9 Functiemenu
9.3.18 Instelling van de controlemeting
Configureer of de coëfficiënt van correlatie moet worden ingeschakeld wanneer een controlemeting
wordt uitgevoerd.
9
9-38
4. Raak om een partijnummer te bewerken
de knop [Lot editing] (Partij bewerken)
aan en voer het nummer in met het soft-
waretoetsenbord dat verschijnt.
OPMERKING
Tik om de naam van een contro-
levloeistof te bewerken of toe te
voegen op de knop van de naam
van een controlevloeistof en voer
de informatie in met het software-
toetsenbord dat verschijnt.
Tik op het selectievakje om de coëfficiënt van corre-
latie in te schakelen voor een controlemeting.
OPMERKING
Standaard is het selectievakje niet
geselecteerd (niet ingeschakeld).
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02