9 Functiemenu
9
9-12
• Configureer het communicatietype en of er via
de printer moet worden uitgevoerd wanneer
[Serial connection] is ingesteld. Er is keuze uit 4
communicatietypen.
- Type 1: Tweerichtingsverbinding
- Type 2: Eenrichtingsverbinding (tweerichtings-
indeling)
- Type 3: Eenrichtingsverbinding (standaardin-
deling)
OPMERKING
Het apparaat moet opnieuw wor-
den opgestart voordat de instelling
wordt toegepast. De bevestigings-
dialoog voor het uitschakelen
verschijnt wanneer op
getikt om de Modusfunctie voor
de beheerder af te sluiten. Start
de analysator opnieuw op nadat
deze is uitgeschakeld.
• Configureer het communicatietype en of er via
de printer moet worden uitgevoerd wanneer [LAN
connection] is ingesteld. Er is keuze uit 4 com-
municatietypen.
- Type 1: Tweerichtingsverbinding
- Type 2: Eenrichtingsverbinding (tweerichtings-
indeling)
- Type 3: Eenrichtingsverbinding (standaardin-
deling)
- Type 4: Eenrichtingsverbinding (HL7-formaat)
• Wanneer op
wordt getikt, verschijnt het
LAN-configuratiescherm. Wanneer op een
invoerveld wordt getikt, verschijnt het software-
toetsenbord (raadpleeg Sectie 2.3) zodat de
waarde kan worden bewerkt.
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02
wordt