Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 3
Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van Landcodes uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen Code Land voor een Honda maakt u deel uit van een CMX1100A wereldwijde familie van tevreden klanten die Directe verkoop Europa, Honda's reputatie voor het leveren van Singapore, India, Oekraïne...
Pagina 4
CMX1100D2 Directe verkoop Europa, Singapore, India, Oekraïne GCC-landen, Libanon, Jordanië *De specificaties kunnen van land tot land verschillen.
Pagina 5
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. Om u te helpen goed geïnformeerde OPLOPEN als u de instructies niet opvolgt. veiligheidsbeslissingen te nemen, hebben wij WAARSCHUWING bedieningsprocedures en andere informatie in deze...
Pagina 7
Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 20 Onderhoud BLZ. 82 Verhelpen van storingen BLZ. 124 Informatie BLZ. 139 Specificaties BLZ. 160...
Pagina 8
Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 12 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 13 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 18 Accessoires &...
Pagina 9
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen goedgekeurde helm en beschermende kleding dragen. Draag duopassagiers op om zich aan de zadelriem of aan uw middel vast te houden, met u Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: mee te leunen tijdens het schuinleggen van de Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Pagina 10
Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier 's avonds, door heldere reflecterende kleding te dat u het voertuig goed onderhoudt.
Pagina 11
Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de contactschakelaar in de stand (Off) en Het laten draaien van de motor van uw controleer de staat van uw voertuig. Inspecteer op voertuig in een afgesloten of zelfs in vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan...
Pagina 12
Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees Lees de instructies in de werkplaatshandleiding deze informatie aandachtig en verwijder de aandachtig door.
Pagina 13
Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 14
Waarschuwingslabels STICKER RADIATEURDOP GEVAAR NOOIT OPENEN BIJ WARME MOTOR. Hete koelvloeistof veroorzaakt brandwonden. De overdrukklep opent bij 1,1 kgf/cm...
Pagina 15
Waarschuwingslabels WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING CMX1100A/D WAARSCHUWING Type ED ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. • Lees de instructies in de gebruikers- en montagehandleiding aandachtig door voordat u een accessoire monteert.
Pagina 16
Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE EN AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 225 kPa (2,25 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 225 kPa (2,25 kgf/cm Achter 225 kPa (2,25 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 15 - 25 mm VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw...
Pagina 17
Waarschuwingslabels LABEL BELADINGSLIMIET CMX1100A2/D2 Maximaal 5,0 kg.
Pagina 18
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Helm Moet voldoen aan de veiligheidsnorm, duidelijk Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het zichtbaar zijn en de juiste afmetingen voor uw ● stuur en uw voeten op de voetsteunen. hoofd hebben Passagiers moeten zich aan de zadelriem of De motorhelm moet comfortabel passen en ●...
Pagina 19
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Handschoenen Leren handschoenen met volledige vingers en een voor het rijden hoge slijtweerstand Motorlaarzen of -schoenen Inrijperiode Stevige motorlaarzen met antislipzolen en Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om enkelbeschermers de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Motorjas en -broek uw voertuig te waarborgen.
Pagina 20
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Wees voorzichtig op oppervlakken met een Antiblokkeersysteem (ABS) ● lage tractie. Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem De banden slippen sneller op dit soort (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de oppervlakken en de remweg is langer. remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
Pagina 21
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Remmen op de motor Parkeren Remmen op de motor helpt om de snelheid van Parkeer op een stevige, horizontale ● uw voertuig te verminderen wanneer u gas ondergrond. mindert. Schakel terug naar een lagere versnelling Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
Pagina 22
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Parkeren op de zijstandaard Richtlijnen voor tanken en brandstof Zet de motor uit. Volg deze richtlijnen om de motor, het Klap de zijstandaard omlaag. brandstofsysteem en de katalysator te Laat het voertuig langzaam naar links leunen beschermen: totdat het volle gewicht op de zijstandaard Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Pagina 23
Torque Control biedt mogelijk geen compensatie Honda Selectable Torque Control voor een ruw wegdek of snelle bediening van de Als de Honda Selectable Torque Control (Torque gashendel. Houd altijd rekening met de weg- en Control) wielspin van het achterwiel detecteert...
Pagina 24
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit aan te brengen.
Pagina 25
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw voertuig. Rijd altijd met een veilige snelheid en nooit sneller dan 130 km/h voor de lading die u Volg alle limieten en richtlijnen voor vervoert.
Pagina 26
Locatie van onderdelen CMX1100A/D Accu (BLZ.102) Stelbout Zadel veervoorspanning (BLZ.105) van achtervering Remvloeistofreservoir van voorrem (BLZ.123) (BLZ.111) Versteller veervoorspanning van voorvering (BLZ.122) Voorremhendel (BLZ.121) Gashendel (BLZ.120) Stuurslot (BLZ.51) Zijkap (BLZ.106) Hoofdzekering (BLZ.137) Achterrempedaal Remvloeistofreservoir van achterrem (BLZ.111) Datalinkstekker...
Pagina 30
Instrumenten Klok (12-uurs-of 24-uursweergave) Klok instellen: (BLZ.36) Toerenteller LET OP Snelheidsmeter Laat de motor niet draaien met de toe- renteller in de rode zone. Een te hoog motortoerental kan de levensduur van Weergave rijmodus de motor nadelig beïnvloeden. (BLZ.53) Rode zone toerenteller Cursor (te hoog motortoerentalbereik) Het display...
Pagina 31
Versnellingsstandindicator CMX1100A/A2 De schakelstand wordt weergegeven door de versnellingsstandindicator. "-" verschijnt wanneer niet goed in een versnelling is geschakeld. CMX1100D/D2 De schakelstand wordt weergegeven in de versnellingsstandindicator wanneer de MT- Brandstofmeter MODUS is geselecteerd. De indicator kan Resterende brandstof wanneer alleen het 1e knipperen als: segment (E) gaat knipperen: ongeveer 4,0 L Het voorwiel van de grond komt.
Pagina 32
Instrumenten (Vervolg) Het display selecteren Druk op de -toets om de cursor te verplaatsen en een display te selecteren. MODE Weergave rijmodus INFO 1-display INFO 2-display Cursor Cursor Cursor Druk op de -toets MODE Als de automatische resetmodus voor ritteller A is geactiveerd, wordt de ritteller tijdens het tanken gereset.
Pagina 33
INFO 1-display Het INFO 1-display wijzigen U kunt het volgende selecteren: Selecteer het INFO 1-display. (BLZ.26) Kilometerteller [TOTAL] ● Druk op de -toets (omhoog) of de Huidig brandstofverbruik [CONS.] -toets (omlaag) totdat de gewenste indicatie ● Verstreken tijd [ELAPSED] wordt weergegeven. ●...
Pagina 34
Instrumenten (Vervolg) Kilometerteller [TOTAL] Huidig brandstofverbruik [CONS.] Totale afgelegde afstand. Toont het huidige brandstofverbruik. Als "------" wordt weergegeven, ga dan naar Weergavebereik: 0,0 tot 300,0 L/100km uw dealer voor onderhoud. (km/L, mpg of mile/L) Wanneer uw snelheid lager is dan 5 km/h ●...
Pagina 35
Verstreken tijd [ELAPSED] Beschikbare rijafstand [RANGE] Toont de bedrijfstijd sinds het starten van de Geeft de geschatte afstand aan die u kunt motor. afleggen met de resterende brandstof. Weergavebereik: 00:00 tot 99:59 (uren:minuten) Weergavebereik: 999 tot 5 km (999 tot 3 mile) De verstreken tijd keert terug naar 00:00 Boven 999 km (mile): "999"...
Pagina 36
Instrumenten (Vervolg) INFO 2-display Het INFO 2-display wijzigen U kunt het volgende selecteren: Selecteer het INFO 2-display. (BLZ.26) Trip A [TRIP A] ● Druk op de -toets (omhoog) of de Gemiddeld brandstofverbruik A [AVG.CONS. A] -toets (omlaag) totdat de gewenste ●...
Pagina 37
Ritteller A/B [TRIP A/B] Gemiddelde snelheid [AVG.SPD.] Afstand gereden na het resetten van de ritteller. Toont de gemiddelde snelheid sinds het Als "-----.-" wordt weergegeven, ga dan naar terugstellen van de gemiddelde snelheid. uw dealer voor onderhoud. De gemiddelde snelheid wordt berekend op De ritteller terugstellen: basis van de waarde die wordt weergegeven op (BLZ.34)
Pagina 38
Instrumenten (Vervolg) Als het gemiddelde brandstofverbruik wordt Gemiddeld brandstofverbruik ● teruggezet: "---.-" wordt weergegeven. [AVG.CONS.] Als "---.-" wordt weergegeven in andere dan de Toont het gemiddelde brandstofverbruik sinds bovenvermelde gevallen, ga dan naar uw dealer het terugzetten van het gemiddelde voor onderhoud.
Pagina 39
INFO 3-display Luchttemperatuurmeter De volgende items worden weergegeven. Toont de omgevingstemperatuur. Luchttemperatuurmeter Weergavebereik: -10 ºC tot 50 ºC ● Ingestelde snelheid cruise control Onder -10 ºC: "---" wordt weergegeven ● ● Als de cruise control niet wordt gebruikt, wordt Hoger dan 50 ºC: 50 ºC knippert ●...
Pagina 40
Instrumenten (Vervolg) De ritteller A/B, het gemiddelde brandstofverbruik A/B en de gemiddelde snelheid terugstellen A/B Als u de ritteller A, het gemiddelde brandstofverbruik A en de gemiddelde snelheid A tegelijkertijd wilt terugstellen, houdt u de -knop ingedrukt terwijl de ritteller A, het gemiddelde brandstofverbruik A MODE of de gemiddelde snelheid A wordt weergegeven.
Pagina 41
Als u de ritteller B, het gemiddelde brandstofverbruik B en de gemiddelde snelheid B tegelijkertijd wilt terugstellen, houdt u de -knop ingedrukt terwijl de ritteller B, het gemiddelde MODE brandstofverbruik B of de gemiddelde snelheid B wordt weergegeven. Gemiddeld brandstofverbruik B Gemiddelde snelheid [ B ] Ritteller B Wanneer deze zijn teruggesteld, tonen alle meters de teruggestelde waarde.
Pagina 42
Instrumenten (Vervolg) Weergave instellen Normale weergave De volgende items kunnen sequentieel worden gewijzigd. Instelmodus • Tijdsindeling instellen Tijdsindeling instellen • Klok instellen • Helderheid achtergrondverlichting instellen Klok instellen • TRIP A auto reset • Eenheid van snelheid en afgelegde afstand Helderheid achtergrondverlichting instellen wijzigen •...
Pagina 43
Als de contactschakelaar in de stand (Off) 1 Tijdsindeling instellen: wordt gezet of er ongeveer 30 seconden niet U kunt de tijdsindeling omschakelen tussen op de toetsen (omhoog), 12-uursindeling en 24-uursindeling. MODE (omlaag) wordt gedrukt, wordt de Zet de contactschakelaar in de stand (On). bediening automatisch omgeschakeld van de Houd de MODE...
Pagina 44
Instrumenten (Vervolg) 2 Klok instellen: Druk op de -toets (omhoog) of de -toets (omlaag) totdat de gewenste Druk op de -toets (omhoog) of de minuten worden weergegeven. -toets (omlaag) totdat het gewenste Houd de -toets (omhoog) of de uur wordt weergegeven. -toets (omlaag) ingedrukt om de Houd de -toets (omhoog) of de...
Pagina 45
3 Helderheid achtergrondverlichting instellen: U kunt een van de vijf helderheidsniveaus instellen. Druk op de -toets (omhoog) of de -toets (omlaag). De helderheid wordt omgeschakeld. Druk op de MODE -toets. De achtergrondverlichting is ingesteld en de weergave schakelt over naar het instellen van Druk op de toets het HISS-controlelampje.
Pagina 46
Instrumenten (Vervolg) 4 HISS-controlelampje instellen: 5 Automatische resetmodus in-/ U kunt de knipperfunctie van het HISS- uitschakelen voor rittellerA, gemiddeld controlelampje aan- of uitzetten. brandstofverbruik A en totaal verbruikte brandstof A: Druk op de toets (omhoog) of U kunt de automatische resetmodus in-/ (omlaag) om "ON"...
Pagina 47
6 Eenheid van snelheid en afgelegde Druk op de -toets (omhoog) of de afstand wijzigen: -toets (omlaag) om "On"(inschakelen) of "OFF" (uitschakelen) van de automatische Druk op de -toets (omhoog) of de resetmodus te selecteren. -toets (omlaag) om "km/h" & "km" of "mph"...
Pagina 48
Instrumenten (Vervolg) 7 Eenheid van brandstofverbruikmeter Wanneer de eenheden "mph" voor snelheid en "mile" voor afstand zijn geselecteerd wijzigen: Druk op de -toets (omhoog) of de Wanneer de eenheden "km/h" voor snelheid en -toets (omlaag) om "mile/L" of "km" voor afstand zijn geselecteerd Druk op de -toets (omhoog) of de "mpg"...
Pagina 49
Controlelampjes Als één van deze controlelampjes niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje neutraalstand Gaat branden als de transmissie in de neutraalstand staat. Controlelampje grootlicht Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet Controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur Gaat kort branden als de contactschakelaar in de...
Pagina 50
Controlelampjes (Vervolg) ABS-controlelampje (antiblokkeersysteem) Gaat branden wanneer het elektrische systeem wordt ingeschakeld. Gaat uit bij een snelheid van ongeveer 10 km/h (6 mph). Als dit gaat branden tijdens het rijden: (BLZ.129) Oliedrukcontrolelampje Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Gaat uit na het starten van de motor.
Pagina 51
Torque Control-controlelampje Gaat branden als de contactschakelaar in de stand (On) ● wordt gezet. Gaat uit als uw motorfiets een snelheid van ongeveer 5 km/h (3 mph) bereikt om aan te geven dat Torque Control klaar is voor gebruik. Knippert als Torque Control in werking is. ●...
Pagina 52
Schakelaars Schakelaar op stuurgreep Schakelaar op stuurgreep links rechts (BLZ.49) (BLZ.50) (BLZ.48)
Pagina 53
(On) Contactschakelaar Schakelt het elektrische Schakelt het elektrische systeem in/uit. systeem in voor het starten/ De sleutel kan in de stand (Off) rijden. worden verwijderd. SEAT Stuurslot: (BLZ.51) Open het zadel. (Off) Schakelt de motor uit. Vervolg...
Pagina 54
Schakelaars (Vervolg) Schakelaar op stuurgreep Motorstopschakelaar/ toets START rechts Moet normaal in de stand (Run) blijven staan. Schakel in geval van nood over naar de stand (Stop) om de motor te stoppen. A/M-schakelaar CMX1100D/D2 Om te schakelen tussen de AT-MODUS en de MT-MODUS.
Pagina 55
Schakelaars op handgreep links Dimlichtschakelaar/passing-schakelaar Opschakelknop (+) • : Grootlicht CMX1100D/D2 • : Dimlicht Om de versnelling op te schakelen. (BLZ.68) • : Knipperen met het grootlicht. -toets MODE Wordt gebruikt voor het bedienen en instellen van het display. (BLZ.26) (BLZ.36) Wordt ook gebruikt om de rijmodus in te stellen.
Pagina 56
Schakelaars (Vervolg) Alarmknipperlichtschakelaar Kan op uit of aan worden gezet wanneer de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. sel omhoog-schakelaar Wordt gebruikt voor het bedienen en instellen van het display. (BLZ.36) Wordt ook gebruikt om de rijmodus in te stellen. (BLZ.53) sel omlaag-schakelaar Wordt gebruikt voor het bedienen en instellen...
Pagina 57
Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Steek de contactsleutel in het stuurslot. Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars Duw de contactschakelaar omlaag en draai 180 wordt ook aanbevolen. graden naar rechts.
Pagina 58
Parkeerrem Vergrendelen CMX1100D/D2 Trek de parkeerremhendel naar achteren om Parkeerremhendel en ontgrendeltoets het achterwiel te blokkeren. Zorg ervoor dat de motorfiets op de Controleer of de ontgrendelknop uitspringt en parkeerrem staat tijdens het parkeren en het de parkeerremhendel niet is ontgrendeld. warmdraaien van de motor.
Pagina 59
Rijmodus U kunt de rijmodus wijzigen. Rijmodus heeft vier modi. De rijmodus bestaat uit de volgende Beschikbare rijmodi: SPORT, STANDARD, RAIN parameters. en USER. Het niveau van elke parameter verandert afhankelijk van de geselecteerde rijmodus. SPORT, STANDARD en RAIN SPORT: Deze modus is geschikt voor sportief rijden.
Pagina 60
Rijmodus (Vervolg) Oorspronkelijke instelling D-niveau P-niveau T-niveau EB-niveau Hoog Laag Midden Hoog SPORT Midden Midden Midden Midden STANDARD Laag Hoog Laag Laag RAIN Midden Midden Midden Midden *1, 2 USER Opmerkingen: *1: Niveau kan worden gewijzigd. *2: Als uit is geselecteerd, verandert het niveau in Midden wanneer het contact weer wordt ingeschakeld. *3: Alleen CMX1100D/D2.
Pagina 61
P-niveau (motorvermogensniveau) EB-niveau (niveau motorrem) P-niveau heeft drie instelniveaus. EB-niveau heeft drie instelniveaus. Beschikbaar instelbereik: Laag naar Hoog Beschikbaar instelbereik: Laag naar Hoog Laag Midden Hoog Laag Midden Hoog Hoog geeft het sterkste remeffect. Hoog geeft het meeste vermogen. Laag geeft het zwakste remeffect. Laag geeft het minste vermogen.
Pagina 62
Rijmodus (Vervolg) Rijmodus selecteren Breng het voertuig tot stilstand. Selecteer de rijmodusweergave. (BLZ.26) SPORT Druk op de toets (omhoog) of (omlaag) terwijl de gashendel volledig gesloten is. STANDARD Toets (omhoog) RAIN USER Druk op de toets (omhoog) -toets MODE Druk op de toets (omlaag) Toets (omlaag)
Pagina 63
Rijmodus instellen U kunt op elk gewenst moment stoppen met U kunt de waarden van P, T, EB en D wijzigen in instellen van de rijmodi door de -toets MODE de rijmodus USER. ingedrukt te houden. Breng het voertuig tot stilstand. Selecteer de rijmodus USER.
Pagina 64
Rijmodus (Vervolg) Houd de -toets ingedrukt MODE Druk op de -toets MODE Druk op de toets (omhoog) Druk op de toets (omlaag) Houd de toets (omlaag) ingedrukt...
Pagina 65
Motor starten CMX1100A/A2 LET OP Start de motor volgens de volgende procedure, • Als de motor niet binnen 5 seconden start, moet u de ongeacht of de motor koud of warm is. contactschakelaar in de stand (Off) zetten en 10 seconden wachten voordat u de motor opnieuw probeert te starten om de accuspanning te verhogen.
Pagina 66
Motor starten (Vervolg) Als u de motor niet kunt starten: Als de motor niet start: Druk met de gashendel iets open (ongeveer a Open de gasklep en druk gedurende 3 mm, zonder speling) op de startknop. 5 seconden op de -knop.
Pagina 67
CMX1100D/D2 LET OP Start de motor volgens de volgende procedure, • Als de motor niet binnen 5 seconden start, moet u de ongeacht of de motor koud of warm is. contactschakelaar in de stand (Off) zetten en 10 seconden wachten voordat u de motor opnieuw probeert te starten om de accuspanning te verhogen.
Pagina 68
Motor starten (Vervolg) Wanneer u de motor afzet a Zet om de motor af te zetten de transmissie in de neutraalstand ( -indicator gaat branden). Als u de contactschakelaar in de stand (Off) zet wanneer het voertuig in versnelling staat, wordt de motor uitgeschakeld met de koppeling ontkoppeld.
Pagina 69
Schakelen CMX1100A/A2 CMX1100D/D2 De transmissie van uw voertuig is uitgerust met Uw voertuig is uitgerust met een automatische 6 vooruitversnellingen in een schakelpatroon 6-traps transmissie. Deze kan automatisch (via van één omlaag, vijf omhoog. de AT-MODUS) of handmatig (via de MT- MODUS) worden geschakeld.
Pagina 70
Schakelen (Vervolg) Transmissie met dubbele koppeling Het systeem van de transmissie met dubbele koppeling voert onmiddellijk na het starten van CMX1100D/D2 Om te beantwoorden aan de behoeften van de motor een zelfcontrole uit. bestuurders in een uitgebreide reeks situaties, is "...
Pagina 71
Neutraal (N): de neutraalstand wordt Als u schakelt tussen N en D automatisch geselecteerd wanneer u de Voertuig is gestopt en motor draait stationair. Gashendel is volledig gesloten. Schakelen van contactschakelaar in de stand (On) zet. neutraalstand naar D-modus is niet mogelijk Als de neutraalstand niet wordt terwijl de gashendel is opengedraaid.
Pagina 72
Schakelen (Vervolg) AT-MODUS: In deze modus worden de D-modus (AT): dit is de standaardmodus versnellingen automatisch geschakeld in wanneer de AT-MODUS is geselecteerd. overeenstemming met de rijomstandigheden. Selecteer de D-modus voor de gewone werking U kunt ook tijdelijk op- of terugschakelen met en een efficiënt brandstofverbruik.
Pagina 73
Schakelen tussen neutraal en AT- A/M-schakelaar MODUS/MT-MODUS Schakelen van neutraalstand (N) naar AT- MODUS N-D- Druk op D van de N-D-schakelaar (a). schakelaar Het controlelampje van D gaat branden (b), op de schakelstandindicator wordt "1" weergegeven en de eerste versnelling wordt geselecteerd.
Pagina 74
Schakelen (Vervolg) Rijden in MT-MODUS Schakelbediening Op- en terugschakelen met de Opschakelen: opschakelschakelaar (+) en Druk op de opschakelschakelaar (+) (g). terugschakelschakelaar (−). Terugschakelen: De geselecteerde versnelling wordt getoond op Druk op de terugschakelschakelaar (−) (h). de schakelstandindicator. U kunt niet blijven schakelen door de Als de MT-MODUS is geselecteerd, wordt de schakelschakelaar ingedrukt te houden.
Pagina 75
Cruise control Met de cruise control kunt u binnen het Cruise control is alleen bedoeld voor gebruik op opgegeven bereik een constante snelheid rechte hoofdwegen zonder files. Gebruik cruise handhaven. control niet in de stad, op bochtige wegen, bij Het beschikbare bereik voor de slecht weer of op enig ander moment wanneer snelheidsinstelling en de hiervoor geschikte u totale controle over de gashendel moet...
Pagina 76
Cruise control (Vervolg) Cruise control instellen INFO 3-display Zorg dat de rijsnelheid en de actieve versnelling voldoen aan de vereisten van het systeem. Snelheden buiten het beschikbare bereik worden niet opgeslagen. Druk op de hoofdschakelaar Cruise control Ingestelde Controlelampje cruise (Het controlelampje Cruise control gaat snelheid cruise...
Pagina 77
Bij elke keer snel tikken (kort indrukken en De ingestelde snelheid wijzigen loslaten) aan een van beide kanten wordt uw De ingestelde snelheid verder afstellen snelheid met 1 km/h of 1 mph gewijzigd Om de ingestelde snelheid te verhogen: druk (afhankelijk van de ingestelde eenheid voor de de cruise control-hendel kort naar de kant kilometerteller).
Pagina 78
Cruise control (Vervolg) Om de ingestelde snelheid te verlagen: De rijsnelheid handmatig verhogen ● houd de cruise control-hendel ingedrukt Gebruik de gashendel op de normale manier naar de kant . Het systeem verlaagt om te versnellen. automatisch de snelheid van uw voertuig. Om terug te keren naar de ingestelde snelheid, Als de gewenste snelheid is bereikt, laat u de laat u de gashendel los en vertraagt u zonder...
Pagina 79
Het systeem tijdelijk uitschakelen Cruise control hervatten: Als u nog harder dan 50 km/h (30 mph) Voer een van de volgende handelingen uit om ● het systeem tijdelijk uit te schakelen. (Het rijdt, drukt u de cruise control-hendel controlelampje Cruise control ingesteld naar de kant en laat u deze gaat tijdelijk uit, maar de ingestelde snelheid...
Pagina 80
Noodstopsignaal Het noodstopsignaal wordt ingeschakeld maatregelen treffen om een mogelijke botsing wanneer het systeem detecteert dat u hard met uw voertuig te voorkomen. remt bij een snelheid van ongeveer 50 km/h of Het noodstopsignaal stopt met werken als: hoger om achteropkomende bestuurders via U de remmen loslaat.
Pagina 81
Het noodstopsignaal is geen systeem dat een mogelijke botsing van achteren door te hard remmen voorkomt. Het is altijd raadzaam om hard remmen te voorkomen, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Het noodstopsignaal werkt niet wanneer de schakelaar voor de alarmknipperlichten is ingedrukt.
Pagina 82
Tanken Brandstofvuldop openen Afdekkap van slot Open de afdekkap van het slot, steek de Contactsleutel Onderste rand contactsleutel in het slot en draai deze naar rechts van vulhals om de brandstofvuldop te openen. Brandstofvuldop sluiten Druk na het tanken op de brandstofvuldop tot deze vastklikt. Verwijder de contactsleutel en sluit de afdekkap van het slot.
Pagina 83
Het gebruik van USB-apparaten is op eigen de afdekking van de USB-aansluiting door de ring risico. van de dop en sluit u vervolgens een gecertificeerde Honda kan in geen geval aansprakelijk worden USB-kabel aan op de USB-aansluiting. gesteld voor beschadiging van uw USB- USB-aansluiting apparaat tijdens het gebruik.
Pagina 84
USB-aansluiting (Vervolg) Laat de motor draaien terwijl u stroom gebruikt via de aansluiting om te voorkomen dat de accu zwakker wordt (of leegloopt). Sluit de afdekking wanneer de aansluiting niet in gebruik is om te voorkomen dat er iets in de aansluiting komt.
Pagina 85
Opberguitrusting Gereedschap/documentzakje De gereedschapsset en het documentzakje bevinden zich onder het zadel en zijn vastgezet met een rubberen band. Documentzakje Rubberen band Gereedschapsset Zadel verwijderen (BLZ.105) Vervolg...
Pagina 86
Opberguitrusting (Vervolg) Helmhouder Zadel verwijderen (BLZ.105) De helmhouders bevinden zich aan de WAARSCHUWING onderkant van het zadel. Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het Rijden met een helm die aan de houder parkeren. is bevestigd, kan invloed hebben op het veilige gebruik van uw voertuig en Helmhouder leiden tot een ongeval waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 87
Zijkoffer Zijkoffer openen De zijkoffers links en rechts kunnen op dezelfde CMX1100A2/D2 manier worden geopend. Overschrijd nooit de maximale gewichtslimiet. Maximum gewicht: 5,0 kg Steek de contactsleutel in het slot en draai deze rechtsom. Druk op de hendel. Open het deksel van de zijkoffer. Deksel van zijkoffer Openen Sluiten...
Pagina 88
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. BLZ. 83 BLZ. 116 Het belang van onderhoud ......Aandrijfketting ..........BLZ. 84 BLZ. 117 Onderhoudsschema .......... Koppeling ............BLZ. 89 BLZ. 120 Standaardonderhoud ........
Pagina 89
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u Het goed onderhouden van uw voertuig is onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de absoluut essentieel voor uw veiligheid en het benodigde gereedschappen, onderdelen en beschermen van uw investering, optimale vaardigheden beschikt.
Pagina 90
Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van vereisten.
Pagina 91
Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding van Honda. Smeren : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het Reinigen voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 92
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 89 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Remvergrendeling Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering...
Pagina 93
Vervangen De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandleiding van Honda. Smeren : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het Reinigen voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 94
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie voor het Jaarlijkse Regelmatig Items × 1000 km rijden controle vervangen pagina BLZ. 89 × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 1000 km: Glijblok aandrijfketting – Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Remvergrendeling Koplamphoogte – Lichten/claxon – Motorstopschakelaar – Koppelingssysteem Zijstandaard Vering...
Pagina 95
Standaardonderhoud Remmen − Werkingscontrole; Inspectie voor het rijden ● Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk en de remblokken op slijtage BLZ. 111, om een controle voor het rijden uit te voeren en alle BLZ.
Pagina 96
Standaardonderhoud Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Kleurenlabel gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen. Uitgezonderd type GS Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op het kleurenlabel bij het bestellen van gekleurde onderdelen. MODEL WAARSCHUWING Het monteren van andere onderdelen dan...
Pagina 97
Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk afval Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije mag worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
Pagina 98
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Wat te doen in geval van nood Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
Pagina 99
LET OP Het monteren van elektrische accessoires van LET OP andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische Als u de zekering vervangt door een zekering met systeem overbelasten, de accu doen ontladen en een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op mogelijk het systeem beschadigen.
Pagina 100
BLZ. 162 als "Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" op het ronde API-servicesymbool. Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASO T 903-norm : MA ●...
Pagina 101
Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken beschadigen. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Normaal Versleten Beschadigd Aanbevolen remvloeistof: Honda DOT 4-remvloeistof of gelijkwaardig (VERVANGEN) (VERVANGEN) (GOED) Aandrijfketting LET OP De aandrijfketting moet regelmatig worden Het gebruik van een nieuwe ketting met versleten gecontroleerd en gesmeerd.
Pagina 102
Indien niet beschikbaar, gebruik dan SAE 80 of 90 tandwielolie. India Gebruik uitsluitend originele HONDA VOORGEMENGDE KOELVLOEISTOF zonder te verdunnen met water. Originele HONDA VOORGEMENGDE KOELVLOEISTOF werkt uitstekend voor het voorkomen van corrosie en oververhitting. De koelvloeistof moet correct worden gecontroleerd en vervangen in overeenstemming met het onderhoudsschema.
Pagina 103
Standaardonderhoud Carterontluchting Behalve India Pro Honda HP-koelvloeistof is een voorgemengde Voer hieraan vaker onderhoud uit als u in de regen of oplossing van antivriesmiddel en gedistilleerd met vol gas rijdt of nadat het voertuig is gewassen of water. is gevallen. Voer een servicebeurt uit als het...
Pagina 104
Standaardonderhoud Controleren op beschadiging Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op sneden, scheuren of Controleer uw banden met het blote oog en barsten die de gebruik een bandenspanningsmeter om de koordlaag van de band bandenspanning ten minste één keer per maand zichtbaar maken of te meten of wanneer u constateert dat de spijkers of andere...
Pagina 105
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u Om veilig te kunnen rijden moet u de banden vervangen wanneer de minimale profieldiepte is ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Pagina 106
Laat het wiel, na montage van de band, ● instructieboekje. balanceren met originele wielbalanceergewichten van Honda of gelijkwaardig. Installeer geen binnenband in een tubeless ● band op dit voertuig. De binnenband kan extreem heet worden en klappen.
Pagina 107
Gereedschap U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. De gereedschapsset is opgeborgen onder het zadel. BLZ. 105 Standaard-/kruiskopschroevendraaier ● Handgreep voor schroevendraaier ● 10 x 14 mm steeksleutel ● 5 mm inbussleutel ●...
Pagina 108
Demontage en montage van onderdelen Accu Schroeven Opbergvak Demontage Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de stand (Off) staat. Verwijder de zijkappen links en rechts. BLZ. 106 Verwijder het opbergvak door de schroeven te verwijderen. Opbergvak...
Pagina 109
Demontage en montage van onderdelen Accu Koppel de minpool - los van de accu. Koppel de pluspool + los van de accu. Verwijder de accu en pas op dat u de moeren van de accupolen niet laat vallen. Bouten Minpool accupolen Draai de bout van de accupool tijdelijk vast op de moer van de accupool...
Pagina 110
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Aanbrengen Plaats de clip in de uitsparing. Demontage Druk de pen naar binnen. Verwijder de pen met een kruiskopschroevendraaier. Trek de clip uit de uitsparing.
Pagina 111
Demontage en montage van onderdelen Zadel Zadel Demontage Duw de sleutel naar beneden en zet de Bevestigingspennen contactschakelaar in de stand SEAT. Zadel Trek het zadel omhoog en naar voren. Montage Plaats de pennen onder de zadelsteunen. Duw de voorkant van het zadel naar achteren en laat het zakken tot het vergrendelt.
Pagina 112
Demontage en montage van onderdelen Zijkap Zijkap De zijkappen rechts en links worden op dezelfde manier verwijderd. Clip Demontage Bevestigingsrubbers Verwijder het zadel. BLZ. 105 Verwijder de clip. BLZ. 104 Verwijder de bevestigingspennen uit de bevestigingsrubbers. Verwijder de zijkap. Montage Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage.
Pagina 113
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop Bovenste Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair niveau draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en horizontale ondergrond.
Pagina 114
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen LET OP Het te vol vullen met olie of het rijden met onvoldoende olie kan de motor beschadigen. Meng Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij geen olie van verschillende merken en verschillende het onderste merkstreepje bevindt, moet u kwaliteit.
Pagina 115
Koelvloeistof Koelvloeistof controleren Controleer het koelvloeistofpeil in het Expansiereservoir expansiereservoir terwijl de motor koud is. Plaats uw voertuig op een stevige en UPPER-niveau horizontale ondergrond. Houd uw voertuig rechtop. LOWER-niveau Controleer of het koelvloeistofniveau zich tussen het UPPER- en LOWER-merk- streepje in het expansiereservoir bevindt.
Pagina 116
Koelvloeistof Koelvloeistof toevoegen Verwijder de dop van het expansiereservoir en Dop van expansiereservoir voeg vloeistof toe terwijl u het koelvloeistofniveau controleert. Vul niet hoger dan het UPPER-merkstreepje. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de opening van het expansiereservoir terechtkomen. Breng de dop weer aan op het expansiereservoir.
Pagina 117
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in een reservoir zich onder het LOWER-merkstreepje bevindt of Plaats uw voertuig rechtop op een stevige de speling van de remhendel en het en horizontale ondergrond. rempedaal buitensporig is. Controleer of het remvloeistofreservoir Als de remblokken niet zijn versleten, is er horizontaal staat en het vloeistofniveau...
Pagina 118
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Inspecteer de remblokken vanaf de Voor onderkant van de remklauw. Inspecteer de remblokken vanaf Controleer de staat van de remblokslijtage- Achter de rechter achterzijde van het voertuig. indicatoren. Laat de remblokken indien nodig door uw De remblokken moeten worden Voor dealer vervangen.
Pagina 119
Remmen De parkeerrem inspecteren De parkeerrem inspecteren Plaats uw voertuig op een stevige en horizontale ondergrond. Zet de motor uit en duw uw voertuig vooruit met de parkeerrem CMX1100D/D2 ingeschakeld om de werking van de parkeerrem te controleren. Laat de parkeerrem door uw dealer afstellen als de werking van de parkeerrem vermindert.
Pagina 120
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Remlichtschakelaar Stelmoer...
Pagina 121
Zijstandaard Zijstandaard controleren CMX1100A/A2 Ga op het voertuig zitten, zet de transmissie in neutraal en klap de zijstandaard omhoog. CMX1100D/D2 Ga op het voertuig zitten en klap de zijstandaard omhoog. CMX1100A/A2 Veer Start de motor, trek de koppelingshendel zijstandaard in en zet de transmissie in de versnelling. CMX1100D/D2 Start de motor en druk op de D-zijde van de N-D-schakelaar om de transmissie in...
Pagina 122
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting inspecteren Aandrijfketting Controleer de speling van de aandrijfketting op verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen. Laat de ketting door uw dealer inspecteren. Zet de transmissie in de neutraalstand.
Pagina 123
Koppeling Koppeling controleren Controleer de koppelingskabel op knikken of tekenen van slijtage. Laat de kabel indien nodig door uw dealer vervangen. CMX1100A/A2 Smeer de koppelingskabel met een in de Speling van koppelingshendel handel verkrijgbaar kabelsmeermiddel om controleren voortijdige slijtage en corrosie te voorkomen. Controleer de speling van de koppelingshendel.
Pagina 124
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Speling van koppelingshendel Bovenste afstellen borgmoer CMX1100A/A2 – Bovenste versteller Probeer de koppelingskabel eerst af te stellen met de bovenste versteller. Bovenste versteller van koppelingskabel Draai de bovenste borgmoer los. Draai aan de bovenste versteller van de koppelingskabel totdat de speling is afgesteld op 10 - 20 mm.
Pagina 125
Koppeling Speling van koppelingshendel afstellen Onderste stelmoer De motor mag niet afslaan en het voertuig mag niet kruipen. Laat de Als de bovenste versteller van de koppelingshendel geleidelijk los en geef koppelingskabel bijna volledig is uitgedraaid gas. Uw voertuig moet soepel bewegen of de juiste speling niet kan worden bereikt, en geleidelijk aan accelereren.
Pagina 126
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat. Gashendel...
Pagina 127
Andere afstellingen Remhendel afstellen Versteller U kunt de afstand tussen het uiteinde van de remhendel en de stuurgreep afstellen. Afstelmethode Referentieteken Draai de versteller tot de getallen zijn uitgelijnd met het referentieteken terwijl u de hendel naar voren in de gewenste stand Naar voren duwt.
Pagina 128
Andere afstellingen Voorvering afstellen Voorvering afstellen Bovenkant versteller Veervoorspanning U kunt de veervoorspanning afstellen met Versteller behulp van de versteller afhankelijk van de belading of het wegoppervlak. Draai naar rechts om de veervoorspanning te verhogen (hard) of draai naar links om de Bovenkant veervoorspanning te verlagen (zacht).
Pagina 129
Andere afstellingen Achtervering afstellen Achtervering afstellen Versteller Veervoorspanning Verlengstaaf U kunt de veervoorspanning afstellen met behulp van de versteller afhankelijk van de Stiftsleutel belading of het wegoppervlak. Draai de versteller met behulp van de meegeleverde pensleutel. BLZ. 79 Draai naar rechts om de veervoorspanning te verhogen (hard) of draai naar links om de veervoorspanning te verlagen (zacht).
Pagina 130
Verhelpen van storingen BLZ. 132 De motor start niet (HISS-controlelampje blijft Andere waarschuwingsaanduidingen..BLZ. 125 BLZ. 132 branden)............Storingsaanduiding brandstofmeter..... BLZ. 134 Oververhitting (controlelampje hoge Lekke band ............BLZ. 126 BLZ. 135 koelvloeistoftemperatuur brandt)..... Elektrische problemen ........BLZ. 135 Waarschuwingslampjes branden of De accu loopt leeg..........
Pagina 131
De motor start niet (HISS-controlelampje blijft branden) De startmotor werkt maar de Controleer of een andere HISS-sleutel (inclusief de reservesleutel) zich dicht bij motor start niet de contactschakelaar bevindt. Controleer of er geen metalen afdichtingen of Controleer het volgende: stickers op de sleutel aanwezig zijn. Controleer de juiste startvolgorde van de ●...
Pagina 132
Oververhitting (controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt) De motor is oververhit wanneer zich het Als de ventilator niet werkt: volgende voordoet: Ga uit van een defect. Start de motor niet. Controlelampje hoge Breng uw voertuig naar uw dealer. ● koelvloeistoftemperatuur gaat branden. Als de ventilator werkt: De acceleratie wordt traag.
Pagina 133
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Oliedrukcontrolelampje Als het oliedrukcontrolelampje blijft branden wanneer het oliepeil op het juiste niveau staat, zet de motor dan uit en neem contact Als het oliedrukcontrolelampje gaat branden, op met uw dealer. rijd dan veilig naar de kant van de weg en zet de motor uit.
Pagina 134
Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL) PGM-FI-storingslampje Vermijd hoge snelheden en laat uw voertuig onmiddellijk door een dealer controleren. (elektronisch geregelde Wat te doen als het storingslampje brandstofinspuiting) (MIL) knippert Parkeer het voertuig op een veilige plaats en Type GS uit de buurt van brandbare voorwerpen en Als het storingslampje tijdens het rijden gaat...
Pagina 135
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Controlelampje ABS (antiblokkeersysteem) Controlelampje ABS Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een (antiblokkeersysteem) standaardsysteem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als het controlelampje op een van de volgende manieren werkt, is er mogelijk een Het ABS-controlelampje kan gaan knipperen ernstig defect in het ABS.
Pagina 136
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Torque Control-controlelampje Torque Control-controlelampje Zelfs wanneer het Torque Control- controlelampje brandt, is het rijvermogen van uw voertuig normaal maar zonder de Torque Als het controlelampje op een van de Control-functie. volgende manieren werkt, is er mogelijk een Als het controlelampje gaat branden ernstig defect in het Torque Control-systeem.
Pagina 137
Als de "–" indicator knippert in het schakelstandvenster tijdens het rijden CMX1100D/D2 Als u de motor nog steeds niet kunt starten: Als de "–" indicator knippert tijdens het Start de motor terwijl u de remhendel inknijpt rijden, dan kan het systeem van de of het rempedaal intrapt.
Pagina 138
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofmeter In geval van een defect van het brandstofsysteem zien de indicatoren van de brandstofniveaumeter eruit zoals getoond in de afbeeldingen. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
Pagina 139
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofmeter...
Pagina 140
Lekke band Het repareren van een lekke band of het sneller dan 50 km/h. Laat de band zo snel demonteren van een wiel vereist speciaal mogelijk door uw dealer vervangen. gereedschap en technische expertise. Wij WAARSCHUWING raden u aan om deze servicebeurt door uw Het rijden op uw voertuig met een dealer te laten uitvoeren.
Pagina 141
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van het voertuig zijn LED's. Als motorfietsen. een LED niet gaat branden, neem dan Haal de accu uit het voertuig voor het contact op met uw dealer voor onderhoud.
Pagina 142
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Zekeringen in zekeringkast Afdekkap zekeringkast Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 93 Type RU Label zekeringkast BLZ. 154 Afdekking startmotormagneetschakelaar BLZ. 156 Zekeringtrekker Reservezekeringen Reservezekeringen...
Pagina 143
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Hoofdzekering en FI-zekering Verwijder de linker afdekkap. BLZ. 106 Verwijder de afdekkap van de zekeringkast. Reser- vezeke- Trek de zekeringen er een voor een uit Afdekkap start- ringen motormagneet- met behulp van de zekeringtrekker en schakelaar controleer op doorgebrande zekeringen.
Pagina 144
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Verwijder het opbergvak. BLZ. 102 LET OP Verwijder de afdekkap van de Als een zekering herhaaldelijk doorbrandt, duidt dit startmotormagneetschakelaar. wellicht op een elektrisch probleem. Laat uw voertuig door uw dealer inspecteren. Verwijder de magnetische schakelaar van de startmotor van de steun.
Pagina 145
Informatie BLZ. 140 Onderhoudsdiagnoserecorders....BLZ. 141 Sleutels ............... Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 142 functies............. BLZ. 145 Onderhoud van uw voertuig......BLZ. 148 Uw voertuig stallen ......... BLZ. 149 Uw voertuig vervoeren........BLZ. 150 U en het milieu ..........BLZ. 151 Serienummers...........
Pagina 146
Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor Honda, haar erkende dealers en erkende reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en contractanten voor de technische diagnose, het onderzoek en de ontwikkeling van het voertuig.
Pagina 147
Sleutels Sleutels Om een extra sleutel te laten maken en deze in uw HISS- systeem te registreren, moet u de reservesleutel, het sleutelplaatje en het voertuig naar uw dealer brengen. Contactsleutel/sleutel stuurslot Bewaar het sleutelplaatje op een veilige plaats. Dit voertuig heeft twee contactsleutels en een sleutelplaatje met een sleutelnummer en een streepjescode.
Pagina 148
99.999,9 overschrijdt. HISS Contactschakelaar Het Honda startblokkeringssysteem (HISS) Als u de contactschakelaar in de stand (On) laat staan blokkeert het ontstekingssysteem van de motor als terwijl de motor is uitgeschakeld, zal de accu leeglopen.
Pagina 149
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies EU-richtlijn Documentzakje Dit startblokkeringssysteem voldoet aan de richtlijn Het instructieboekje, het registratiebewijs en het radioapparatuur (2014/53/EU). verzekeringsbewijs kunnen worden opgeborgen in de plastic documentzakjes onder het zadel. Ontstekingsblokkeringssysteem De conformiteitsverklaring inzake de richtlijn Een hellingshoeksensor schakelt de motor en de radioapparatuur wordt aan de eigenaar overhandigd op brandstofpomp automatisch uit als het voertuig het moment van aankoop.
Pagina 150
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Assist Slipper-koppelingssysteem Elektronische gasklepbediening Dit model is uitgerust met een elektronische CMX1100A/A2 Het Assist Slipper-koppelingssysteem helpt gasklepbediening. voorkomen dat het achterwiel blokkeert wanneer Plaats geen gemagnetiseerde objecten of objecten de snelheidsvermindering van het voertuig een die gevoelig zijn voor magnetische interferentie bij sterk motorremeffect veroorzaakt.
Pagina 151
Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de lange Smeer alle bewegende delen na het drogen levensduur van uw Honda te garanderen. Potentiële problemen van het voertuig. zijn gemakkelijker vast te stellen op een schoon voertuig. Zorg ervoor dat u geen smeermiddel op de Vooral zeewater en zout dat gebruikt wordt om ijsvorming remmen of banden morst.
Pagina 152
Onderhoud van uw voertuig Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ● Water in het luchtfilter kan het starten van Volg deze richtlijnen voor het wassen: de motor verhinderen. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Pagina 153
Onderhoud van uw voertuig Aluminium componenten Uitlaatpijp en geluiddemper Aluminium wordt aangetast door corrosie na Gebruik geen in de handel verkrijgbare contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig schuurpasta voor de keuken wanneer de uitlaatpijp aluminium onderdelen regelmatig en volg deze en geluiddemper zijn gelakt.
Pagina 154
Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Controleer alle onderhoudsonderdelen die door het onderhoudsschema worden voorgeschreven wanneer u uw voertuig uit de stalling haalt. Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige voertuighoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw voertuig en zet alle gelakte ●...
Pagina 155
Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhanger of een dieplader of aanhanger met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw voertuig met één of beide wielen op de grond te slepen.
Pagina 156
U en het milieu U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Het bezit van en rijden op een voertuig kan Deponeer olie en ander giftig afval in aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren goedgekeurde containers en breng ze naar een aan de bescherming van het milieu.
Pagina 157
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Pagina 158
Andere labels en platen Andere labels en platen Type RU Kentekenplaat a VIN (voertuigidentificatienummer) b Geluidsniveau dB (A) bij c Motortoerental omw/min. Oplaadlabel Deze accu is gevuld met zuur. Als de gestabiliseerde spanning in het onderbroken circuit lager is dan 12,4 V moet de accu worden opgeladen.
Pagina 159
Andere labels en platen Afdekplaatje hoofdremcilinder Voor WAARSCHUWING GEBRUIK UITSLUITEND DOT4-REMVLOEISTOF UIT VERZEGELDE CONTAINER. Achter REINIG DE VULDOP VOORDAT U DEZE VERWIJDERT. Vervolg...
Pagina 160
Andere labels en platen Label zekeringkast CMX1100A/A2 a ABS FSR g FUEL m HEAD b SUB VB h ST MAG n RELAY c MAIN2 i ABS MAIN o OP d ABS MOTOR j RELAY p METER e FAN k RELAY f TBW l HORN STOP...
Pagina 161
Andere labels en platen CMX1100D/D2 a ABS FSR g TBW m HORN STOP b SUB VB h FUEL n HEAD c MAIN2 i ST MAG o RELAY d ABS MOTOR j ABS MAIN p OP e DCT M k RELAY q METER f FAN l RELAY...
Pagina 162
Andere labels en platen Afdekking startmotormagneetschakelaar a MAIN b FI...
Pagina 163
Andere labels en platen Label acceleratiegeluid Naam fabricagelocatie Informatie acceleratietest Geluidswaarde Voertuigsnelheid aan het begin van de acceleratieperiode. Versnelling of, bij voertuigen die zijn getest met niet- vergrendelde overbrengingsverhoudingen, de voor de test gekozen stand van de versnellingsschakelaar. Lengte vóór acceleratie.
Pagina 164
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 165
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Pagina 166
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ CMX1100A 223 kg Totale lengte 2.240 mm CMX1100D 233 kg Totale onbeladen CMX1100A/A2 853 mm massa CMX1100A2 238 kg Totale breedte CMX1100D 834 mm CMX1100D2 248 kg CMX1100D2 848 mm CMX1100A/D 172 kg Maximaal CMX1100A/D 1.115 mm draagvermogen CMX1100A2/D2 163 kg Totale hoogte...
Pagina 167
Specificaties CMX1100A2/D2 CMX1100A/A2 Maximaal Rechts 5,0 kg 2,866 bagagegewicht Zijkoffer Links 5,0 kg 1,888 Passagierscapaciteit Bestuurder en 1 passagier 1,480 Minimale 1,230 2,90 m draaicirkel 1,064 Cilinderinhoud 1.084 cm 0,972 Overbrengings- Boring x slag 92,0 x 81,5 mm verhouding CMX1100D/D2 Compressie- 2,562 10,1: 1...
Pagina 168
Honda DOT 4-remvloeistof Bougieafstand 0,80 - 0,90 mm remvloeistof Stationair Inhoud 1.250 ± 100 omw/min 1,74 L toerental koelsysteem Honda-olie voor 4-taktmotorfietsen, API- HONDA VOORGEMENGDE India serviceclassificatie SJ of hoger, met KOELVLOEISTOF Aanbevolen Aanbevolen uitzondering van olie die wordt aangeduid koelvloeistof Behalve...
Pagina 169
Specificaties Lampen ■ Smeermiddel voor aandrijfketting Aanbevolen speciaal ontworpen voor O- Koplamp smeermiddel voor ringkettingen. Remlicht/achterlicht aandrijfketting Indien niet beschikbaar, gebruik dan Richtingaanwijzer voor/ SAE 80 of 90 versnellingsbakolie. parkeerlicht Speling van Richtingaanwijzer achter 15 - 25 mm aandrijfketting Kentekenplaatverlichting RK BP525MRO Standaard Aant.
Pagina 170
Online Gebruikershandleiding https://www.hondamotopub.com/ 39MLA810 XXX.XXXX.XX.P 00X39-MLA-8100 GEDRUKT IN XXXXX...