6 Onderhoud
6.3
Controle en reiniging van de overbrengingsbalk, incubator,
monstertoepassingseenheid en ISE-eenheid
De meetresultaten worden beïnvloed door vlekken (van bloedmonsters, enz.) aan de binnenkant
van de incubator en de ISE-eenheid. Deze onderdelen moeten minstens eenmaal per drie maan-
den worden gecontroleerd en gereinigd. Wanneer er een fout optreedt bij het overbrengen van de
objectglaasjes of bij het uitwerpen van een tip, reinig dan de monstertoepassingseenheid.
6.3.1 Niveaucontrole referentieplaat
Voer vóór reiniging een [Reference plate level check] (Niveaucontrole referentieplaat) uit.
6
6-6
1. Tik op de knop
2. Tik op de knop [Normal mode] (Normale
modus).
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
.