11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker)
11.2 Verschillen in operationele functies tussen de gebruikers-
id-niveaus (OPE, ADM, EMG)
De operationele functies zijn verschillend afhankelijk van het operator-id-niveau.
OPMERKING
Meetresultaat
11
11-2
OPE: Gebruiker
ADM: Beheerder
EMG: Noodsituatie
OPE/ADM: Wanneer een objectglaasje wordt
gebruikt dat verlopen is, wordt EXP
aangegeven in plaats van het meetre-
sultaat.
EXP wordt niet alleen op het scherm
weergegeven, maar ook op papier en in
de communicatie.
Dit is ook het geval voor een CRP-me-
ting waarvan de kalibratie is verstreken.
EMG:
Wanneer in EMG een objectglaasje
wordt gebruikt dat verlopen is, wordt
het meetresultaat met een #-markering
weergegeven.
897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02