4
Methoden voor toepasselijk gebruik
4.1
CRP-kalibratie
4.1.1 Kalibratiemeting
Kalibreer wanneer u een nieuw productienummer (partij) met CRP-objectglaasjes start of wanneer
de kalibratie is verlopen.
WAARSCHUWING:
Aangezien de kalibrator CP is gebaseerd op bloed, moet deze op dezelfde wijze worden gehan-
teerd als een patiëntenmonster. Volg bij het hanteren van kalibrator CP altijd de procedures voor
biologisch gevaarlijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril)
overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling. Als u per ongeluk een
monster aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water
en desinfecteer het gebied. Schakel indien nodig medische hulp in.
BELANGRIJK:
Voer de kalibratiemeting uit met Eenheid (A) (mg/dl).
BELANGRIJK:
Wanneer de kalibratordop is geopend, kan er een vloeistoffilm op de flesopening liggen. Verwijder
in dit geval altijd de film voorafgaand aan het kalibratieproces.
BELANGRIJK:
De dop van de kalibrator mag niet langer dan 5 minuten open zijn tijdens een enkele kalibratie.
BELANGRIJK:
Gebruik een kalibrator 10 keer of minder, zelfs tijdens de houdbaarheidsperiode.
BELANGRIJK:
Als de datum en tijd niet juist zijn ingesteld, kan de analysator de vervaldatum van de objectglaas-
jes en de kalibratie niet bepalen, en kunnen de meetresultaten onjuist zijn.
OPMERKING
Wanneer u kalibratiemetingen uitvoert, verdunt de analysator automatisch de kalibra-
tor.
OPMERKING
Laat de CRP-verdunner en kalibrator rusten tot ze op kamertemperatuur zijn vóór
gebruik.
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
4
4-1