Stapvoets rijden
!e
Om met het voertuig naar achteren te
rijden, houdt u de terugschakelknop (–)
ingedrukt en laat u vervolgens de
remmen los.
Om met het voertuig naar voren te
rijden, houdt u de opschakelknop (+)
ingedrukt en laat u vervolgens de
remmen los.
u
Het voertuig blijft vooruit of achteruit
rijden zolang u deze knop ingedrukt
houdt.
Als de opschakelknop (+) (vooruit)
u
wordt ingedrukt, verschijnt "F" op de
versnellingsstandindicator.
Als de terugschakelknop (–)
(achteruit) wordt ingedrukt,
verschijnt "R" op de
versnellingsstandindicator.
u
Het kan een paar seconden duren
voordat het voertuig in beweging
komt.
u
Als u het voertuig bedient in de
modus voor stapvoets rijden, moet u
op het voertuig zitten in uw normale
zithouding.
u
Als de motor wordt gestopt in de
modus voor stapvoets rijden, wordt
de koppeling ontkoppeld. Hierdoor
verliest het voertuig abrupt tractie.
134
(vervolg)
u
Druk in de modus voor stapvoets
rijden niet op de
motorstopschakelaar, tenzij in
noodgevallen. Hierdoor verliest het
voertuig abrupt tractie.
Opschakelknop (+)
Geleid het voertuig voorzichtig, waarbij
u uw benen gebruikt om uw evenwicht
te bewaren.
Wees extra voorzichtig wanneer u in de
modus voor stapvoets rijden op een
losse ondergrond (zand, grind, vuil) of
een glad wegdek rijdt.
!f
!g
Terugschakelknop (–)
Om het voertuig tot stilstand te
brengen, bedient u de remhendel of het
rempedaal.
Om de modus stapvoets rijden uit te
schakelen, bedient u de remhendel of
het rempedaal. Nadat het voertuig tot
stilstand is gekomen, drukt u op de
schakelaar voor de modus stapvoets
rijden terwijl u de remhendel of het
rempedaal bedient, of op de N-kant van
de N-D-schakelaar. Controleer of de
indicator voor de modus stapvoets
rijden uitgaat en de
N
-indicator gaat
branden.