4 Methoden voor toepasselijk gebruik
4
4-16
0
3
A
E
..0160503009
..0160503010
B
D
C
STOP
START
MYID001
3. Tik op de knop [START Manual pipetting]
(START handmatig pipetteren).
De samplereenheid beweegt boven de mon-
sterschijf en de monsterschijf draait zodanig dat
monster A naar voren komt.
4. Tik op monsterrekdisplay A. Registreer
de meetgegevens in het registratie-
scherm voor monsterinformatie en tik
vervolgens op de knop [OK].
5. Plaats de te testen objectglaasjes in
objectglaasjeshouder A.
6. Aspireer het monster met de pipet.
OPMERKING
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het objectglaasje voor de hoe-
veelheid monster die moet worden
geaspireerd (aangebracht).
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02