Inhoudsopgave
Advertenties
9 Functiemenu
9.3.15 Buisinstelling voor verdunningsmiddel en referentievloeistof
Configureer het testbuistype dat moet worden gebruikt voor verdunningsmiddel en referentievloeistof.
OPMERKING
9.3.16 Afdrukinstelling voor gemeten resultaat
Configureer het af te drukken aantal (1 tot 3 pagina's) en de afdrukvolgorde van meetresultaten.
9
9-36
Raadpleeg voor de types buisjes die kunnen worden gebruikt voor verdunningsmiddel
en referentievloeistof Sectie 5.4 en Sectie 5.5.
Tik op de knop van het buisje dat u wilt gebruiken.
OPMERKING
[D1] tot en met [D3] onder [Diluent]
(Verdunningsmiddel) geven de posi-
tie van de verdunningsmiddelhouder
aan.
• Tik op het aantal afdrukken dat u wilt configureren.
• Voor de [Print order] kunt u [Slide stacking order]
(Objectglasvolgorde) of [Fixing] (Correctie) selec-
teren.
OPMERKING
Wanneer [Fixing] wordt geselecteerd,
wordt op de volgende volgorde afge-
drukt.
<Plasma/serum en urine>
TP → ALB → TBIL → DBIL →
GOT/AST → GPT/ALT → ALP →
LDH → CHE → GGT → LAP → CPK
→ AMYL → TCHO → HDLC → TG →
UA → BUN → CRE → Na-K-Cl → Ca
→ IP → Mg → GLU → CRP → NH
→ CKMB → LIP → TCO
<Volledig bloed>
Na-K-Cl → GLU → NH
• Voor [Print with the ranges] (Afdrukken met de
bereiken) tikt u op het selectievakje als dit niet
is geselecteerd, en drukt u vervolgens af met de
bereiken.
OPMERKING
Standaard is het selectievakje gese-
lecteerd (ingeschakeld).
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
3
2
3
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
