting (Vervolg) Het binnenvak bevindt zich onder het stuur. Achterdrager Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximum gewicht: 3 kg Achterdrager De maximaal toegestane belasting op de tassenhaak en op het binnenvak is niet meer dan 1,5 kg.
  • Pagina 61 Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. BLZ. 58 Het belang van onderhoud ......De batterij in de Honda SMART Key BLZ. 59 BLZ. 87 Onderhoudsschema .......... vervangen............BLZ. 62 Standaardonderhoud ........
  • Pagina 62 Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw voertuig is absoluut Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u onderhoud essentieel voor uw veiligheid en het beschermen van uw uitvoert en zorg ervoor dat u over de benodigde investering, optimale prestaties, het voorkomen van gereedschappen, onderdelen en vaardigheden beschikt.
  • Pagina 63 Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van vereisten.
  • Pagina 64 Vervangen mechanische vakkundigheid beschikt. Reinigen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding van Honda. : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
  • Pagina 65 Onderhoudsschema Inspectie Frequentie Regel- voor het Jaarlijkse matig Items × 1000 km rijden controle vervan- pagina BLZ. 62 × 1000 mijl Remvloeistof 2 jaar Slijtage remblokken/ 80, 84 remschoenen Remsysteem Remvergrendeling Koplamphoogte – Lichten/claxon – Slijtage – koppelingsschoenen Zijstandaard Vering –...
  • Pagina 66 Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Voor: remvloeistofniveau en remblokslijtage Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk controleren BLZ. 79, BLZ. 80 om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Achter: schoenslijtage en speling controleren, vastgestelde problemen te corrigeren.
  • Pagina 67 Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Kleurenlabel Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. MODEL KLEUR WAARSCHUWING CODE Het monteren van andere onderdelen dan...
  • Pagina 68 Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije afval mag worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
  • Pagina 69 Standaardonderhoud WAARSCHUWING Wat te doen in geval van nood Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
  • Pagina 70 LET OP Het monteren van elektrische accessoires van Als u de zekering vervangt door een zekering met andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op systeem overbelasten, de accu doen ontladen en beschadiging van het elektrisch systeem.
  • Pagina 71 Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. als "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" BLZ. 134 op het ronde API-servicesymbool. Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MB ●...
  • Pagina 72 ATTENTIE Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken beschadigen. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig...
  • Pagina 73 Standaardonderhoud Controleren op abnormale slijtage Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op tekenen van Controleer uw banden met het blote oog en abnormale slijtage op gebruik een bandenspanningsmeter om de het draagvlak. bandenspanning ten minste één keer per maand te meten of wanneer u constateert dat de bandenspanning laag is.
  • Pagina 74 Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. of TWI Volg alle aanwijzingen in dit instructieboekje betreffende de juiste bandenspanning en onderhoud.
  • Pagina 75 Standaardonderhoud WAARSCHUWING Laat uw banden door uw dealer vervangen. Zie "Specificaties" voor de aanbevolen banden en Het monteren van ongeschikte banden bandenspanning. BLZ. 134 op uw voertuig kan het stuurgedrag en Volg deze richtlijnen voor het vervangen van banden: de stabiliteit nadelig beïnvloeden en Gebruik de aanbevolen banden of ●...
  • Pagina 76 Gereedschap Het gereedschap bevindt zich in het middencompartiment. BLZ. 55 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ● ● Alleen type TU Bougiesleutel...
  • Pagina 77 Sluit altijd eerst de pluspool + aan. Controleer of de bouten en moeren goed vastzitten. Behalve type TU Wanneer de aansluitingen zijn aangesloten, kan het Honda SMART Key-systeem worden Accu geverifieerd zonder dat de contactschakelaar wordt ingedrukt. Dit is normaal. Demontage Voor het naar behoren hanteren van de accu, zie "Standaardonderhoud".
  • Pagina 78 Demontage en montage van onderdelen Accudeksel Accudeksel Demontage Verwijder het accudeksel. BLZ. 75 Schroeven Verwijder de schroeven. Gebruik een platte schroevendraaier om de opening te vergroten en maak de lipjes los uit de sleuven. Accudeksel Verwijder het accudeksel. Montage Monteer de onderdelen in de omgekeerde Sleuven volgorde van de demontage.
  • Pagina 79 Demontage en montage van onderdelen Accuklep Accuklep Demontage Verwijder de schroeven. Schroeven Verwijder de accudeksel met een platte Lipjes schroevendraaier omwikkeld met een Lipjes doekje. Montage Monteer de onderdelen in de omgekeerde Borgclip volgorde van de demontage. Accudeksel...
  • Pagina 80 Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Aanbrengen Demontage Centreerstift Druk op de centreerstift om de Duw tegen de onderkant van de vergrendeling los te maken. centreerstift. Trek de clip uit de uitsparing. Plaats de clip in de uitsparing. Druk op de centreerstift om de clip te vergrendelen.
  • Pagina 81 Motorolie Motorolie controleren Olievuldop/peilstok Bovenste niveau Controleer de motorolie met de stop-/ startschakelaar in de stand (Idling). Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Zet uw voertuig op de middenbok op een Onderste niveau...
  • Pagina 82 Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen LET OP Het te vol vullen met olie of het rijden met onvoldoende olie kan de motor beschadigen. Geen Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij olie van verschillende merken en verschillende het onderste merkstreepje bevindt, moet u kwaliteit mengen.
  • Pagina 83 Remmen Remvloeistof van voorwielrem controleren Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en horizontale ondergrond. Controleer of het remvloeistofreservoir horizontaal staat en of het vloeistofniveau zich boven het LOWER-merkstreepje LOWER‐ bevindt. merkstreepje Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt en de speling van de remhendel buitensporig is.
  • Pagina 84 Remmen Remblokken vóór inspecteren Remblokken vóór inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de onderkant van de remklauw. Laat de remblokken indien nodig door uw Controleer de staat van de remblokslijtage- dealer vervangen. indicatoren. Vervang de remblokken links en rechts altijd De remblokken moeten worden vervangen tegelijkertijd.
  • Pagina 85 Remmen Inspecteer de speling van de remhendel van de achterrem Inspecteer de speling van de Controleer de remkabel op kronkels of tekenen van slijtage. Laat indien nodig door remhendel van de achterrem uw dealer vervangen. Smeer de remkabel met een in de handel Zet het voertuig op de middenbok.
  • Pagina 86 Remmen Aanpassen van de speling van de remhendel van de achterrem Aanpassen van de speling van de Het afstellen gebeurt door de stelmoer van de achterrem telkens een halve slag remhendel van de achterrem te draaien. Stel de speling van de remhendel af terwijl het voorwiel recht naar voren wijst.
  • Pagina 87 Remmen Aanpassen van de speling van de remhendel van de achterrem Duw tegen de remarm om te controleren of er ruimte is tussen de stelmoer van de achterrem en de pen van de remarm. Remarm Duwen Pen van remarm Ruimte Stelmoer Controleer na het afstellen de speling van de remhendel.
  • Pagina 88 Remplaat Laat dit uitvoeren door uw dealer. Pijl Neem contact op met uw dealer zodra onderhoud aan de remmen vereist is. Gebruik alleen originele Honda-onderdelen of gelijkwaardig materiaal. Referentiemerkteken Remarm...
  • Pagina 89 Zijstandaard Zijstandaard controleren Zet uw voertuig op de middenbok op een stevige, horizontale ondergrond. Controleer of de zijstandaard soepel werkt. Als de zijstandaard stijf is of piept, reinig dan de scharnierzone en smeer de scharnierbout met schoon vet. Controleer de veer op beschadiging of uitrekking.
  • Pagina 90 Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
  • Pagina 91 Behalve type TU Wikkel een muntstuk of een Als de Honda SMART Key-indicator 5 keer schroevendraaier in een knippert als de contactschakelaar op (On) beschermende doek om te wordt gezet of het werkbereik instabiel...
  • Pagina 92 Overige vervangingen De batterij in de Honda SMART Key vervangen WAARSCHUWING Bovenkant van behuizing GEVAAR VAN CHEMISCHE BRANDWONDEN De batterij die de Honda SMART Key Beschermend voedt, kan ernstige interne doekje brandwonden veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben als de batterij Batterij wordt ingeslikt.
  • Pagina 93 Overige vervangingen De batterij in de Honda SMART Key vervangen VOORZICHTIG • Er bestaat explosiegevaar als de batterij onjuist wordt vervangen. Vervang alleen door hetzelfde of een gelijkwaardig type. • Stel niet bloot aan overmatige hitte, zoals zonlicht, vuur of dergelijke. Dit kan leiden...
  • Pagina 94 Verhelpen van storingen BLZ. 91 Motor start niet ..........Als het Honda SMART Key‐systeem niet goed BLZ. 98 Waarschuwingslampjes branden of werkt ..............BLZ. 92 BLZ. 100 knipperen ............Zadel ontgrendelen in een noodgeval ..PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde Contactschakelaar ontgrendelen in een BLZ.
  • Pagina 95 Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer het volgende: motor. BLZ. 45 Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer op een doorgebrande ●...
  • Pagina 96 Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje Wat te doen als het storingslampje knippert (elektronisch geregelde Parkeer het voertuig op een veilige plaats en brandstofinspuiting) (MIL) uit de buurt van brandbare voorwerpen en wacht ten minste 10 minuten met stilstaande Redenen voor het gaan branden/ motor tot deze is afgekoeld.
  • Pagina 97 Houd de contactschakelaar gedurende meer en de Honda SMART Key stopt nadat de dan 2 seconden ingedrukt om het knipperen contactschakelaar in de stand (On) is gezet. te stoppen. De contactschakelaar wordt Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het vergrendeld nadat het knipperen is gestopt.
  • Pagina 98 Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofniveaumeter In geval van een defect van het brandstofsysteem zien de indicatoren van de brandstofniveaumeter eruit zoals getoond in de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
  • Pagina 99 Stop‐/startsysteem werkt niet goed De stop-/startindicator gaat Als het PGM-FI-storingslampje (MIL) brandt: Als het PGM-FI storingslampje (MIL) brandt, niet branden werkt het stop-/startsysteem niet, om zo de motor te beschermen. Neem contact op met Als de stop-/startindicator niet gaat branden, uw dealer.
  • Pagina 100 Stop‐/startsysteem werkt niet goed Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem als indicator brandt Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem als indicator brandt Als de motor niet wordt gestopt door het stop-/startsysteem terwijl de stop-/ startindicator brandt, voert u de onderstaande handelingen uit. Als het voertuig niet volledig tot stilstand komt: Breng het voertuig volledig tot stilstand.
  • Pagina 101 Stop‐/startsysteem werkt niet goed Motor start niet, zelfs niet door openen gashendel Motor start niet, zelfs niet door Met de stop-/startschakelaar in de stand (Idling): openen gashendel Als de motor wordt gestopt door het stop-/ startsysteem en u de stop-/startschakelaar op Voer de volgende handelingen uit als de (Idling) zet, wordt het stop-/startsysteem motor niet start, zelfs als de gashendel...
  • Pagina 102 Honda SMART genereren zoals TV-torens, Key-systeem. BLZ. 32 krachtcentrales, radiostations of Als de LED van de Honda SMART Key niet luchthavens. reageert, vervang dan de batterij. Als u de Honda SMART Key bij u hebt BLZ. 87...
  • Pagina 103 Als het Honda SMART Key‐systeem niet goed werkt Controleer of er een geregistreerde Controleer de staat van de accu en de ● ● Honda SMART Key wordt gebruikt. accukabel van uw voertuig. Gebruik een geregistreerde Honda Controleer de accu en de accupolen.
  • Pagina 104 Zadel ontgrendelen in een noodgeval Lijn de verdikking van de noodsleutel uit Behalve type TU Het zadelslot kan worden ontgrendeld met met de sleuf van de zadelontgrendeling de noodsleutel. voor noodgevallen en draai de noodsleutel naar links. Openen Open het zadel en draai de noodsleutel naar rechts.
  • Pagina 105 Zadel ontgrendelen in een noodgeval Sluiten Sluit het zadel en duw de achterkant van het zadel naar beneden totdat dit vastklikt. Controleer of het zadel goed is vergrendeld door het licht omhoog te trekken. Als het zadel niet vergrendeld is, draai dan de noodsleutel rechtsom om de sluitklem van het zadel te vergrendelen.
  • Pagina 106 Druk binnen 5 seconden de contactschakelaar het gewenste aantal keren in wanneer de Honda SMART Key-indicator gaat branden. Na 5 seconden gaat de Honda SMART Key-indicator uit en weer aan. Dit betekent dat het ingevoerde nummer is opgeslagen; het volgende nummer kan ID‐nummer...
  • Pagina 107 Nadat het laatste ID-nummer is ingevoerd, gaat ● de contactschakelaar in te drukken wanneer de de Honda SMART Key-indicator uit en weer aan. Honda SMART Key-indicator gaat branden. De contactschakelaar wordt vervolgens ontgrendeld. Om "1" in te voeren, drukt u eenmaal binnen Zet de contactschakelaar binnen 6 minuten in de ●...
  • Pagina 108 Contactschakelaar ontgrendelen in een noodgeval ID-nummer invoeren mislukt Nadat het laatste ID-nummer is ingevoerd, knippert de Honda SMART Key-indicator om de seconde en kan de contactschakelaar niet worden ontgrendeld. Voer de procedure opnieuw uit. BLZ. 102 ID-nummer invoeren annuleren Houd de contactschakelaar ongeveer 2 seconden ingedrukt.
  • Pagina 109 Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw voertuig met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
  • Pagina 110 Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Volg de onderstaande procedure om een motorfietsen. doorgebrande lamp te vervangen. Haal de accu uit het voertuig voor het Zet de contactschakelaar in de stand (Off) opladen.
  • Pagina 111 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van koplamp Koplamphuis Stekker Stofkappen Spiegeladapters Borgmoer Schroef Borgmoer Schroef Verwijder de schroeven. Verwijder het koplamphuis en maak Trek de stofkappen omhoog. daarna de stekker los. Draai de borgmoeren los door ze rechtsom te draaien. Maak de achteruitkijkspiegels los en demonteer ze door ze volledig naar rechts te draaien.
  • Pagina 112 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Verwijder de stofkap. Duw de pen naar beneden en verwijder de lamp zonder deze te draaien. Lamp "TOP"‐ Monteer een nieuwe lamp en de merkteken verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage. Installeer de stofkap met het "TOP"- merkteken naar boven gericht.
  • Pagina 113 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van parkeerlicht Bij het verwijderen van de lamp van het rechter parkeerlicht. Draai het stuur volledig naar links. Bij het verwijderen van de lamp van het linker parkeerlicht. Draai het stuur volledig naar rechts. Draai de fitting linksom en trek deze eruit. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
  • Pagina 114 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp rem-/achterlicht Verwijder de clips. BLZ. 76 Verwijder de onderkap achter door de lipjes voorzichtig los te maken. Verwijder de lens van het achterlicht door de schroeven te verwijderen. Onderkap achter Duw de lamp er licht in en draai deze linksom.
  • Pagina 115 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer voor Bij het verwijderen van de lamp van de richtingaanwijzer rechts Draai het stuur volledig naar links. Bij het verwijderen van lamp van de richtingaanwijzer links Draai het stuur volledig naar rechts. Draai de fitting linksom en trek deze eruit. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
  • Pagina 116 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van richtingaanwijzer achter De lampen voor de linker en rechter richtingaanwijzer kunt u op dezelfde wijze vervangen. Verwijder de onderkap achter. BLZ. 110 Draai de fitting linksom en trek deze eruit. Trek de lamp eruit zonder deze te draaien.
  • Pagina 117 Elektrische problemen Doorgebrande lamp Lamp van kentekenplaatverlichting Lamp Pakking Afdekking Schroef Schroef Schroeven Afdekkap kentekenplaatverlichting Verwijder de schroeven en de afdekking. Trek de lamp eruit zonder deze te Verwijder de schroeven en de afdekkap draaien. van de kentekenplaatverlichting. Monteer een nieuwe lamp en de verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van demontage.
  • Pagina 118 Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Verwijder het accudeksel. BLZ. 74 Trek de hoofdzekering en de andere zekeringen een voor een uit met de Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" zekeringtrekker in de achterzijde van het voor het hanteren van de zekeringen. BLZ.
  • Pagina 119 Motor draait sporadisch instabiel Als het filter van de brandstofpomp verstopt is, kan de motor tijdens het rijden sporadisch instabiel draaien. Zelfs als dit symptoom optreedt, kunt u met uw voertuig blijven rijden. Als de motor instabiel draait terwijl er voldoende brandstof beschikbaar is, dient u uw voertuig zo spoedig mogelijk door uw dealer te laten controleren.
  • Pagina 120 Informatie BLZ. 117 Onderhoudsdiagnoserecorders....BLZ. 117 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 121 functies............. BLZ. 121 Onderhoud van uw voertuig......BLZ. 124 Uw voertuig stallen ......... BLZ. 125 Uw voertuig vervoeren........BLZ. 126 U en het milieu ..........BLZ. 127 Serienummers...........
  • Pagina 121 Indien u alle contactsleutels en het sleutelnummer Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor verliest, is het wellicht nodig de contactschakelaar Honda, haar erkende dealers en erkende te laten verwijderen door uw dealer om het reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en sleutelnummer te vinden.
  • Pagina 122 ID-label. U kunt de contactschakelaar ook ontgrendelen door het ID-nummer in te voeren. Draag altijd zowel de noodsleutel als het ID-label bij u, maar houd de Honda SMART Key apart om Noodsleutel te voorkomen dat u ze tegelijkertijd verliest.
  • Pagina 123 SMART Key niet gebruiken. direct met een zachte doek. Houd de Honda SMART Key uit de buurt van ● Laat de Honda SMART Key niet vallen en zet er het voertuig tijdens het wassen van het ● geen zware dingen op.
  • Pagina 124 Honda SMART Key-systeem. radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op het moment van aankoop. De Ga voor een extra Honda SMART Key met de conformiteitsverklaring moet op een veilige plaats Honda SMART Key en het voertuig naar uw dealer. worden bewaard. Neem contact op met uw dealer als u de conformiteitsverklaring bent verloren of als deze niet werd verstrekt.
  • Pagina 125 Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de lange levensduur van uw Honda te garanderen. Potenti- Contactschakelaar ele problemen zijn gemakkelijker vast te stellen op een Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat schoon voertuig.
  • Pagina 126 Onderhoud van uw voertuig Spoel uw voertuig met veel schoon water af en Voorzorgsmaatregelen voor het wassen droog het voertuig vervolgens met een zachte, Volg deze richtlijnen voor het wassen: droge doek. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Smeer alle bewegende delen na het drogen Hogedrukreinigers kunnen bewegende van het voertuig.
  • Pagina 127 Onderhoud van uw voertuig Richt geen waterstraal op het luchtfilter: Aluminium componenten ● Water in het luchtfilter kan het starten van Aluminium wordt aangetast door corrosie na de motor verhinderen. contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
  • Pagina 128 Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Uitlaatpijp en geluiddemper Gebruik geen in de handel verkrijgbare Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het schuurpasta voor de keuken wanneer de uitlaatpijp gebruik van een volledige voertuighoes. en geluiddemper zijn gelakt. Gebruik een neutraal Volg deze richtlijnen als u van plan bent om reinigingsmiddel om het gelakte oppervlak van de gedurende een langere periode niet te rijden:...
  • Pagina 129 Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhanger of een dieplader of aanhanger met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw voertuig met één of beide wielen op de grond te slepen.
  • Pagina 130 U en het milieu U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Het bezit van en rijden op een voertuig kan Deponeer olie en ander giftig afval in aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren goedgekeurde containers en breng ze naar een aan de bescherming van het milieu.
  • Pagina 131 Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
  • Pagina 132 Andere labels en platen Andere labels en platen Type RU Kentekenplaat a VIN (voertuigidentificatienummer) b Geluidsniveau dB (A) bij c Motortoerental omw/min. Oplaadlabel Deze accu is gevuld met zuur. Als de gestabiliseerde spanning in het onderbroken circuit lager is dan 12,4 Volt moet de accu worden opgeladen.
  • Pagina 133 Andere labels en platen Afdekplaatje hoofdremcilinder Voor GEBRUIK UITSLUITEND DOT3- OF DOT4- REMVLOEISTOF UIT EEN VERZEGELDE VERPAKKING. REINIG DE VULDOP VOORDAT U DEZE VERWIJDERT. WAARSCHUWING Vervolg...
  • Pagina 134 Andere labels en platen Label zekeringkast i H/L e SMART a OP j ECU b RELAY f MAIN k ACC c RELAY g BACK UP l HORN d FI h METER/PO...
  • Pagina 135 Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
  • Pagina 136 Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
  • Pagina 137 Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Type TU 1,80 m Minimale draaicirkel Type TU 1.870 mm Behalve type TU 1,90 m Totale lengte Behalve type TU 1.925 mm Behalve type RU 109 cm Cilinderinhoud Totale breedte 686 mm Type RU 109,51 cm Type TU 1.100 mm Behalve type RU...
  • Pagina 138 Stationair Bandensoort Diagonaal, tubeless 1.700 ± 100 omw/min toerental Behalve CHENG SHIN type TU C-922F Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- serviceclassificatie SJ of hoger, met CHENG SHIN Voor Aanbevolen uitzondering van olie die wordt aangeduid C-922F Type TU motorolie als "Energiebesparend" of VEE RUBBER "Hulpbronbesparend", SAE 10W-30, JASO T...
  • Pagina 139 Na demontage 0,09 L Remlicht/achterlicht 12 V-21/5 W Aanbevolen Richtingaanwijzer voor 12 V-10 W × 2 Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof remvloeistof Parkeerlicht 12 V-5 W × 2 Richtingaanwijzer achter 12 V-10 W × 2 *1 : EU-regelgeving...
  • Pagina 140 Online Gebruikershandleiding https://www.hondamotopub.com/ 39K2CA10 XXX.XXXX.XX.P 00X39-K2C-A100 GEDRUKT IN XXXXX...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nsc110 2022