9.1
Controle
Deze modus wordt gebruikt voor meting van controleserum (FUJI DRI-CHEM CONTROL QP) en
voor het uitvoeren van controleonderzoeken. Wanneer de controlemodus is ingesteld, worden
metingen uitgevoerd onder de onderstaande voorwaarden.
• Coëfficiënten van correlatie: volg [Control measurement setting] (oorspronkelijke waarden uitge-
schakeld (a=1, b=0)) van het functiemenu.
• Meeteenheden: volg [Unit settings] (Eenheidinstellingen) van het functiemenu.
• Verdunningsvoorwaarden: normaal gesproken wordt geen verdunning uitgevoerd. (Dit kan wor-
den geconfigureerd in het registratiescherm voor monsterinformatie.)
OPMERKING
Wanneer de analysator weer wordt ingeschakeld, wordt de controlemodus geannu-
leerd.
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
1. Bereid het te meten objectglaasje voor
en plaats het in monsterpositie voor de
meting.
2. Plaats de te meten controlevloeistof in
het buisje en laad het in de monsterposi-
tie voor de meting.
Raadpleeg Sectie 3.3 (3)
3. Tik op de knop
4. Tik op de knop [Control].
9 Functiemenu
.
9-3
9