Inhoudsopgave
Advertenties
A
B
Monsterrek
Objectglaasjeshouder
(4) Monsterinformatie registreren
0
3
Ａ
..0160503009
..0160503010
B
C
ＳＴＯＰ
MYID001
OPMERKING
Wanneer de analysator is aangesloten op het DMS, kan monsterinformatie auto-
matisch worden verkregen uit de werklijst.
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
E
D
C
1
2
3
4
E
5
D
6
ＳＴＡＲＴ
7
8
Raadpleeg Sectie 4.7
OPMERKING
Zet bij de registratie van de gege-
vens van een monster op meerdere
monsterrekken (A tot en met E) voor
het testen het monster en de object-
glaasjes op elke monsterpositie.
OPMERKING
Zelfs bij de registratie van gegevens
van één monster op meerdere mon-
sterrekken (A tot en met E) voor
testing moet u de objectglaasjes
voor berekeningsitems in dezelfde
objectglaasjeshouder laden om de
metingen uit te voeren.
Tik op een monsterrek om het registratiescherm
voor monsterinformatie weer te geven.
Voer de monsterinformatie in of selecteer deze
(monsternummer, monster-id, referentienorm en
monstertype), en tik op de knop [OK] 7 .
1 Voer het monsternummer in met behulp van het
softwaretoetsenbord (Sectie 2.3).
2 Ontvang aanvraaggegevens van de host-pc via
een DMS-verbinding.
3 Voer de monster-id in met behulp van het soft-
waretoetsenbord (Sectie 2.3).
4 Selecteer een referentienorm uit de lijst.
5 Selecteer een monstertype uit de lijst.
6 Selecteer een verdunningsfactor uit de lijst.
Raadpleeg Sectie 3.6 en Sectie 9.3.14
7 Voer de registratiegegevens in en ga terug naar
het scherm Meetvoorbereiding.
8 Annuleer de invoer van de registratiegegevens en
ga terug naar het scherm Meetvoorbereiding.
3 Meting
Raadpleeg Sectie 4.7
3-10
3
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
