Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTRUCTIEHANDLEIDING
FUJI DRI-CHEM
ANALYSATOR VOOR KLINISCHE CHEMIE
FUJI DRI-CHEM NX700
FUJI DRI-CHEM NX700i
In deze handleiding wordt informatie over de
bediening van de FUJI DRI-CHEM NX700/
NX700i en de hierbij in acht te nemen waarschu-
wingen gegeven. Lees deze handleiding grondig
door voordat u de FUJI DRI-CHEM NX700/
NX700i in gebruik neemt. Bewaar deze handlei-
ding na het lezen in de nabijheid van de FUJI
DRI-CHEM NX700/NX700i, zodat u deze indien
nodig kunt raadplegen.
NL
Veilig gebruik en
voorzorgsmaatregelen
bij hantering
Onderdeelnamen en
verbruiksartikelen
Meting
Methoden voor
toepasselijk gebruik
Verbruiksartikelen
laden
Onderhoud
Kwaliteitscontrole
Problemen oplossen
Functiemenu
Andere functies
USM
Specificaties
Woordenlijst
6e uitgave
897N201058H februari 2022
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor FujiFilm FUJI DRI-CHEM NX700

  • Pagina 1 FUJI DRI-CHEM NX700/ NX700i en de hierbij in acht te nemen waarschu- wingen gegeven. Lees deze handleiding grondig door voordat u de FUJI DRI-CHEM NX700/ 6e uitgave NX700i in gebruik neemt. Bewaar deze handlei- ding na het lezen in de nabijheid van de FUJI DRI-CHEM NX700/NX700i, zodat u deze indien nodig kunt raadplegen.
  • Pagina 3: Inleiding

    De installatie mag alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd servicepersoneel. <Beoogd gebruik> De FUJI DRI-CHEM NX700 en FUJI DRI-CHEM NX700i (hierna FDC NX700 genoemd) is een medisch apparaat voor in-vitrodiagnostiek voor de automatische kwantificatie van de concentratie of de activiteit van de bestanddelen in bloed of urine door middel van colorimetrische eindpunt-, snelheids- en ISE- tests, met behulp van de FUJI DRI-CHEM SLIDEs.
  • Pagina 4 De FDC NX700 is een diagnostisch medisch apparaat en deze handleiding is beschikbaar voor alle series (FUJI DRI-CHEM NX700 en FUJI DRI-CHEM NX700i; de eerstgenoemde omvat de PF-eenheid (plasmafilter), de laatstgenoemde niet. Voor de laatstgenoemde serie kunnen de secties waarin de een- heid wordt beschreven dan ook worden overgeslagen).
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    1.13 QC-kaartsysteem ………………………………………………………………………… 1-7 1.14 Monsters hanteren ……………………………………………………………………… 1-7 1.15 Samplerklep ……………………………………………………………………………… 1-8 1.16 Verdunningsmiddelen en referentievloeistof …………………………………………… 1-8 1.17 FUJIFILM PF-plasmafilters ……………………………………………………………… 1-8 1.18 FUJI DRI-CHEM AUTO TIPS, FUJI-monsterbuisjes en FUJI DRI-CHEM MIXING CUPS ……………………………………………………………………………………… 1-9 1.19 Lamp lichtbron …………………………………………………………………………… 1-10 1.20 Opnamepapier ……………………………………………………………………………...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Monsterbuisjes voor de FDC NX700 …………………………………………………… 3-31 3.9.1 Bloedafnamebuisjes …………………………………………………………… 3-31 3.9.2 FUJI-monsterbuisjes …………………………………………………………… 3-33 3.9.3 Monsterrekken …………………………………………………………………… 3-34 3.10 QC-kaartsysteem ………………………………………………………………………… 3-35 Methoden voor toepasselijk gebruik CRP-kalibratie …………………………………………………………………………… 4-1 4.1.1 Kalibratiemeting ………………………………………………………………… 4-1 4.1.2 Configureren van de kalibratorconcentratie ………………………………… 4-6 4.1.3 Kalibratie controleren ……………………………………………………………...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave De pakking referentievloeistofdop reinigen en vervangen …………………………… 6-28 Onderhoud PF-eenheid ………………………………………………………………… 6-30 6.9.1 De PF-eenheid reinigen (sensor, referentieplaat en zuignap) ……………… 6-30 6.9.2 De PF-zuignap controleren …………………………………………………… 6-32 6.9.3 De PF-zuignap vervangen ……………………………………………………… 6-35 6.9.4 De PF-pompslang vervangen ………………………………………………… 6-38 Kwaliteitscontrole Controlevloeistoffen ………………………………………………………………………...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 9.3.10 Coëfficiënten van partijcompensatie ………………………………………… 9-25 9.3.11 Coëfficiënten van standaardcurve …………………………………………… 9-27 9.3.12 Partijkwalificatie ………………………………………………………………… 9-30 9.3.13 Coëfficiënten van PF-kalibratie ………………………………………………… 9-31 9.3.14 Verdunningsinstelling …………………………………………………………… 9-33 9.3.15 Buisinstelling voor verdunningsmiddel en referentievloeistof ……………… 9-36 9.3.16 Afdrukinstelling voor gemeten resultaat ……………………………………… 9-36 9.3.17 Instelling van de controlevloeistof ………………………………………………...
  • Pagina 9: Veilig Gebruik En Voorzorgsmaatregelen Bij Hantering

    Dit gedeelte bevat de veiligheidsvoorschriften die moeten worden opgevolgd voor een veilig gebruik van de FUJI DRI-CHEM NX700 (in het resterende deel van deze handleiding wordt FUJI DRI-CHEM NX700 afgekort tot “FDC NX700”). Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door en neem de voorzorgsmaatregelen in acht voordat u de analysator in gebruik neemt, zodat u deze op de juiste wijze kunt bedienen.
  • Pagina 10: Biologische Gevaren En Verwijdering

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering Biologische gevaren en verwijdering WAARSCHUWING: Items zoals gebruikte objectglaasjes, tips, mengbekers en monsterbuisjes waarop monsters zoals bloed en urine zijn aangebracht, evenals wattenstaafjes en doekjes die worden gebruikt om de apparatuur schoon te maken, zijn besmettelijk industrieel afval. Verwerk dit afval overeenkomstig de toepasselijke voorschriften in uw land, bijvoorbeeld door verbranding, smelten, sterilisatie of des- infectie.
  • Pagina 11: Waarschuwingen Met Betrekking Tot Elektrische Schokken

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering Waarschuwingen met betrekking tot elektrische schokken WAARSCHUWING: De apparatuur wordt gevoed met een spanning van 100-240 V wisselstroom. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om elektrische schokken te voorkomen. • Vermijd installatieplaatsen waar water op de apparatuur kan spatten. •...
  • Pagina 12: Waarschuwing Met Betrekking Tot Bewegende Delen

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering LET OP: Gebruik geen andere apparaten (zoals mobiele telefoons) die radiofrequentie-energie genereren en kunnen uitstralen in de buurt van de FDC NX700. Anders kan dit resulteren in fysieke beschadiging of storing van de FDC NX700. Waarschuwing met betrekking tot bewegende delen WAARSCHUWING: Houd uw vingers niet in de buurt van bewegende delen (sampler en monsterschijf) wanneer u de...
  • Pagina 13: Maatregelen Bij Storingen

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering (3) Gebruik een afzonderlijk stopcontact, dat gescheiden is van andere apparatuur. (4) Zorg voor minimaal 10 cm ruimte achter en naast de apparatuur. (5) Haal de stekker van de apparatuur uit het stopcontact als deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
  • Pagina 14: Meetresultaten

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering 1.10 Meetresultaten BELANGRIJK: Stel een uitvoerige diagnose, waarbij ook andere relevante testresultaten of klinische symptomen in beschouwing worden genomen. BELANGRIJK: Wanneer er zich voor of tijdens de meting een probleem met de apparatuur (fout) voordoet, of wan- neer er een waarschuwing wordt weergegeven bij de meetresultaten, kan het zijn dat de meetresul- taten niet nauwkeurig zijn.
  • Pagina 15: Crp-Meting

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering • Maak geen krassen op de identificatiegegevens op de achterkant van een objectglaasje. • Objectglaasjes niet hergebruiken. OPMERKING De verpakkingen van objectglaasjes en de houders voor vloeistoffen zoals verdun- ningsmiddel en referentievloeistof kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Pagina 16: Samplerklep

    FUJIFILM-plasmafilter PF wordt in dit document afgekort tot “PF”. BELANGRIJK: Raadpleeg vóór gebruik van een FUJIFILM PF de gebruiksaanwijzing die bij de PF wordt geleverd, en lees de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de gemeten monsters en de gebruikte bloedaf- namebuisjes zorgvuldig door.
  • Pagina 17: Fuji Dri-Chem Auto Tips, Fuji-Monsterbuisjes En Fuji Dri-Chem Mixing

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering 1.18 FUJI DRI-CHEM AUTO TIPS, FUJI-monsterbuisjes en FUJI DRI-CHEM MIXING CUPS OPMERKING In deze handleiding kan FUJI DRI-CHEM AUTO TIPS worden afgekort tot “tip”, FUJI-monsterbuisjes tot “buisje” en FUJI DRI-CHEM MIXING CUPS tot “mengbeker”. FDC NX700 voert de monsterapplicatie automatisch uit via de sampler.
  • Pagina 18: Lamp Lichtbron

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering 1.19 Lamp lichtbron LET OP: De lamp van de lichtbron wordt erg heet. Schakel de voeding uit, wacht minimaal 5 minuten en con- troleer vervolgens of de lamp is afgekoeld voordat u de lamp vervangt. (1) De lamp van de lichtbron is een precisie-halogeenlamp.
  • Pagina 19: Labels

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering 1.21 Labels De volgende veiligheidslabels zijn op de FDC NX700 aangebracht. Aan/uit-knop Waarschuwingslabel Waarschuwingslabel vergrendelsleutel biologisch gevaar samplerklep Raadpleeg Sectie 1.15  Waarschu- wingslabel bewegende Waarschu- delen wingslabel biologisch gevaar Waarschuwingslabel Waarschuwingslabel Waarschuwingslabel Waarschuwingslabel in verband met hoge lamp...
  • Pagina 20: Symbolen

    1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering 1.22 Symbolen Teken Beschrijving Waarschuwing, Let op, Belangrijk, raadpleeg documenten Biologische risico’s Waarschuwing in verband met hoge temperatuur Aan/uit-knop Stroomschakelaar Breekbaar item, voorzichtig hanteren Beschermen tegen regen Deze kant boven Stapelbeperking Temperatuurgrenswaarden Fabrikant Serienummer Productiedatum Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap...
  • Pagina 21 1 Veilig gebruik en voorzorgsmaatregelen bij hantering Teken Beschrijving CE-markering van conformiteit Importeerder Raadpleeg een elektronische gebruiksaanwijzing (e-IFU) Unieke apparaatidentificatie 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 1-13...
  • Pagina 23: Onderdeelnamen En Verbruiksartikelen

    Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Onderdeelnamen OPMERKING Hierna volgt een illustratie van de FDC NX700 (model met volledige opties). De FDC NX700i wijkt licht af. Printer Samplerklep Lcd (aanraakpaneel) Aan/uit-knop Vergrendeling samplerklep Onderste klep aan de Kaartlezer voorzijde Afvoerbak Klep straalbuis sampler Plasmafiltereenheid Incubatorkabel (PF-eenheid)
  • Pagina 24 2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Luchtfilter (Ventilatiekoepel) RS-232C-connector USB-connector LAN-terminal Stroomschakelaar Stroomtoevoer Luchtfilter (Ventilatiekoepel) 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 25 2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Afvoerbak Lamp lichtbron Monsterrek (A-E) Referentievloeistofhouder Objectglaasjeshouder (A-E) Kalibratorhouder Verdunningsmiddelhouder (D1-D3) Mengbeker Klep monstertoe- Tiprek passingseenheid 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 26 2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen < gegevens van PF-eenheid > PF-referentieplaat PF-eenheid PF-sensor/zuignap PF-monsterrek PF-pomp 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 27: Namen En Functies Op Het Scherm Van Het Aanraakpaneel

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Namen en functies op het scherm van het aanraakpaneel Op deze apparatuur wordt het aanraakscherm gebruikt om configuraties te maken, metingen uit te voeren, meetresultaten en berichten te bevestigen en andere bewerkingen uit te voe- ren. Lcd (aanraakpaneel) 2.2.1 Scherm Meetvoorbereiding Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, wordt na het opstarten het scherm Meetvoorbereiding...
  • Pagina 28: Knop Meetresultaten

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen 7 Knop meetresultaten Toon de meetresultaten. Raadpleeg Sectie 3.4  < Display van de monsterschijf > 8 Mengbekers Geeft het aantal resterende mengbekers weer. Als op dit display wordt getikt, kun- nen er mengbekers worden geladen. Raadpleeg Sectie 5.3 ...
  • Pagina 29: Hulpscherm

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen 2.2.2 Hulpscherm Tijdens metingen, onderhoud, vervanging van verbruiksartikelen en andere acties voor de FDC NX700 kunt u op de knop op het scherm Meetvoorbereiding tikken. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 30 2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen -knop Het scherm Meetvoorbereiding verschijnt. -knop Keer terug naar het vorige scherm. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 31: Namen En Functies Van Schermen Van Het Softwarekeyboard

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Namen en functies van schermen van het softwarekeyboard Wanneer gegevens moeten worden ingevoerd voor bewerkingen en configuraties, verschijnt het softwarekeyboard automatisch op het lcd- scherm. Voer alfanumerieke tekens, symbolen en katakana in. (Lcd-aanraakpaneel) 1 Knoppen voor alfabetische tekens, cijfers, symbolen en katakana Voer alfabetische tekens, cijfers, symbo-...
  • Pagina 32: Wanneer De [123]-Knop Wordt Geselecteerd

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Wijzig het invoerscherm door de knop [ABC], [abc], [123] of [-#/] te gebruiken. < Wanneer de [ABC]-knop wordt < Wanneer de [abc]-knop wordt geselecteerd > geselecteerd > Wanneer de [123]-knop wordt geselecteerd Wanneer de [-#/]-knop wordt geselecteerd 8 [ABC]-knop 0 [123]-knop...
  • Pagina 33: Gebundelde Artikelen

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Gebundelde artikelen Opnamepapier 2 rollen Objectglaasjeshouder Gewicht objectglaasjes Label cassette objectglaasje (ABCDE-label) Lamp lichtbron O-ring Tiprek Lekcontrolegereedschap sampler PF-lekcontrolegereedschap (voor FDC NX700) FUJI DRI-CHEM AUTO TIPS 1 cassette FUJI PLAIN TUBE 1.5 (type 1,5 ml) 1 pak FUJI PLAIN TUBE 0.5 (type 0,5 ml) 1 pak FUJI DRI-CHEM MIXING CUPS...
  • Pagina 34: Verbruiksartikelen En Optionele Artikelen

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen Verbruiksartikelen en optionele artikelen Neem contact op met de dealer van wie u de FDC NX700 hebt gekocht voor het kopen van de ver- bruiksartikelen of optionele artikelen hieronder. 2.5.1 Verbruiksartikelen Naam Pak/eenheid * FUJI DRI-CHEM AUTO TIPS 6 cassettes FUJI-monsterbuisjes FUJI HEPARIN TUBE (1,5 ml)
  • Pagina 35: Optionele Artikelen

    2 Onderdeelnamen en verbruiksartikelen 2.5.2 Optionele artikelen Naam Pak/eenheid Monsterrek Voor φ 16 × 100 mm Voor φ 13 × 100 mm Voor φ 13 × 75 mm Voor 1,5 ml Voor 0,5 ml Voor φ 16 × 100 mm (bij gebruik van PF) Voor φ...
  • Pagina 36: Meting

    Meting Bedieningsoverzicht Laad eerst de verbruiksartikelen en andere items in de FDC NX700 om de meting voor te bereiden (stap 1), en voer daarna de daadwerkelijke meting uit (stap 2). Stap 1 - Voorbereiding meting Reinigen van het afvoerbakje Raadpleeg Sectie 3.2(1) Het opnamepapier controleren Raadpleeg Sectie 3.2(2) De FDC NX700 starten...
  • Pagina 37: Basismetingen

    3 Meting Stap 2 - Meting Basismetingen Raadpleeg Sectie 3.5 voor ISE-testmetingen Raadpleeg  Raadpleeg Sectie 3.6 voor verdunningsmetingen  Sectie 3.3 Raadpleeg Sectie 3.7 voor CRP-metingen  Objectglaasje Monster Monstertype Tips controleren controleren Startknop <Ingestelde volgorde objectglaasjes> •Om CRP- en CM-objectglaasjes (colorimetrisch) te testen •Om CM- en ISE-objectglaasjes te testen ISE-objectglaasje CM-objectglaasje...
  • Pagina 38: Reinigen Van Het Afvoerbakje

    3 Meting Voorbereiding meting (1) Reinigen van het afvoerbakje Het afvoerbakje legen. BELANGRIJK: Als het afvoerbakje vol is, kan er een fout optreden bij het overbrengen van de objectglaasjes of het verwijderen van de tip, wat een negatieve invloed kan hebben op de meetwaarden. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u het afvoerbakje plaatst nadat u het hebt geleegd.
  • Pagina 39: Het Opnamepapier Controleren

    3 Meting (2) Het opnamepapier controleren Druk op de in de afbeelding aangegeven plaats om Klep de vergrendeling ( 1 ) te ontgrendelen, en til vervol- gens de klep ( 2 ) op. Druk op het holle gedeelte. Controleer de hoeveelheid resterend opnamepapier (FUJI thermisch papier).
  • Pagina 40 3 Meting (3) De FDC NX700 starten Druk op de aan/uit-knop om de FDC NX700 te star- ten. OPMERKING Indien de apparatuur is aangesloten op DMS, schakel dan de apparatuur in voordat u DMS start. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat- regel kan de gegevensoverdracht verstoren.
  • Pagina 41 3 Meting (4) De datum en tijd controleren Controleer of de datum en tijd die op het lcd-scherm worden weergegeven correct zijn. Als deze niet juist zijn, stelt u de datum en tijd in met [Date & Time settings] (Datum- en tijdinstellin- gen) in de normale modus.
  • Pagina 42 3 Meting Basismetingen OPMERKING Deze analysator schakelt standaard de lamp van de lichtbron uit gedurende de tijd die is ingesteld onder [Lamp management] (Lampbeheer) in de Normale modus, om de levensduur van de lamp te sparen. Wanneer de lamp is uitgeschakeld, raadpleeg dan Sectie 3.3.1 alvorens de apparatuur te bedienen.
  • Pagina 43 3 Meting (3) Monsters en objectglaasjes laden WAARSCHUWING: Volg bij het hanteren van monsters (bloed of urine) altijd de procedures voor biologisch gevaar- lijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling. Als u per ongeluk een monster aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water en desinfecteer het gebied.
  • Pagina 44 3 Meting 4. Lijn de richting uit en laad de object- Objectglaasjeshouder glaasjeshouder op de monsterlocatie die moet worden gemeten. 5. Controleer of het monsterrek en de mon- sterbuisjestypen correct zijn. OPMERKING Gebruik een monsterbuisje dat overeenkomt met het label op het monsterrek om een opzuigfout of een storing te voorkomen.
  • Pagina 45: Monsterinformatie Registreren

    3 Meting OPMERKING Zet bij de registratie van de gege- vens van een monster op meerdere monsterrekken (A tot en met E) voor het testen het monster en de object- glaasjes op elke monsterpositie. OPMERKING Zelfs bij de registratie van gegevens van één monster op meerdere mon- sterrekken (A tot en met E) voor testing moet u de objectglaasjes...
  • Pagina 46 3 Meting BELANGRIJK: Het monstertype van het monster, het objectglaasje en de instelling van het monstertype van de FDC NX700 moeten hetzelfde zijn. Anders zal een onjuist meetresultaat worden verkregen. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u het juiste monsternummer en monster-id invoert. BELANGRIJK: Wanneer een vloeistof met een lage concentratie proteïnen (zoals urine) wordt gemeten, kunnen er tijdens de meting enkele luchtbelletjes in de tip verschijnen.
  • Pagina 47 3 Meting Als de monstertoepassing is gestart, knippert het display van het monsterrek tijdens de monstertoe- passing. Als de monstertoepassing is gestopt, wordt het dis- play van het monsterrek uitgeschakeld. Wanneer objectglaasjes en monsters zijn geladen in meer- dere monsterrekken, knippert het display van het volgende monsterrek oranje en wordt vervolgens de monstertoepassing gestart.
  • Pagina 48 3 Meting (6) De meetresultaten controleren Nadat de meting van alle monsters is voltooid, tikt u op de knop en controleert u vervolgens de mee- tresultaten. De meetresultaten worden afgedrukt in de volgorde waarin de objectglaasjes in de houder zijn geplaatst. Om de test opnieuw uit te voeren (Sectie 4.5), klikt u op de knop (opnieuw testen).
  • Pagina 49: Schema Voor Lamp Uit En Metingstart

    3 Meting 3.3.1 Schema voor lamp uit en metingstart Wanneer deze analysator enige tijd niet wordt gebruikt (een tijd van 20 tot 240 minuten kan wor- den ingesteld) terwijl [Ready to test] op het lcd-scherm wordt weergegeven, wordt de lamp van de lichtbron standaard uitgeschakeld om de levensduur van de lamp te sparen.
  • Pagina 50 3 Meting Als een meting mogelijk is, wordt deze automatisch gestart. OPMERKING Om een geplande meting te annule- ren tikt u op de knop [STOP]. 3-15 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 51: Scherm Meetresultaten

    3 Meting Scherm Meetresultaten Nadat de meting is voltooid, tikt u op de knop controleert u vervolgens de meetresultaten. OPMERKING Er wordt een back-up gemaakt van de resultaten van de laatste 270 mon- sters. Weergavegebied resultaatgegevens < Weergave van meetresultaten > Groen: Binnen referentie-interval Rood: Buiten referentie-interval Ondergrens...
  • Pagina 52: Aanvoerknop

    3 Meting < Knoppen van het scherm Meetresultaten > -knop Sluit het scherm Meetresultaten en keer terug naar het scherm Meetvoorbereiding. 2 Knop Monsternummer wijzigen Wijzig het monsternummer waarvoor de meetresultaten moeten worden weergege- ven. 3 Aanvoerknop Voer een vastgestelde hoeveelheid opname- papier in.
  • Pagina 53 3 Meting < Kalenderweergave > 1 Bladerknoppen Meetmaand Wijzig de weergave van de kalendermaand. 2 Datumknoppen Geef het scherm met meetresultaten van een bepaalde datum weer. De huidige weer- gegeven datum wordt in blauw weergege- ven. OPMERKING D a t u m s z o n d e r m e t i n g e n worden grijs weergegeven en kunnen niet worden geselec- teerd.
  • Pagina 54: Ise-Testmetingen

    3 Meting ISE-testmetingen BELANGRIJK: De analysator kan de vervaldatum van ISE-objectglaasjes niet detecteren als de geïnstalleerde softwareversie ouder is dan 2.0. Controleer handmatig of de vervaldatum van de objectglaasjes nog niet is verstreken. Als softwareversie 2.0 of hoger is geïnstalleerd, kan de analysator de vervaldatum van ISE-object- glaasjes met een vervaldatum van 2023 of later of met partijnummers van 130000 tot 139999 wel automatisch opsporen.
  • Pagina 55 3 Meting 3. Controleer de instelling van het monster- type. Registreer indien nodig de monsterinformatie. Raadpleeg Sectie 3.3 (4)  4. Laad monsters en objectglaasjes. Voor meer informatie over de methoden voor het laden van het monster en het objectglaasje, zie Sectie 3.3 (3).
  • Pagina 56: Verdunningstests

    3 Meting Verdunningstests Er zijn 2 soorten verdunningsmetingen. • Automatisch verdunnen en meten met behulp van [Dilution setting] (Verdunningsinstelling) in de Modusfunctie voor de beheerder waarmee verdunningsfactoren voor elke test en elk monstertype vooraf kunnen worden ingesteld. Raadpleeg Sectie 9.3.14 ...
  • Pagina 57 3 Meting (Voorbeeld) Bij het 2x verdunnen van monster A 1. Controleer het aantal verbruiksartikelen (tips, mengbekers en verdunningsmid- del). Als er te weinig verbruiksartikelen zijn, vul ze dan aan of vervang ze. • Tips laden Raadpleeg Sectie 5.2  •...
  • Pagina 58 3 Meting 4. Tik op [x2] in de lijst. - : De verdunning wordt uitgevoerd volgens de [Dilution setting] in de Modusfunctie voor de beheerder. None (Geen): Geen verdunning OPMERKING Voer zo nodig andere informatie A over het monster in of kies deze. ..0160503009 ..0160503010 STOP...
  • Pagina 59 3 Meting 6. Sluit de samplerklep en vergrendel deze met de vergrendelsleutel van de sam- plerklep. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de samplerklep tijdens de mon- sterverwerking vergrendeld is om verwondingen en infectie te voorkomen. Wanneer het display [Ready to test] weergeeft, kan de samplerklep worden geopend.
  • Pagina 60: Crp-Tests

    3 Meting CRP-tests OPMERKING Telkens wanneer een nieuwe doos CRP-objectglaasjes wordt gebruikt, moet een nieuwe QC-kaart worden gelezen. Raadpleeg Sectie 3.10  OPMERKING Kalibratie is nodig voor CRP-metingen onder de volgende omstandigheden. • Wanneer er een andere partij objectglaasjes wordt gebruikt •...
  • Pagina 61 3 Meting 2. Laad monsters en objectglaasjes. Voor meer informatie over de methoden voor het laden van het monster en het objectglaasje, zie Sectie 3.3 (3). CM-objectglaasje 一般比色 OPMERKING Wanneer u een CRP-object- 図-4.9 glaasje en een CM-objectglaasje tegelijkertijd meet, stapelt u het CRP-objectglaasje als laatste of als eerste in de houder.
  • Pagina 62 3 Meting 5. Tik in het scherm Meetvoorbereiding op de knop [START] om de meting te star- ten. 3-27 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 63: De Fdc Nx700 Uitschakelen

    3 Meting De FDC NX700 uitschakelen Verdunningsmiddeldisplay 1. Verwijder de monsters. 2. Tik op het weergave van het verdun- ningsmiddel of de weergave van de refe- rentievloeistof op het lcd-scherm om de monsterschijf te draaien, en verwijder vervolgens het verdunningsmiddel en de referentievloeistof van de analysator.
  • Pagina 64 3 Meting 5. Druk op de aan/uit-knop. Aan/uit-knop 6. Tik op [OK]. LET OP: Als u het scherm niet kunt bedienen, drukt u op de aan/uit-knop aan de voorkant om de stroom uit te schakelen. OPMERKING Wanneer de analysator voor lan- gere tijd niet wordt gebruikt, zet u de stroomschakelaar op [○].
  • Pagina 65 3 Meting 7. Het afvoerbakje legen. WAARSCHUWING: Raak gebruikte objectglaasjes en tips niet met uw blote handen aan, aangezien dit een infec- tie kan veroorzaken. Als u per ongeluk een item aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water en desinfecteer het gebied.
  • Pagina 66: Monsterbuisjes Voor De Fdc Nx700

    3 Meting Monsterbuisjes voor de FDC NX700 De volgende monsterbuisjes kunnen worden gebruikt op de FDC NX700: • Bloedafnamebuisje Ø 16 × 100 mm • Bloedafnamebuisje Ø 16 × 100 mm (bij gebruik van PF) • Bloedafnamebuisje Ø 13 × 100 mm •...
  • Pagina 67 3 Meting (2) Buisinhoud en controle-items die kunnen worden gemeten BELANGRIJK: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de objectglaasjes voor bruikbare bloedafnamebuisjes en neem de genoemde punten in acht. BELANGRIJK: Neem voor de inhoud, de controle-items, de kleur van de dop en andere details contact op met de fabrikant van het te gebruiken bloedafnamebuisje.
  • Pagina 68: Fuji-Monsterbuisjes

    3 Meting 3.9.2 FUJI-monsterbuisjes Gebruik deze buisjes in plaats van bloedafnamebuisjes bij een gering monstervolume. WAARSCHUWING: Volg bij het hanteren van monsters (bloed of urine) altijd de procedures voor biologisch gevaar- lijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling.
  • Pagina 69: Monsterrekken

    3 Meting 3.9.3 Monsterrekken Voor elk monsterbuisje is een monsterrek gespecificeerd. Plaats elk monsterbuisje in het gespecifi- ceerde monsterrek. OPMERKING De monsterrekken zijn optioneel. 0.5ml 1.5ml 0.5ml × × × × × × Monsterrek 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 3-34...
  • Pagina 70: Qc-Kaartsysteem

    3 Meting 3.10 QC-kaartsysteem (1) Overzicht Het QC-kaartsysteem compenseert variaties tussen partijen van FUJI DRI-CHEM-objectglaas- jes en zorgt voor uniforme prestaties. Berekeningsmethode Op elke partij objectglaasjes worden verschillende 標 referentievloeistoffen gemeten die ontwikkeld zijn 準 液 voor FUJI DRI-CHEM-objectglaasjes. 基 準...
  • Pagina 71: Di-Kaarten Gebruiken

    QC-kaart weer in de kaartle- zer. (4) DI-kaarten gebruiken Wanneer u DI-kaarten van FUJIFILM ontvangt vanwege een wijziging in het fabricageproces van het objectglaasje, dient u de DI-kaarten volgens de instructies in te lezen. De inleesme- thode is dezelfde als voor QC-kaarten.
  • Pagina 73: Methoden Voor Toepasselijk Gebruik

    Methoden voor toepasselijk gebruik CRP-kalibratie 4.1.1 Kalibratiemeting Kalibreer wanneer u een nieuw productienummer (partij) met CRP-objectglaasjes start of wanneer de kalibratie is verlopen. WAARSCHUWING: Aangezien de kalibrator CP is gebaseerd op bloed, moet deze op dezelfde wijze worden gehan- teerd als een patiëntenmonster. Volg bij het hanteren van kalibrator CP altijd de procedures voor biologisch gevaarlijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling.
  • Pagina 74 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 1. Lees de QC-kaart via de analysator. Lees de QC-kaart van het afgedrukte kalibratie- objectglaasje. Raadpleeg Sectie 3.10  2. Tik op de knop 3. Tik op de knop [Calibration] (Kalibratie). 4. Tik op de knop [Calibration]. Het scherm Kalibratiepartijnummer verschijnt.
  • Pagina 75 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 5. Controleer de weergegeven instellingen voor kalibratorconcentratie (CP1, CP2 en CP3). BELANGRIJK: Wanneer de waarden voor de kalibratorconcen- tratie onjuist zijn, wordt de kalibratie niet normaal uitgevoerd. OPMERKING Raadpleeg de “Gebruiksaanwij- zing” van de kalibrator. OPMERKING U kunt de instellingen voor kali- bratorconcentratie wijzigen door...
  • Pagina 76 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 9. Tik op de knop [START] om de kalibratie- meting te starten. Wanneer een objectglaasje met een ander par- tijnummer is geplaatst, wordt een foutscherm getoond. Druk op de knop [OK] om naar het vorige scherm terug te keren. Controleer het objectglaasje en ga door met de meting.
  • Pagina 77 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 10. Wanneer de meting stopt, wordt het scherm Kalibratiemeetresultaat weerge- geven. OPMERKING Sla de afgedrukte kalibratiemee- tresultaten tijdens de effectieve periode van de kalibratie op. OPMERKING De kalibratiegecompenseerde coëfficiënten worden automatisch in de analysator opgeslagen. 11.
  • Pagina 78: Configureren Van De Kalibratorconcentratie

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.1.2 Configureren van de kalibratorconcentratie Corrigeer de kalibratieconcentratie wanneer de concentratie inbegrepen in de te gebruiken kalibra- tor-CP en de concentratie in het weergavedeel voor kalibratorconcentratie in het scherm Kalibratie- partijnummer verschillend zijn. 1. Tik op de knop [Settings]. Het invoerscherm beheerderswachtwoord ver- schijnt.
  • Pagina 79 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 3. Tik op het veld [Input] (Invoer) van iedere Het softwaretoetsenbordscherm verschijnt. 4. Voer een waarde in en tik vervolgens op de [OK]-knop. Voor informatie over het scherm softwaretoet- senbord, raadpleeg Sectie 2.3. BELANGRIJK: Voer de waarde in met Eenheid (A) (mg/dl). 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 80 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 5. Wanneer op de knop wordt getikt, worden de ingevoerde waarden geregis- treerd en keert de analysator terug naar het scherm Kalibratielotnummer. OPMERKING Wanneer op de knop [Reset] (Resetten) wordt getikt, worden de ingevoerde waarden terugge- zet.
  • Pagina 81: Kalibratie Controleren

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.1.3 Kalibratie controleren Er bestaat een functie om de kalibratie te controleren. 1. Tik in het kalibratiescherm op de knop [Verifying calibration] (Kalibratie contro- leren). 2. Tik op het selectievakje in een niveau lager dan de kalibratieselectie om een om een te meten niveau te selecteren.
  • Pagina 82 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4. Volg de instructies op het scherm om verbruiksartikelen te laden zoals object- glaasjes, kalibrator of verdunningsmid- del. OPMERKING Tijdens de controle worden een voor een metingen uitgevoerd voor de geselecteerde kalibrator (CP). 5. Sluit de samplerklep en vergrendel deze met de vergrendeling.
  • Pagina 83: Monstertoepassing En Stat-Tests Onderbreken

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Monstertoepassing en STAT-tests onderbreken Tik voordat u tijdens een monstertoepassing verbruiksartikelen toevoegt, op de knop [PAUSE] om de monstertoepassing te onderbreken. Wanneer de analysator tijdens een monstertoepassing geen tips meer heeft, stopt de analysator (net als wanneer op de knop [PAUSE] is getikt). In deze gepau- zeerde staat kunt u het laadscherm weergeven door het display van een verbruiksartikel aan te raken.
  • Pagina 84: Een Stat-Test Aanvragen

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik (2) De resterende monstertoepassing annuleren na onderbreking van een mon- stertoepassing Als op de knop [STOP] wordt getikt terwijl de analy- sator is onderbroken, wordt de resterende monster- toepassing geannuleerd. Als de annuleringsbewer- king is voltooid, verandert het lcd-scherm in [Ready to test].
  • Pagina 85 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 2. Tik op monsterrekdisplay C. 3. Registreer de meetgegevens en tik ver- volgens op de [OK]-knop. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 4-13...
  • Pagina 86 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4. Tik op de knop [RESTART] om de meting te (her)starten. OPMERKING In dit voorbeeld voltooit de ana- lysator de resterende toepassing van monster A, en meet vervol- gens monster C. Meetvolgorde: A Þ C Þ B 4-14 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 87: Handmatige Sampling

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Handmatige sampling 4.3.1 Meten door handmatige monstertoepassing WAARSCHUWING: Volg bij het hanteren van monsters (bloed of urine) altijd de procedures voor biologisch gevaar- lijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling. Als u per ongeluk een monster aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water en desinfecteer het gebied.
  • Pagina 88 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 3. Tik op de knop [START Manual pipetting] (START handmatig pipetteren). De samplereenheid beweegt boven de mon- sterschijf en de monsterschijf draait zodanig dat monster A naar voren komt. 4. Tik op monsterrekdisplay A. Registreer de meetgegevens in het registratie- scherm voor monsterinformatie en tik vervolgens op de knop [OK].
  • Pagina 89 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 7. Tik op de knop [START]. Er wordt een objectglaasje verplaatst naar de monsteraanbrengpositie. 8. Bereid het zo voor dat het monster altijd met de pipet kan worden aangebracht en tik vervolgens op de [START]-knop. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 4-17...
  • Pagina 90 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 9. Nadat de voortgangsbalk vol is (alle □ veranderen in ■), brengt u het monster op het objectglaasje aan terwijl [Spot now] (Nu controleren) wordt weergege- ven. Het gecontroleerde objectglaasje wordt automa- tisch verplaatst naar het meetgedeelte nadat de weergave [Spot now] verdwijnt.
  • Pagina 91: Een Pipet Gebruiken

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.3.2 Een pipet gebruiken WAARSCHUWING: Volg bij het hanteren van monsters (bloed of urine) altijd de procedures voor biologisch gevaar- lijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van monsters in uw instelling. Als u per ongeluk een monster aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water en desinfecteer het gebied.
  • Pagina 92: Tests Met Een Plasmafilter (Pf)

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.4 Tests met een plasmafilter (PF) Door een PF te gebruiken, kunt u een plasmamonster filteren van een volbloedmonster zonder een centrifuge te gebruiken. OPMERKING De FDC NX700i kan niet meten met een PF. BELANGRIJK: Plaats een (monster-) PF in de monsterschijf. Als metingen bij meerdere monsters worden uitgevoerd met PF’s, kunnen de bloedcellen bezin- ken, waardoor het onmogelijk wordt om voldoende plasma te verkrijgen, wat de meetresultaten voor GPT (ALT)-objectglaasjes kan beïnvloeden.
  • Pagina 93: Pf-Kaarten Gebruiken

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik PF-kaarten (1) Overzicht Wanneer de meetwaarden voor gefilterd plasma worden vergeleken met de waarden voor plasma gescheiden met een centrifuge, kunnen er systematische verschillen worden ontdekt. Lees altijd de PF-kaart voordat u een PF gebruikt. De PF-kaart bevat informatie ter compensa- tie van deze verschillen.
  • Pagina 94: Meting

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.4.1 Meting 1. Bereid de objectglaasjes voor. 2. Bereid de verbruiksartikelen voor. Bereid de tips, de mengbekers, het verdun- ningsmiddel en de referentievloeistof voor zoals vereist. • Tips laden Raadpleeg Sectie 5.2  • Mengbekers laden ...
  • Pagina 95 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4. Laad het monster. (1) Plaats de opgegeven hoeveelheid volbloed- monster in een bloedafnamebuisje. OPMERKING PF bevat ongeveer 3 ml dood volume (dat wordt geabsor- beerd in het filter). Wanneer het monstervolume klein is, blijft er te weinig gefilterd monster over voor meting.
  • Pagina 96 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 6. Sluit de samplerklep en vergrendel deze met de vergrendelsleutel van de sam- plerklep. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de samplerklep tijdens de mon- sterverwerking vergrendeld is om verwondingen en infectie te voorkomen. Wanneer het display [Ready to test] weergeeft, kan de samplerklep worden geopend.
  • Pagina 97: Bloedafnamebuisjes Voor Tests Met Een Pf

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.4.2 Bloedafnamebuisjes voor tests met een PF OPMERKING De FDC NX700i kan niet meten met een PF. De volgende bloedafnamebuisjes kunnen worden gebruikt voor PF-metingen: φ 16 × 100 mm, φ 13 × 100 mm en φ 13 × 75 mm. (Een buitendiameter van Ø...
  • Pagina 98: Opnieuw Testen

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Opnieuw testen U kunt nogmaals testen met het vorige monsternummer en de vorige monster-id, instelling monster- type en instelling referentieperiode door op de knop (opnieuw testen) te tikken op het scherm Meetresultaten. Verder kunt u, wanneer een meting door een fout niet kan worden uitgevoerd, het opnieuw invoeren en configureren van de instellingsgegevens overslaan door op de knop (opnieuw testen) te tikken.
  • Pagina 99 4 Methoden voor toepasselijk gebruik (Voorbeeld) Monster A opnieuw testen 1. Wanneer [Ready to test] op het lcd- scherm verschijnt, zorg er dan voor dat de analysator geen monsters aan het aanbrengen is en laad vervolgens de verbruiksartikelen en het monster. Raadpleeg Sectie 3.3 ...
  • Pagina 100 4 Methoden voor toepasselijk gebruik OPMERKING Bij een monster dat gepland staat voor opnieuw testen, wordt weergegeven op het monsterrek- display. 5. Sluit de samplerklep en vergrendel deze met de vergrendelsleutel van de sam- plerklep. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de samplerklep tijdens de mon- sterverwerking vergrendeld is om verwondingen en infectie te voorkomen.
  • Pagina 101: Laadvolgorde Van Objectglaasjes Wanneer Verschillende Items Tegelijk Worden

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Laadvolgorde van objectglaasjes wanneer verschillende items tegelijk worden gemeten OPMERKING Iedere volgorde in de stapeling van objectglaasjes kan worden gemeten. Volg echter de aanbevolen stapelregels voor objectglaasjes hieronder. Anders verbruikt de analy- sator mogelijk overmatig veel wegwerptips en bekers. (1) Meting van CRP- en CM-objectglaasjes (colorimetrisch) Plaats een CRP-objectglaasje altijd als eerste of laatste.
  • Pagina 102: Automatische Acquisitie Van Monstergegevens (Werklijsten)

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Automatische acquisitie van monstergegevens (werklijsten) Wanneer de analysator wordt verbonden met DMS, kunt u patiënt-id’s en hun monstergegevens ontvangen door op de knop te tikken op het scherm Meetvoorbereiding voor de meting. OPMERKING DMS wordt afzonderlijk verkocht. 1.
  • Pagina 103 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 2. Tik op het monsterrek waarvan u mon- stergegevens wilt registreren. 3. Tik op de monstergegevens die u wilt registreren. OPMERKING Als u op de knop [Select all] (Alles selecteren) tikt, worden gegevens in volgorde geregistreerd vanaf de eerste monstergegevens.
  • Pagina 104 4 Methoden voor toepasselijk gebruik De meetitems van de werklijst voor de geregis- treerde monstergegevens worden weergege- ven. Wanneer op de knop wordt OPMERKING getikt, wordt de registratie gewist. OPMERKING De meetitems van de werklijst kunnen worden afgedrukt door op de knop te tikken.
  • Pagina 105 4 Methoden voor toepasselijk gebruik OPMERKING Werklijsten kunnen ook worden verkregen van het registratie- scherm voor monsterinformatie. A ..0160503009 ..0160503010 STOP START MYID001 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 4-33...
  • Pagina 106: Batchwijziging Van Monstertypen

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Batchwijziging van monstertypen Monstertypen kunnen worden gewijzigd als batch (monsterrek A tot en met E). 1. Tik op de knop (Functiemenu). 2. Tik op de knop [PS], [W] of [U] om het monstertype te wijzigen. OPMERKING Deze instelling wordt toegepast op monsterrek A tot en met E.
  • Pagina 107: Tegelijkertijd Plasma- En Urinemonsters Meten

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik Tegelijkertijd plasma- en urinemonsters meten (Voorbeeld) Een plasmamonster meten als Monster A en een urinemonster als Monster B 1. Tik op monsterrekdisplay A. 2. Controleer de instelling van het monster- type. Controleer of het monstertype [Plasma/Serum] is.
  • Pagina 108 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4. Tik op monsterrekdisplay B. 5. Tik op de knop [Sample type] en kies [Urine]. 6. Tik op de knop [OK] om de meetcondi- ties voor monster B te bevestigen. Het monsterrek licht groen op. A...
  • Pagina 109: Monsternummers En Monster-Id's Wijzigen

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.10 Monsternummers en monster-ID’s wijzigen U kunt het monsternummer en monster-id van meetresultaten wijzigen. U kunt ook gewijzigde gege- vens naar een host-computer versturen. 1. Tik op de knop [No.] (Nr.) in het scherm Meetresultaten om het monsternummer te wijzigen (raadpleeg Sectie 3.4).
  • Pagina 110: De Monsterbarcodelezer Gebruiken (Afzonderlijk Verkocht)

    4 Methoden voor toepasselijk gebruik 4.11 De monsterbarcodelezer gebruiken (afzonderlijk verkocht) U kunt het monster-id en gebruikers-id eenvoudig invoeren met de optionele monsterbarcodelezer. BELANGRIJK: Wanneer de monsterbarcodelezer een storing vertoont of de afdrukkwaliteit van het barcodela- bel slecht is, kunnen onjuiste barcodegegevens worden gelezen. Zorg dat de barcodegegevens (monster-id) die in de meetresultaten worden afgedrukt juist zijn.
  • Pagina 111 4 Methoden voor toepasselijk gebruik 2017-01-01 10 : 00 Ready to test 2. Tik op het veld [Sample ID]. Het soft- waretoetsenbord verschijnt. OPMERKING U kunt de monster-id ook wijzigen door de barcodelezer te gebruiken op het scherm Meetresultaten. A ..0160503009 ..0160503010 STOP...
  • Pagina 112 4 Methoden voor toepasselijk gebruik <Wanneer u het gebruikers-id invoert> 1. Tik op de knop gebruikers-id. Het soft- waretoetsenbord verschijnt. 2. Lees het gebruikers-id met de monster- barcodelezer. Nadat het lezen is voltooid, maakt de analysator een piepgeluid. De gebruikers-id wordt getoond op het lcd-scherm en wordt geregistreerd.
  • Pagina 113: Verbruiksartikelen Laden

    Verbruiksartikelen laden Verbruiksartikelen laden Om verbruiksartikelen te laden tikt u op het display van elk verbruiksartikel om het laadscherm weer te geven. Als het laden van de verbruiksartikelen is voltooid, drukt u op de knop [Finish] om af te sluiten. OPMERKING Als er niet genoeg verbruiksartikelen zijn (tips, mengbekers, verdunningsmiddel, refe- rentievloeistof enz.), kan de monstertoepassing worden stopgezet.
  • Pagina 114: Tips Instellen

    5 Verbruiksartikelen laden Tips instellen Tips zijn vereist voor alle metingen. Controleer het aantal resterende tips op het lcd-scherm voordat u metingen uitvoert. Voeg indien nodig nieuwe tips toe. WAARSCHUWING: Als de analysator bezig is met monsters aanbrengen, tikt u op de knop [PAUSE] om de toepassing te onderbreken (raadpleeg Sectie 4.2), en laadt u vervolgens de tips.
  • Pagina 115 5 Verbruiksartikelen laden 4. Verwijder de tiprekken van de monster- schijf nadat de monsterschijf is gestopt. OPMERKING Verwijder de tiprekken altijd uit de monsterschijf voordat u tips laadt. Tiprek 5. Plaats tips in alle gaten van de tiprekken. OPMERKING Plaats altijd tips in alle gaten van de tiprekken.
  • Pagina 116: Mengbekers Laden

    5 Verbruiksartikelen laden Mengbekers laden Mengbekers zijn nodig voor metingen die een verdunning vereisen (raadpleeg Sectie 3.6) en voor CRP-metingen (raadpleeg Sectie 3.7). Daarnaast zijn mengbekers ook nodig wanneer urine (U) bij een ISE-meting als monstertype is gekozen, omdat de meting automatisch met een verdunning van 2x wordt uitgevoerd.
  • Pagina 117 5 Verbruiksartikelen laden 3. Het scherm voor mengbekers laden ver- schijnt. De monsterschijf draait en de verbruiksartikelen worden naar voren verplaatst. LET OP: Raak de monsterschijf niet aan totdat deze stopt. 4. Verwijder de te vervangen mengbekers Mengbekers van de monsterschijf. Stel een of twee nieuwe mengbekers in.
  • Pagina 118: Verdunningsmiddel Laden

    5 Verbruiksartikelen laden Verdunningsmiddel laden Verdunningsmiddel is nodig voor verdunningsmetingen (raadpleeg Sectie 3.6) en voor CRP-me- tingen (raadpleeg Sectie 3.7). Verdunnings- en CRP-metingen vereisen elk een gespecificeerd verdunningsmiddel. Raadpleeg vóór de meting de technische documentatie van het te gebruiken verdunningsmiddel. Daarnaast zijn mengbekers ook nodig wanneer urine (U) bij een ISE-meting als monstertype is gekozen, omdat de meting automatisch met een verdunning van 2x wordt uitge- voerd.
  • Pagina 119 5 Verbruiksartikelen laden 2. Wanneer [Warming up] of [Ready to test] op het lcd-scherm verschijnt, zorg er dan voor dat de analysator geen monsters aanbrengt. 3. Tik op het verdunningsdisplay op het lcd-scherm. Verdunningsmiddeldisplay 4. Het scherm voor verdunningsmiddel laden verschijnt. De monsterschijf draait en de verbruiksartikelen worden naar voren verplaatst.
  • Pagina 120 5 Verbruiksartikelen laden 6. Tik op de knop [Finish] om af te sluiten. De monsterschijf draait en het monsterrek wordt naar voren verplaatst. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 121: Referentievloeistof Laden

    5 Verbruiksartikelen laden Referentievloeistof laden Referentievloeistof is nodig voor ISE-metingen. (Raadpleeg Sectie 3.5). WAARSCHUWING: Volg bij het hanteren van referentievloeistof de procedures voor biologisch gevaarlijke stoffen (draag handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het hanteren van medische producten in uw instelling. Als u per ongeluk een item aanraakt, spoel het besmette lichaamsdeel dan onmiddellijk grondig af onder stromend water.
  • Pagina 122 5 Verbruiksartikelen laden 2. Wanneer [Warming up] of [Ready to test] op het lcd-scherm verschijnt, zorg er dan voor dat de analysator geen monsters aanbrengt. 3. Tik op de weergave van de referentie- vloeistof op het lcd-scherm. Weergave referentievloeistof 4. Het scherm voor referentievloeistof laden verschijnt.
  • Pagina 123 5 Verbruiksartikelen laden OPMERKING Zorg ervoor dat de dop van de referentievloeistof goed gesloten Afdichting 6. Tik op de knop [Finish] om af te sluiten. De monsterschijf draait en het monsterrek wordt naar voren verplaatst. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 5-11...
  • Pagina 125: Onderhoud

    Onderhoud 6 Onderhoud Voor optimale prestaties van de FDC NX700 moeten gebruikers dagelijks en periodiek onderhoud uit- voeren, en moet daartoe bevoegd onderhoudspersoneel het onderhoud uitvoeren. Neem contact op met het onderhoudspersoneel indien reparaties nodig zijn. WAARSCHUWING: Draag bij het schoonmaken van de analysator altijd handschoenen, een laboratoriumjas en een veilig- heidsbril.
  • Pagina 126: Items Periodiek Onderhoud

    6 Onderhoud Items periodiek onderhoud 6.1.1 Items voor dagelijkse en periodieke controle door de gebruiker Gebruikers moeten het dagelijks en periodiek onderhoud en de vervanging van onderdelen uitvoe- ren, zoals vermeld in de onderstaande tabel. Contro- Locatie Reinigingsinterval Vervangingsinterval Procedure le-interval Raadpleeg Luchtfilter...
  • Pagina 127: Items Voor Onderhoud En Controle Door Onderhoudspersoneel

    6 Onderhoud 6.1.2 Items voor onderhoud en controle door onderhoudspersoneel Bevoegd onderhoudspersoneel moet het onderhoud en de vervanging van onderdelen uitvoeren, zoals vermeld in de onderstaande tabel. Onderdelen Vervangingsinterval Interferentiefilter Eenmaal per 4 jaar Spuit Eenmaal per 3 jaar Drukplaat incubator Controle eenmaal per 3 jaar WAARSCHUWING: Steek na de controle altijd het netsnoer in het stopcontact, schakel de stroom in en controleer de...
  • Pagina 128: Reinigen Van De Luchtfilters

    6 Onderhoud 6.2 Reinigen van de luchtfilters De luchtfilters moeten eenmaal per maand worden gecontroleerd en gereinigd. BELANGRIJK: Als de luchtfilters niet worden schoongemaakt, kan een stijging van de temperatuur in de analysa- tor de meetwaarden negatief beïnvloeden. OPMERKING Reinig alle 4 de filters. 1.
  • Pagina 129 6 Onderhoud 3. Verwijder stof dat zich op het filter heeft Luchtfilter vastgezet met een stofzuiger of met stro- mend water. OPMERKING Zorg ervoor dat, indien u het filter met stromend water afspoelt, het goed droog is voordat u het in de analysator plaatst. 4. Plaats het filter in de ventilatiekoepel en plaats de ventilatiekoepel terug in de analysator.
  • Pagina 130: Controle En Reiniging Van De Overbrengingsbalk, Incubator, Monstertoepassingseenheid En Ise-Eenheid

    6 Onderhoud Controle en reiniging van de overbrengingsbalk, incubator, monstertoepassingseenheid en ISE-eenheid De meetresultaten worden beïnvloed door vlekken (van bloedmonsters, enz.) aan de binnenkant van de incubator en de ISE-eenheid. Deze onderdelen moeten minstens eenmaal per drie maan- den worden gecontroleerd en gereinigd. Wanneer er een fout optreedt bij het overbrengen van de objectglaasjes of bij het uitwerpen van een tip, reinig dan de monstertoepassingseenheid.
  • Pagina 131 6 Onderhoud 3. Tik op de knop [Reference plate level check] om een controle uit te voeren. Als de controle is voltooid, wordt het scherm Controleresultaten weergegeven. 4. Controleer de resultaten van [Reference plate level check]. Wanneer wordt weergegeven in de con- troleresultaten, moet een reiniging worden uitgevoerd.
  • Pagina 132: Reiniging Van De Overbrengingsbalk, Incubator, Monstertoepassingseenheid En Ise-Eenheid

    6 Onderhoud 6.3.2 Reiniging van de overbrengingsbalk, incubator, monstertoepassingseenheid en ISE-eenheid (1) Reinigen van de overbrengingsbalk 1. Tik op de knop [Cleaning mode] (Reini- gingsmodus) in normale modus. 2. Tik op de knop [Start Cleaning] (Start rei- niging). OPMERKING Houd uw vingers uit de buurt als de monsterschijf in beweging is.
  • Pagina 133 6 Onderhoud 3. Het scherm links wordt weergegeven. 4. Verwijder het van de analysator. 5. Draai de 2 duimschroeven los en trek de klep van de monstertoepassingseenheid naar voren om deze te verwijderen. Duimschroef 6. Verwijder de twee gewichtjes van de objectglaasjesoverbrenging.
  • Pagina 134 6 Onderhoud 7. Gebruik een gaasje of een wattenstaafje Overbrengingsbalk dat in lauw of koud water is gedrenkt om de bovenkant van de overbrengingsbalk af te vegen die zichtbaar is in de mon- stertoepassingseenheid. 8. Reinig daarna de overbrengingsbalk, incubator, monstertoepassingseenheid en ISE-eenheid.
  • Pagina 135 6 Onderhoud WAARSCHUWING: Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de onderstaande procedure uitvoert. (2) Incubator 1. Open de samplerklep en de paneeleen- heid. Verplaats de samplereenheid naar rechts en verwijder vervolgens het voet- stuk van de paneeleenheid. OPMERKING Zorg ervoor dat u de referentie- vloeistofdop niet opent.
  • Pagina 136 6 Onderhoud 4. Draai de 5 schroeven aan de bovenkant van de incubator los en verwijder de incubator. Duimschroef 5. Bevochtig gaas of soortgelijk materiaal Drukplaat incubator met steriliserende ethylalcohol, knijp het gaas goed uit en veeg de 13 drukplaten aan de achterkant van de incubator af.
  • Pagina 137 6 Onderhoud 7. Keer de referentieplaat om en reinig de Witte refe- Zwarte refe- rentieplaat rentieplaat witte en de zwarte plaat met een droog wattenstaafje. Fotometer 8. Reinig de kop van de fotometer met een droog wattenstaafje. 9. Plaats de referentieplaat. Draai de 2 duimschroeven gelijkmatig aan.
  • Pagina 138: Onderdelen Weer In Elkaar Zetten En Reiniging Voltooien

    6 Onderhoud (3) Monstertoepassingseenheid 1. Zorg ervoor dat de klep van de monster- toepassingseenheid en de twee gewicht- jes voor de objectglaasjesoverbrenging verwijderd zijn voor het reinigen van de overbrengingsbalk. 2. Veeg de monstertoepassingseenheid Monstertoepassingseenheid schoon met een gaasje of een watten- staafje bevochtigd met lauw of koud water.
  • Pagina 139 6 Onderhoud 2. Zet elk onderdeel weer in elkaar zoals 4 Incubatorkabel 3 Incubatorklep getoond in de afbeelding links. 1 Plaats de gewichtjes voor de object- glaasjesoverbrenging. 2 Plaats de klep op de monstertoepas- singseenheid en draai de duimschroe- ven vast. 1 Gewicht objectglaas- 3 Plaats de incubatorklep.
  • Pagina 140: Opnamepapier Vervangen

    6 Onderhoud Opnamepapier vervangen Wanneer er rode lijnen verschijnen langs de zijkanten van het opnamepapier, is het papier in de printer bijna op en moet u de rol opnamepapier vervangen door een nieuwe. OPMERKING Gebruik opnamepapier dat is gespecificeerd voor de FDC NX700. 1.
  • Pagina 141 6 Onderhoud 4. Trek de bovenste rand van het opname- papier iets naar buiten en sluit vervol- gens de klep. OPMERKING Wanneer u een nieuwe rol op- namepapier plaatst, trekt u de rand van het papier naar buiten tot waar de tape voor de bevesti- gingsrand is bevestigd.
  • Pagina 142: De Lichtbronlamp Vervangen En Reinigen

    6 Onderhoud De lichtbronlamp vervangen en reinigen Het gemiddelde aantal branduren van de lamp is ongeveer 1.000 uur. Vervang de lichtbronlamp als er een fotometerversterkingsfout is opgetreden of als de cumulative verlichtingstijd dicht bij 1.000 uur ligt. LET OP: De lamp van de lichtbron wordt erg heet. Schakel de voeding uit, wacht minimaal 5 minuten en controleer vervolgens of de lamp is afgekoeld voordat u de lichtbroneenheid reinigt of de lichtbron- lamp vervangt.
  • Pagina 143 6 Onderhoud 4. Veeg de lens van de lichtbroneenheid af met een droog wattenstaafje. Lens 5. Draai de duimschroef van de lampeen- heid naar links, verwijder de lamp en vervang deze door een nieuwe. Lampbasis BELANGRIJK: Draai de duimschroeven stevig aan. Anders kun- nen de meetresultaten negatief worden beïnvloed.
  • Pagina 144 6 Onderhoud 6. Steek de stekker van de lichtbronlamp in Duimschroef B de aansluiting. 7. Plaats de lampeenheid in de analysator met duimschroef B naar boven gericht. Draai duimschroef A stevig vast. BELANGRIJK: Draai de duimschroef stevig aan. Anders kunnen de meetresultaten negatief worden beïnvloed.
  • Pagina 145: De O-Ring Van De Sampler Controleren En Vervangen

    6 Onderhoud De O-ring van de sampler controleren en vervangen De O-ring van het mondstuk van de sampler slijt na verloop van tijd. Inspecteer de O-ring eenmaal per maand en vervang hem eenmaal per jaar. WAARSCHUWING: Draag bij het controleren en vervangen van O-ringen altijd handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril.
  • Pagina 146 6 Onderhoud 3. Tik op [Sampler leak check] (Lektest sampler). 4. Volg de instructies op het scherm om de lektest voor te bereiden. 5. Tik op het te controleren mondstuk om het te selecteren en voer vervolgens de lektest uit. Als de controle is voltooid, wordt het scherm Controleresultaten weergegeven.
  • Pagina 147 6 Onderhoud 6. Controleer de resultaten van de [Sampler leak check]. Als de controleresultaten [OK] zijn, hoeft de O-ring niet te worden vervangen. OPMERKING De controleresultaten kunnen worden afgedrukt door te tikken op de knop Als de controleresultaten [NG] zijn, tikt u op de knop [Replace O-ring] (O-ring vervangen) en vervangt u de O-ring volgens de onderstaande procedure.
  • Pagina 148: De O-Ring Van De Sampler Vervangen

    6 Onderhoud 6.6.2 De O-ring van de sampler vervangen De O-ring van het mondstuk van de sampler slijt na verloop van tijd. Vervang de O-ring eenmaal per jaar. WAARSCHUWING: Verwerk gebruikte O-ringen als besmettelijk afval. BELANGRIJK: Als u de O-ring niet regelmatig vervangt, zal het volume van de monsterapplicatie onnauwkeurig zijn, hetgeen de meetwaarden negatief kan beïnvloeden.
  • Pagina 149 6 Onderhoud 4. Tik op [Replace O-ring]. 5. Tik op het mondstuk waarvan u de O-ring wilt vervangen om deze te selec- teren. De samplereenheid beweegt en het sampler- mondstuk komt naar beneden. LET OP: Houd uw vingers uit de buurt als de sampler- eenheid in beweging is.
  • Pagina 150 6 Onderhoud 7. Tik op [Leak check] (Lektest) om te con- troleren op lekkages. Raadpleeg Sectie 6.6.1  6-26 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 151: Het Leesgedeelte Van Het Objectglaasje Reinigen

    6 Onderhoud Het leesgedeelte van het objectglaasje reinigen Wanneer een fout is opgetreden bij de detectie van het objectglaasje, kunnen stof en andere veront- reinigingen de oorzaak zijn. Maak het leesgedeelte van het objectglaasje schoon om deze fouten te voorkomen. 1.
  • Pagina 152: De Pakking Referentievloeistofdop Reinigen En Vervangen

    6 Onderhoud De pakking referentievloeistofdop reinigen en vervangen Reinig de pakking van de referentievloeistofdop telkens wanneer de referentievloeistof wordt ver- vangen. Vervang de pakking van de referentievloeistofdop elke drie maanden. BELANGRIJK: Als u de pakking referentievloeistofdop niet reinigt en vervangt, zal de concentratie van de refe- rentievloeistof toenemen, hetgeen de meetwaarden negatief kan beïnvloeden.
  • Pagina 153 6 Onderhoud 4. Plaats de pakking van de referentievloei- stofdop op de juiste wijze. OPMERKING Raak de onderkant (de kant van de referentievloeistof) van de pak- king van de referentievloeistofdop niet aan. Pakking referentie- vloeistofdop 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 6-29...
  • Pagina 154: Onderhoud Pf-Eenheid

    6 Onderhoud Onderhoud PF-eenheid 6.9.1 De PF-eenheid reinigen (sensor, referentieplaat en zuignap) Reinigen wanneer er fouten optreden tijdens het PF-filtreren. 1. Verwijder het monsterrek en de object- glaasjehouder. 2. Tik op de knop 3. Tik op de knop [Normal mode]. 4.
  • Pagina 155 6 Onderhoud 5. Tik op de knop [Cleaning] (Reiniging). 6. Tik op de knop [OK]. LET OP: Houd uw vingers uit de buurt als de monster- schijf en de PF-sectie in beweging zijn. 7. Reinig volgens de instructies op het scherm.
  • Pagina 156: De Pf-Zuignap Controleren

    6 Onderhoud 6.9.2 De PF-zuignap controleren De PF-zuignap moet maandelijks worden gecontroleerd en jaarlijks worden vervangen. 1. Tik op de knop 2. Tik op de knop [Normal mode]. 3. Tik op [PF maintenance]. 6-32 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 157 6 Onderhoud 4. Tik op de knop [Leak check]. 5. Volg de instructies op het scherm om het PF-monsterrek en het PF-lekcontrolege- reedschap op monsterrek A te laden, en tik vervolgens op de knop [START] om de lektest uit te voeren. Als de controle is voltooid, wordt het scherm Controleresultaten weergegeven.
  • Pagina 158 6 Onderhoud Als de controleresultaten [NG] zijn, tikt u op de knop [Cleaning], reinigt u de PF-eenheid en voert u de lektest opnieuw uit. Raadpleeg Sectie 6.9.1  Als het probleem hiermee niet is opgelost, tikt u op de knop [Procedure] en controleert u de ver- bindingen van de PF-pompslang of vervangt u de slang volgens de procedure op de volgende pagina.
  • Pagina 159: De Pf-Zuignap Vervangen

    6 Onderhoud 6.9.3 De PF-zuignap vervangen Vervang de PF-zuignap eenmaal per jaar. WAARSCHUWING: Hanteer gebruikte PF-zuignappen als besmettelijk afval overeenkomstig de toepasselijke voor- schriften in uw land. 1. Wanneer [Warming up], [Lamp warming up] of [Ready to test] op het lcd-scherm verschijnt, zorg er dan voor dat de analy- sator geen monsters aanbrengt.
  • Pagina 160 6 Onderhoud 4. Verwijder de tiprekken van de monster- schijf nadat de monsterschijf is gestopt. Tiprek 5. Tik op de knop [Finish] om af te sluiten. De monsterschijf draait en het monsterrek wordt naar voren verplaatst. 6. Druk op de aan/uit-knop. Aan/uit-knop 6-36 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 161 6 Onderhoud 7. Tik op [OK]. 8. Trek het gedeelte van de PF-zuignap naar beneden zoals links wordt aangege- ven. 9. Draai de PF-zuignap in de getoonde rich- image ting en verwijder hem terwijl u hem los- draait. 10. Installeer de nieuwe PF-zuignap door hem in de tegenovergestelde richting te draaien.
  • Pagina 162: De Pf-Pompslang Vervangen

    6 Onderhoud 6.9.4 De PF-pompslang vervangen WAARSCHUWING: Schakel vóór de volgende procedure de analysator altijd uit en trek de stekker uit het stopcontact. Vervang de PF-slang eenmaal per jaar. Vervanging is ook nodig als de PF een maand of langer niet is gebruikt.
  • Pagina 163 6 Onderhoud 4. Terwijl u de kop van de verbinding (G) PF-pomp indrukt, trekt u de verbinding (G) naar Verbinding (G) rechts om het buisje (D) te verwijderen. Rood buisje (D) Trek de verbinding (G) er Verbinding (G) aan de rechterkant af terwijl u dit deel naar rechts duwt.
  • Pagina 164 6 Onderhoud 7. Duw het nieuwe buisje (H) stevig naar Rood buisje (H) Verbinding binnen tot aan de lijn van de verbinding (G). OPMERKING Breng de punt van het rode buisje Lijn (H) in de verbinding (G) tot aan de lijn.
  • Pagina 165: Kwaliteitscontrole

    Kwaliteitscontrole BELANGRIJK: Om de nauwkeurigheid van uw testresultaten te waarborgen, wordt aanbevolen routinematig kwa- liteitscontroles uit te voeren met behulp van controlevloeistoffen. Voer kwaliteitscontrole uit in over- eenstemming met lokale regelgeving en procedures die u moet volgen. Dit wordt tevens aanbevolen nadat grote reparaties zijn uitgevoerd aan de analysator.
  • Pagina 166: Controlegrafiek

    7 Kwaliteitscontrole 7.6 Controlegrafiek 1. Tik op de knop 2. Tik op de knop [Control]. 3. Het scherm voor de meetvoorbereiding van de controlemodus verschijnt. 4. Tik op de knop (grafiek weergeven). 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 167 7 Kwaliteitscontrole 5. Tik op de knop van het meetitem dat moet worden weergegeven. 6. De controlegrafiek verschijnt. OPMERKING Wanneer op de knop controle- vloeistof wordt getikt, kan worden gewijzigd welke controlevloeistof wordt weergegeven. OPMERKING De meetresultaten buiten het meetbereik (@), afvoerbak open (*) en verlopen objectglaasje (#) worden niet getoond in de contro- legrafiek.
  • Pagina 168 7 Kwaliteitscontrole 7. Wanneer een meetdatum wordt geselec- teerd en vervolgens op de knop [Detail] wordt getikt, verschijnt het scherm met details. < Weergave van meetresultaten > Groen: ligt binnen het acceptabele controlebereik Rood: ligt buiten het acceptabele controlebereik Acceptabel Acceptabel bereik onderste bereik bovenste...
  • Pagina 169: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen WAARSCHUWING: Draag wanneer u problemen oplost altijd handschoenen, een labjas en een veiligheidsbril. Als u per ongeluk een verontreiniging aanraakt, spoel het besmette gebied dan onmiddellijk grondig af onder stromend water en desinfecteer het gebied. Schakel indien nodig medische hulp in. BELANGRIJK: Wanneer er zich voor of tijdens de meting een storing van de analysator (fout) voordoet, of wanneer er waarschuwingen worden weergegeven bij de meetresultaten, kan het zijn dat de meetresultaten...
  • Pagina 170: Foutenlog

    8 Problemen oplossen 8.1.1 Foutenlog U kunt de historie van fouten die zich hebben voorgedaan inzien via [Error log] (Foutenlog) in het functiemenu. 1. Tik op de knop 2. Tik op de knop [Error log]. Er wordt een foutenloglijst weergegeven. 3.
  • Pagina 171 8 Problemen oplossen 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 172: Tabel Met Foutcodes En Te Raadplegen Secties

    8 Problemen oplossen 8.1.2 Tabel met foutcodes en te raadplegen secties Foutcode Foutbeschrijving Te raadple- Te raadple- gen sectie gen pagina E0021 De afvoerbak was open tijdens de meting 8.2.15 8-49 E0035 Fout fotometrisch controlesysteem 8.2.8 8-28 E0050 Lichtbronlamp is doorgebrand 8.2.5 (2) 8-23 E0080, E0081...
  • Pagina 173 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbeschrijving Te raadple- Te raadple- gen sectie gen pagina E1400-E1403 Toevoerfout monstertoepassingseenheid 8.2.6 8-25 E1500, E1501, Fout temperatuurregeling 8.2.7 8-26 E1505 E1502, E1503, Fout temperatuurregeling 8.2.7 8-27 E1504 E1510, E1511, Fout ISE-temperatuurregeling 8.2.7 8-26 E1512, E1514, E1515 E1520, E1521 Temperatuurfout installatieomgeving...
  • Pagina 174: Foutbeschrijving

    8 Problemen oplossen Foutcode Foutbeschrijving Te raadple- Te raadple- gen sectie gen pagina W0020 De afvoerbak is open 8.2.15 8-49 W0022 De afvoerbak is vol 8.2.15 8-50 W0030 Onvoldoende lichtintensiteit 8.2.5 (1) 8-22 W0036 Vervuiling zwarte referentieplaat 8.2.5 (1) 8-22 W0040, W0041 De configuratie van het monstertype en het mon- 8.2.10...
  • Pagina 175 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbeschrijving Te raadple- Te raadple- gen sectie gen pagina W4010 QC-type is niet gelezen 8.2.9 (2) 8-36 W4011 Paneelkaartfout 8.2.9 (5) 8-37 W4012 DI-kaartfout 8.2.9 (4) 8-36 W4013, W4014 QC-kaartfout 8.2.9 (5) 8-37 W4220 Fouten met betrekking tot kalibratiecontrole 8.2.14 (3) 8-47 W4460-W4474,...
  • Pagina 176: Afdrukreferentietabel

    8 Problemen oplossen 8.1.3 Afdrukreferentietabel Afdruk Betekenis en omstandigheden Problemen oplossen De meetwaarde is hoger dan de bovenlimiet van de vooraf ingestelde referentieperiode. De meetwaarde is lager dan de onderlimiet van de vooraf ingestelde referentieperiode. > De meetwaarde is hoger dan de bovenlimiet van het meetbereik.
  • Pagina 177 8 Problemen oplossen De geldigheidsperiode van het objectglaasje is verlopen. Voor immunochemische tests is de geldigheidsduur van het objectglaasje of de kalibratie verstreken. BELANGRIJK: De meetwaarde is mogelijk onjuist. BELANGRIJK: Verlopen objectglaasjes kunnen niet worden gebruikt. Gebruik altijd geldige objectglaasjes. Gebruik objectglaasjes BELANGRIJK: binnen hun geldigheid-...
  • Pagina 178: Problemen Oplossen

    8 Problemen oplossen Problemen oplossen 8.2.1 Opstartfouten (1) De analysator start niet op nadat de aan/uit-knop is ingedrukt. Controleer of de voedingskabel goed is aangesloten. Schakel ook de stroomschakelaar in en uit, en druk op de aan/uit-knop. Neem contact op met uw leverancier wanneer de analysator nog steeds niet start. 8.2.2 Probleem met printer of lcd (1) De afgedrukte tekens zijn te licht of te donker Neem contact op met uw leverancier.
  • Pagina 179: Samplerfouten

    8 Problemen oplossen 8.2.4 Samplerfouten (1) Wanneer een tip niet kan worden bevestigd Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0082 Sample tip detection ERR Er kan geen tip wor- De tip is niet correct geplaatst. (Tipdetectiefout monster) den gevonden op het Plaats een tip op de goede samplermondstuk na manier en voer de test opnieuw...
  • Pagina 180 8 Problemen oplossen (2) Wanneer een tip niet kan worden verwijderd Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0086 Sample tip eject ERR (Tipver- Tips kunnen niet wor- Leeg de afvoerbak en schakel wijderingsfout monster) den afgevoerd. de stroom in nadat de analy- sator is afgesloten.
  • Pagina 181 8 Problemen oplossen (3) Wanneer er onvoldoende of geen mengbekers zijn Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0151 Lack of mixing cup (Meng- Er zijn niet genoeg Voer nadat u de mengbekers ver- beker ontbreekt) mengbekers. vangt de test opnieuw uit vanaf het meetverzoek.
  • Pagina 182 8 Problemen oplossen (4) Tijdens een monstervolumestoring Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0120 Sample shortage (Tekort Het monster is niet Zorg dat het monstervolume in aan monsters) geladen of het mon- het buisje binnen het meetbare stervolume is ontoerei- bereik valt en dat een geschikt Sample is insufficient.
  • Pagina 183 8 Problemen oplossen (5) Tijdens een monsteraspiratie- of aanbrengstoring Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0111 Aspiration clogging ERR Er is een verstopping Het monster bevat mogelijk fibri- (sample) (Verstoppingsfout gedetecteerd tijdens neafzettingen. Voer nadat u het aspiratie (monster)) monsteraspiratie. monster hebt gecontroleerd de test opnieuw uit vanaf het meet- Clogging was detected verzoek.
  • Pagina 184 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0130 Aspiration clogging ERR Er is een verstopping Controleer de kalibrator. (CP) (Verstoppingsfout gedetecteerd tijdens aspiratie (CP)) kalibratorbemonste- ring. Clogging was detected during sampling. (Er is een verstopping gedetecteerd tijdens bemonstering). Check the calibrator. (Con- troleer de kalibrator).
  • Pagina 185: Tijdens Een Verdunner-/Referentievloeistofstoring

    8 Problemen oplossen (7) Tijdens een verdunner-/referentievloeistofstoring Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0141 Surface detection ERR Er is te veel verdun- Volg de instructies van de fout- (diluent) (Fout oppervlakte- nervolume. code om het verdunningsmid- detectie (verdunningsmid- del of de referentievloeistof te del)) vervangen en voer vervolgens opnieuw af vanaf het meetver-...
  • Pagina 186 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0129 Reference fluid shortage Er is niet genoeg refe- Volg de instructies van de fout- (Referentievloeistoftekort) rentievloeistof. code om het verdunningsmid- del of de referentievloeistof te Reference fluid is insufficient. vervangen en voer vervolgens (Referentievloeistofvolume is opnieuw af vanaf het meetver- ontoereikend).
  • Pagina 187 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0127 Aspiration clogging ERR Er is een verstopping Controleer of het verdunnings- (diluent) (Verstoppingsfout gedetecteerd tijdens middel/de referentievloeistof zijn aspiratie (verdunningsmid- aspiratie van referen- geladen in een geschikt buisje of del)) tievloeistof. bloedanamebuisje.
  • Pagina 188: Foutbericht

    8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0146 Surface detection ERR Er is te veel kalibrator- Controleer of de dop van de (CP) (Fout oppervlaktede- volume. kalibrator is verwijderd en dat er tectie (CP)) geen vloeistoffilm in de opening zit, en voer de metingen opnieuw Calibrator volume is too uit.
  • Pagina 189 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E1010, Sampler up/down motor Verplaatsingsfout van Schakel de analysator uit zodra E1011, ERR (Motorfout sampler de referentievloeistof- de meting is voltooid. Controleer E1013, omhoog/omlaag) opening of er geen vreemde objecten W1014 (een tip of een objectglaasje) Problem on the reference vastzitten in de samplereenheid.
  • Pagina 190: Fouten Fotometrisch Systeem

    8 Problemen oplossen 8.2.5 Fouten fotometrisch systeem BELANGRIJK: Voer alle probleemoplossingsstappen hieronder uit en voer de meting opnieuw uit wanneer er een fout in het fotometrisch systeem is opgetreden. (1) Tijdens een fluctuatie van lichtbronintensiteit Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen Soiled black plate WARN- W0036 De referentieplaat is...
  • Pagina 191: Overige Fouten

    8 Problemen oplossen (2) Wanneer de lamp is doorgebrand Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0050 Lamp replacement (Lamp- De lichtbronlamp is Schakel de stroom uit en ver- vervanging) doorgebrand. vang de lichtbronlamp. Schakel de analysator opnieuw in na de Low light intensity. (Lage vervanging.
  • Pagina 192: Verplaatsingsfouten

    8 Problemen oplossen 8.2.6 Verplaatsingsfouten Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0200- Feed motor ERR (Fout toe- Verplaatsingsfout van De monstertoepassingseenheid E0204, voermotor) de objectglastoevoer- of de incubator kan vuil zijn of de E0220- motor afvoerbak kan vol zijn met object- Problem with the slide trans- E0227 glaasjes en tips.
  • Pagina 193 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0700, Probe motor ERR (Fout Verplaatsingsfout van De monstertoepassingseenheid E0701, sondemotor) de sondemotor van de of de incubator kan vuil zijn of de E0703, ISE-eenheid afvoerbak kan vol zijn met object- Problem with ISE. (Probleem W0704 glaasjes en tips.
  • Pagina 194 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E1500 Temperature control ERR Wanneer de meetre- Voer zo nodig de volgende pro- (Fout temperatuurregeling) sultaten worden aan- bleemoplossing uit. gevuld met een “+” of Check the ambient tempera- (a) Controleer of de kamertem- “-”...
  • Pagina 195 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E1502 Temperature control ERR Wanneer de meetre- Schakel de stroom uit en verbind (Fout temperatuurregeling) sultaten worden aan- de incubatorkabel opnieuw. gevuld met een “$”- Incubator temperature sen- Nadat de aan- OPMERKING teken, of zich een fout sor disconnected.
  • Pagina 196: Signaalfouten Printplaat

    8 Problemen oplossen 8.2.8 Signaalfouten printplaat Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0035 Light too intense (Licht te Er is een signaalfout Neem contact op met uw leve- intens) van de printplaat opge- rancier wanneer de fout zich treden. nog steeds voordoet nadat Light too intense.
  • Pagina 197 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E0532, ISE self test AD conver- Er is een signaalfout Neem contact op met uw E0533, sion ERR (Fout ISE-zelftest van de printplaat opge- leverancier wanneer er een E0537, AD-conversie) treden. fout optreedt nadat de stroom E0538 in en uit is geschakeld.
  • Pagina 198 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E1530, Temperature AD conversion Er is een signaalfout Neem contact op met uw leve- E1531, ERR (Herstelfout temperatuur van de printplaat opge- rancier. E1532 AD-conversie) treden. Contact your dealer. (Neem con- tact op met uw leverancier). E1750- Slide reading unit failure (Sto- Neem contact op met uw leve-...
  • Pagina 199 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E4454 Memory loading ERR (Laad- Er is een signaalfout Neem contact op met uw leve- fout geheugen) van de printplaat opge- rancier. treden. Contact your dealer. (Neem con- tact op met uw leverancier). W4460 Memory recovery WARN- ING (setting info.) (WAAR-...
  • Pagina 200 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W4471 Memory recovery WARNING Er is een signaalfout Controleer de instelling voor (WAARSCHUWING geheugen- van de printplaat opge- controlevloeistoffen. W4472 herstel) treden. Recovery performed from backup memory. (Herstel uitge- voerd vanaf back-upgeheugen). Check the setting for control fluid range.
  • Pagina 201 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W4720 Clock setting WARNING De datum en tijd zijn Stel de datum en tijd in met (WAARSCHUWING klokinstel- teruggezet. [Date & Time settings] in de ling) normale modus. Set date & time. (Stel de datum Raadpleeg Sectie 9.2.1 ...
  • Pagina 202 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W4735 LCD backlight control WARN- Er is een signaalfout Neem contact op met uw leve- ING (WAARSCHUWING van de printplaat opge- rancier. lcd-achtergrondverlichting) treden. Contact your dealer. (Neem con- tact op met uw leverancier). W4736 LCD brightness setting WARNING (WAARSCHUWING...
  • Pagina 203: Qc-Kaart-, Pf-Kaart- En Di-Kaartfouten

    8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W5050 No USB memory (Geen Het USB-geheugen is Plaats USB-geheugen. USB-geheugen) niet geplaatst. Neem contact op met uw USB memory can not be recog- leverancier als de fout zich nized. (USB-geheugen kan niet opnieuw voordoet.
  • Pagina 204 8 Problemen oplossen (2) Wanneer de objectglasinformatie niet is gelezen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0170 No QC card info (Geen De QC-kaart van de Lees de QC-kaart van de afge- QC-kaartgegevens) objectglaasjes in de drukte objectglascode. objectglaasjeshouder No QC information. (Geen is niet gelezen.
  • Pagina 205: Problemen Oplossen

    8 Problemen oplossen (5) Overige voorzorgsmaatregelen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W1700- QC card reader failure Er is een storing opge- Neem contact op met uw leve- W1702, (QC-kaartleesfout) treden in de kaartlezer. rancier. W1704- QC card reader damaged. W1706 (QC-kaartlezer beschadigd).
  • Pagina 206: Laadfouten Objectglaasjes

    8 Problemen oplossen 8.2.10 Laadfouten objectglaasjes Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0040 Incorrect sample WARN- Het monstertype dat Zorg dat de configuratie met de ING (WAARSCHUWING is geselecteerd met knop [Sample type] en het mon- onjuist monster) de knop [Sample type] stertype voor meting van het te en het monstertype gebruiken objectglaasje gelijk zijn...
  • Pagina 207 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W1654 Check sample rack (Con- Er is een monsterrek Gebruik een monsterrek dat voor troleer het monsterrek) geladen dat niet kan deze apparatuur is bedoeld. worden gebruikt. Unusable sample rack was Neem contact op OPMERKING set in place.
  • Pagina 208: Fouten Ise-Meting

    8 Problemen oplossen 8.2.11 Fouten ISE-meting BELANGRIJK: ISE-meetwaarden waaraan foutcodes zijn toegevoegd (E1 - E8) zijn mogelijk niet juist. Voer zo nodig de volgende probleemoplossing uit en voer de meting opnieuw uit. (1) Wanneer er een zelftestfout is opgetreden Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen...
  • Pagina 209: Fouten Worden Aan Meetresultaten Toegevoegd

    8 Problemen oplossen (2) Fouten worden aan meetresultaten toegevoegd Tijdens een ISE-meting worden de controles ver- Controlemenu Beschrijving meld in de tabel links uitgevoerd. Abnormaal tijdsverloop con- Wanneer er een probleem is met een meetwaar- Verschui- troleren (spanning) tijdens de, wordt een foutcode van E1 tot en met E8 toe- vingscontrole het testen gevoegd aan het meetresultaat.
  • Pagina 210: Overige Fouten

    8 Problemen oplossen (3) Overige fouten Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0091 Unacceptable ISE test Er is een ISE-meet- Controleer de ISE-meetfouten die (Onacceptabele ISE-test) fout opgetreden en de voor deze fout zijn opgetreden ISE-meting kan niet en voer vervolgens de corres- ISE tests cannot run.
  • Pagina 211 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0138 Unacceptable PF sam- Er is een PF-meet- Controleer de PF-meetfouten die pling WARNING (WAAR- fout opgetreden en voor deze fout zijn opgetreden en SCHUWING onacceptabele de PF-meting kan niet voer vervolgens de correspon- PF-bemonstering) worden gestart.
  • Pagina 212: Fouten In Relatie Tot Gegevenscommunicatie, Monsterbarcodelezer

    8 Problemen oplossen 8.2.13 Fouten in relatie tot gegevenscommunicatie, monsterbarcodelezer (1) Wanneer er een communicatiefout optreedt Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W4500, Serial communication ERR Seriecommunicatiefout Controleer het volgende: com- W4501, (Seriecommunicatiefout) municatiekabel, host-computer W4502 en instellingen communicatiebe- Check the specifications and stemming.
  • Pagina 213 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W4521 Measurement result com- Er staan ongewenste Controleer het meetresultaat dat munication WARNING tekens (komma) voor door de hostcomputer is ontvan- (WAARSCHUWING com- communicatie in de gen. municatie meetresultaten) meetresultaatgege- vens die naar de host- Characters undesirable computer zijn verzon- (comma) in communication...
  • Pagina 214: Kalibratiefouten

    8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W5332 Barcode WARNING Barcodegegevensfout Controleer de invoerwaarde en (WAARSCHUWING bar- voer opnieuw in. code) Check input value and re-en- ter. (Controleer de invoer- waarde en voer opnieuw in). 8.2.14 Kalibratiefouten (1) Er is een immunochemische test uitgevoerd zonder kalibratie. Foutcode Foutbericht Foutconditie...
  • Pagina 215 8 Problemen oplossen (3) Onvoldoende kalibratiegegevens Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E4200 Calibration ERR (Kalibra- Deze fout kan optreden Voer 2 metingen opnieuw uit voor tiefout) doordat de kalibratie- het afgedrukte niveau. gegevens ontbreken of Invalid number of slides er niets is aangebracht (Ongeldig aantal object- op het objectglaasje.
  • Pagina 216 8 Problemen oplossen (5) Configuratiefout standaardcurve Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E4202 Calibration curve setting Mogelijk is de ver- Controleer de vervaldatum en ERR (span error) (Instel- keerde kalibrator de instelpositie van de kalibrator lingsfout kalibratiecurve gebruikt. en kalibreer opnieuw vanaf het (reikwijdtefout)) begin.
  • Pagina 217: Overige Fouten

    8 Problemen oplossen (6) Meetfouten tijdens kalibratie Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen E4204 Calibration measurement Foutmarkeringen zoals Los de afgedrukte fouten op en ERR (Kalibratiemeetfout) “ * ”, “ ? ” en “$” wor- kalibreer nogmaals vanaf het den afgedrukt op de begin.
  • Pagina 218 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen W0022 Disposal box full (Afvoer- De afvoerbak is vol Voer de objectglaasjes en tips bak is vol) met objectglaasjes en uit de afvoerbak af als er geen tips. meting wordt uitgevoerd. Disposal box became full of slides and tips.
  • Pagina 219 8 Problemen oplossen Foutcode Foutbericht Foutconditie Problemen oplossen I5920 Turn the power ON (Scha- Er is een lange tijd Schakel de analysator uit en kel de stroom in) verstreken sinds het weer in. opstarten. 30 days or more have pas- sed from when the analy- zer was started.
  • Pagina 220: Tabel Objectglascodes

    8 Problemen oplossen Tabel objectglascodes Code van het objectglaasje Code van het objectglaasje Test Test Testcode Monstercode Testcode Monstercode GOT/AST GPT/ALT TCHO CKMB TBIL AMYL DBIL HDLC OPMERKING De objectglascodes zijn zonder kennisgeving onderworpen aan wijzigingen. Controleer de code van het objectglaasje dat is afgedrukt op de doos met objectglaasjes. 8-52 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 221: Functiemenu

    Functiemenu Wanneer op de knop (Functiemenu) wordt getikt, verschijnt het scherm Functiemenu. Functiemenulijst Functiemenukeuzes Instellingen Geavanceerde instellingen Te raadple- gen sectie Calibration — — 4.1.1 Control — — START — — 4.3.1 Manual pipetting Date & Time settings — 9.2.1 Brightness •...
  • Pagina 222 9 Functiemenu Functiemenukeuzes Instellingen Geavanceerde instellingen Te raadple- gen sectie Language setting (Taalinstelling) — 9.3.1 Host connection setting (Hostverbin- None 9.3.2 dingsinstelling) Serial connection (Serieverbinding) LAN connection (LAN-verbinding) Calculated Parameter (Berekende — 9.3.3 parameter) Unit conversion (Eenheidconversie) — 9.3.4 Switch measurement range display 9.3.5 —...
  • Pagina 223: Controle

    9 Functiemenu Controle Deze modus wordt gebruikt voor meting van controleserum (FUJI DRI-CHEM CONTROL QP) en voor het uitvoeren van controleonderzoeken. Wanneer de controlemodus is ingesteld, worden metingen uitgevoerd onder de onderstaande voorwaarden. • Coëfficiënten van correlatie: volg [Control measurement setting] (oorspronkelijke waarden uitge- schakeld (a=1, b=0)) van het functiemenu.
  • Pagina 224 9 Functiemenu 5. Tik op het monsterrekdisplay om het registratiescherm voor monsterinforma- tie weer te geven in de controlemodus. Voer de monsterinformatie in of selecteer deze, en tik op de knop [OK] ( 7 ). 1 Voer het monsternummer in met behulp van het softwaretoetsenbord (Sectie 2.3).
  • Pagina 225 9 Functiemenu 6. Sluit de samplerklep en vergrendel deze met de vergrendelsleutel van de sam- plerklep. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de samplerklep tijdens de mon- sterverwerking vergrendeld is om verwondingen en infectie te voorkomen. Wanneer het display [Ready to test] weergeeft, kan de samplerklep worden geopend.
  • Pagina 226 9 Functiemenu 8. Tik na de meting op de knop om de meetresultaten te controleren. BELANGRIJK: Tik nadat u de controlemodus gebruikt altijd op de knop [HOME] om de controlemodus uit te schake- len. <Meetresultaten weergeven> Groen: ligt binnen het acceptabele controlebereik Rood: ligt buiten het acceptabele controlebereik Acceptabele Acceptabele...
  • Pagina 227: Normale Modus

    9 Functiemenu Normale modus Algemene gebruikers gebruiken dit functiemenu om bijvoorbeeld de tijd in te stellen en de helder- heid van het lcd te configureren. Instellingen Geavanceerde instellingen Te raadple- gen sectie Date & Time settings — 9.2.1 Brightness • Volume Display brightness 9.2.2 Error sound...
  • Pagina 228: Datum- En Tijdinstellingen

    9 Functiemenu 9.2.1 Datum- en tijdinstellingen Deze modus wordt gebruikt om de datum- en tijdinstellingen in te stellen in het geheugen. • Tik op “ ” of “ ” om de waarden voor datum en tijd te wijzigen. • Configureer de volgorde van het jaar, de maand en de dag met [Date format setting] (Instelling datumindeling).
  • Pagina 229: Lampbeheer

    9 Functiemenu 9.2.3 Lampbeheer Geef de cumulatieve verlichtingstijd van de in de analysator geïnstalleerde lamp weer en herstel deze. Daarnaast kunt u kiezen of de lamp automatisch wordt uitgeschakeld wanneer de analysator enige tijd niet is gebruikt. • De cumulatieve verlichtingstijd kan worden gecontroleerd met [Lamp ON time].
  • Pagina 230: Modusfunctie Voor De Beheerder

    9 Functiemenu Modusfunctie voor de beheerder OPMERKING Open om de Modusfunctie voor de beheerder weer te geven, de pagina Functiemenu, tik op de knop [Mode function for administrator] en voer vervolgens het wachtwoord in. OPMERKING om te voorkomen dat andere men- sen de analysator gebruiken, zal het invoerscherm voor het wachtwoord worden gegeven als er voor een...
  • Pagina 231: Taalinstelling

    9 Functiemenu 9.3.1 Taalinstelling Configureer de te gebruiken taal. Tik op de knop van de taal die moet worden gecon- figureerd. OPMERKING Het apparaat moet opnieuw worden opgestart voordat de instelling wordt toegepast. De bevestigingsdialoog voor het uitschakelen verschijnt wanneer op wordt getikt om de Modusfunctie voor de beheerder af te sluiten.
  • Pagina 232 9 Functiemenu • Configureer het communicatietype en of er via de printer moet worden uitgevoerd wanneer [Serial connection] is ingesteld. Er is keuze uit 4 communicatietypen. - Type 1: Tweerichtingsverbinding - Type 2: Eenrichtingsverbinding (tweerichtings- indeling) - Type 3: Eenrichtingsverbinding (standaardin- deling) OPMERKING Het apparaat moet opnieuw wor-...
  • Pagina 233 9 Functiemenu OPMERKING Het volgende gedeelte toont de standaard LAN-instellingen. FDC NX700-instellingen IP address (IP-adres): 192.168.100.1 Subnet mask (Subnet-masker): 255.255.255.0 Port number (Poortnummer): 65535 Gateway: 0.0.0.0 PC settings (Pc-instellingen) IP address:192.168.100.2 Port number:65535 OPMERKING Het apparaat moet opnieuw wor- den opgestart voordat de instelling wordt toegepast.
  • Pagina 234: Berekende Parameter

    9 Functiemenu 9.3.3 Berekende parameter U kunt de instellingen configureren om de volgende items te berekenen met simultaan gemeten waarden en vervolgens de resultaten weer te geven. Van items die staan geregistreerd voor bereke- ning worden de meetresultaten weergegeven en afgedrukt. Testnaam Testnaam Een-...
  • Pagina 235 9 Functiemenu OPMERKING Wanneer er twee of meer objectglaasjes van hetzelfde te berekenen item in de object- glaasjes tegelijkertijd worden gemeten, wordt de eerste meetwaarde gebruikt. OPMERKING Wanneer de meetresultaten van te berekenen items buiten het meetbereik (determi- natiebereik) vallen, worden de berekeningsresultaten van dit berekeningsitem weer- gegeven en afgedrukt als “****”.
  • Pagina 236: Eenheidconversie

    9 Functiemenu 9.3.4 Eenheidconversie Configureer de hoofdeenheid en secundaire eenheid voor ieder meetitem. De volgende tabel toont de eenheden die kunnen worden gebruikt voor ieder configuratie-item en de conversiecoëfficiënt Test Testcode Eenheid Eenheid Conversie- Test Testcode Eenheid Eenheid Conversie- coëfficiënt coëfficiënt mg/dl mmol/l 0,05551...
  • Pagina 237: Weergave Metingsbereik Schakelen

    9 Functiemenu 9.3.5 Weergave metingsbereik schakelen Schakel de weergavemethode voor gegevens buiten het meetbereik (waarbij de boven-/onderlimiet van het determinatiebereik wordt gepasseerd) voor alle tests. • Wanneer [@] is geconfigureerd, wordt een [@]-symbool toegevoegd om aan te geven dat de weergegeven meetwaarde buiten het meet- bereik ligt.
  • Pagina 238: Bereikinstelling Referentie-Interval

    9 Functiemenu 9.3.6 Bereikinstelling referentie-interval U kunt referentieperiodenamen toevoegen, wijzigen en de volgorde veranderen en deze kunnen worden geselecteerd wanneer monstergegevens worden geregistreerd. (Raadpleeg Sectie 3.3 (4)) Verder kunt u een referentieperiode instellen voor ieder monstertype ([P/S, W] of [U]) van een refe- rentieperiodenaam.
  • Pagina 239: De Weergavemodus Wijzigen

    9 Functiemenu De weergavemodus wijzigen Tik op de knop van de test waarvoor u de weer- gavevolgorde wilt wijzigen. Knoppen volgende pagina Tik op het veld van de test waarvoor u de over- drachtsbestemming wilt configureren en tik op de knop [OK].
  • Pagina 240: Monsternummer/Id-Instellingen

    9 Functiemenu 9.3.7 Monsternummer/id-instellingen • Configureer of het monsternummer moet worden weergegeven in de meetresultaten onder [Edit and print No.] (Nummer bewerken en afdrukken). • Configureer of het reeksnummer van de analysa- tor moet worden geregistreerd onder [Store No.] (Nummer opslaan). 9.3.8 Instelling werklijstselectie Configureer of het monster-id of patiënt-id moet worden weergegeven in het scherm Werklijstindex.
  • Pagina 241: Coëfficiënten Van Correlatie

    9 Functiemenu 9.3.9 Coëfficiënten van correlatie Voer de coëfficiënten van correlatie in, herstel ze of druk ze af voor ieder monstertype ([P/S,W] of [U]). Raadpleeg voor details “Beschrijving van de correlatiefunctie” aan het einde van het document. BELANGRIJK: Onjuiste invoer van “a” en “b” resulteert in onjuiste meetresultaten. Zorg altijd dat de invoer (a, b) juist is.
  • Pagina 242 9 Functiemenu Tik op de knop van het meetitem dat u wilt bewer- ken. OPMERKING Er worden alleen meetitems weer- gegeven waarvoor QC-kaarten zijn gelezen. Wanneer op het veld [Input] van een item wordt getikt, verschijnt het softwaretoetsenbord (raadpleeg Sectie 2.3) zodat de waarde kan worden ingevoerd. Tik op de knop [P/S], [W] of [U] om het monstertype te wijzigen.
  • Pagina 243 9 Functiemenu BELANGRIJK: Beschrijving van de correlatiefunctie Deze functie is bedoeld om de correlatie te bepalen tussen de meetgegevens verkregen met de FDC NX700 en de gegevens die zijn verkregen mid- dels de conventionele meetmethode met uw eigen instrumenten. Y=aX+b De x-as toont de meetgegevens verkregen met uw eigen instrumenten en de y-as toont de meetgege- vens verkregen met de FDC NX700.
  • Pagina 244 9 Functiemenu Afhankelijk van de waarden ingevoerd voor (a, b), verschuiven de uiteindelijke limieten van het meetbereik als volgt. (Voorbeeld) GLU-metingen Als a=1 en b=0 (Y=X), is het meet- bereik 10 tot 600 mg/dl. Maar door regressiecoëfficiënten in te voeren zoals getoond, verandert de onderli- miet in A en de bovenlimiet in B.
  • Pagina 245: Coëfficiënten Van Partijcompensatie

    9 Functiemenu 9.3.10 Coëfficiënten van partijcompensatie Voer de partijcompensatiecoëfficiënten (c, d en e) in die op de QC-kaarten van de objectglaasjes zijn afgedrukt. Deze modus is nodig indien het niet mogelijk is de gegevens direct te lezen omdat de QC-kaart weg of vervuild is. BELANGRIJK: Onjuiste invoer voor (c, d en e) zorgt voor onjuiste meetresultaten.
  • Pagina 246 9 Functiemenu Tik op de knop van het partijnummer waarvoor u een partijcompensatiecoëfficiënt wilt invoeren. OPMERKING Wanneer op de knop wordt getikt, worden alle instellingen voor de partij- compensatiecoëfficiënt afgedrukt. Wanneer op het veld [Input] van een item wordt getikt, verschijnt het softwaretoetsenbord (raadpleeg Sectie 2.3) zodat de waarde kan worden ingevoerd.
  • Pagina 247: Coëfficiënten Van Standaardcurve

    9 Functiemenu 9.3.11 Coëfficiënten van standaardcurve De coëfficiënten van de kalibratiecurve (A, B, C, D, E en F) van de QC-kaartinformatie kunnen wor- den ingevoerd. BELANGRIJK: Onjuiste invoer van de coëfficiënten van de kalibratiecurve resulteert in onjuiste meetresultaten. Zorg altijd dat de ingevoerde coëfficiënten juist zijn. OPMERKING De coëfficiënten van de kalibratiecurve van deze instelling worden automatisch inge- voerd bij het lezen van de QC-kaart en de kalibratie.
  • Pagina 248 9 Functiemenu 3. Wanneer op het veld [Input] van een item wordt getikt, verschijnt het softwaretoet- senbord zodat de waarde kan worden ingevoerd. OPMERKING Wanneer op de knop wordt getikt, worden de coëfficiënten voor de kalibratiecurve afgedrukt. 4. Tik eerst op het veld [Input] van de [Lot]. Het invoerscherm Partijnummer (softwaretoet- senbordscherm) verschijnt.
  • Pagina 249 9 Functiemenu <Configuratie van de coëfficiënten van de kalibratiecurve (A, B, C, D, E en F)> 1. Voer de coëfficiënt van de kalibratiecurve (A:) in en tik vervolgens op de [OK]-knop. Het invoerscherm Coëfficiënt kalibratiecurve (B:) (softwaretoetsenbordscherm) verschijnt. 2. Voer B tot en met F in volgens dezelfde procedure. <Configuratie van de vervaldatum voor gebruik> Voer voor de vervaldatum voor gebruik (EXP) xxxx-xx in (vier cijfers voor het jaar en twee cijfers voor de maand).
  • Pagina 250: Partijkwalificatie

    9 Functiemenu 9.3.12 Partijkwalificatie Deze functieknop verschijnt (ingeschakeld) wanneer de USM-functie wordt ingeschakeld. Het is mogelijk objectglaspartijen die in de analysator zijn geregistreerd te (dis)kwalificeren. 1. Selecteer een objectglasnaam waarvan de instelling moet worden gewijzigd. 2. De (dis)kwalificatie voor de geselec- teerde objectglaspartij kan worden gewijzigd door de knop [ON] (AAN) of [OFF] (UIT) te selecteren.
  • Pagina 251: Coëfficiënten Van Pf-Kalibratie

    9 Functiemenu 9.3.13 Coëfficiënten van PF-kalibratie Configureer de correctiecoëfficiënten van de PF-berekening. Knoppen volgende pagina Tik op de knop [Data input]. OPMERKING Wanneer op de knop wordt getikt, worden alle correctiecoëfficiën- ten voor de PF-berekening afgedrukt. OPMERKING Wanneer op de knop [Reset all tests] wordt getikt, verschijnt een bevesti- gingsscherm voor het herstel.
  • Pagina 252 9 Functiemenu Wanneer op het veld [Input] van een item wordt getikt, verschijnt het softwaretoetsenbord (raadpleeg Sectie 2.3) zodat de waarde kan worden ingevoerd. OPMERKING Wanneer op de knop [Reset] wordt getikt, verschijnt een bevestigings- scherm voor het herstel. Tik op de knop [OK] om de correctiecoëfficiën- ten van de PF-berekening voor de geselecteerde items te herstellen.
  • Pagina 253: Verdunningsinstelling

    9 Functiemenu 9.3.14 Verdunningsinstelling U kunt de verdunningsfactor en de positie van het te gebruiken verdunningsmiddel voor ieder meeti- tem en monstertype (PS en U) configureren. Wanneer een verdunningsfactor niet is geconfigureerd voor elk monster in het registratiescherm voor monsterinformatie, wordt de meting uitgevoerd met de verdunningsfactor die hier is geconfigureerd.
  • Pagina 254 9 Functiemenu 3. Voor het monstertype (vloeistoftype) tikt u op een knop en selecteert u [D1], [D2] of [D3]. 4. Tik voor de verdunningsfactor op een knop en selecteer [None], [2], [3], [4], [5] of [10]. 9-34 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 255: (Aanvulling) Standaardposities Van Verdunningsmiddel

    9 Functiemenu OPMERKING In het geval van CRP verschijnt het selectiemenu links. (Aanvulling) Standaardposities van verdunningsmiddel Verdunningsmiddelpositie voor monstertype [PS] Verdunningsmiddelpositie voor monstertype [U] CPR-verdun- Gezuiverd Zoutoplos- CPR-verdun- Gezuiverd Zoutoplos- ningsmiddel water sing ningsmiddel water sing ○ ○ ○ ○ ○...
  • Pagina 256: Buisinstelling Voor Verdunningsmiddel En Referentievloeistof

    9 Functiemenu 9.3.15 Buisinstelling voor verdunningsmiddel en referentievloeistof Configureer het testbuistype dat moet worden gebruikt voor verdunningsmiddel en referentievloeistof. OPMERKING Raadpleeg voor de types buisjes die kunnen worden gebruikt voor verdunningsmiddel en referentievloeistof Sectie 5.4 en Sectie 5.5. Tik op de knop van het buisje dat u wilt gebruiken. OPMERKING [D1] tot en met [D3] onder [Diluent] (Verdunningsmiddel) geven de posi-...
  • Pagina 257: Instelling Van De Controlevloeistof

    9 Functiemenu 9.3.17 Instelling van de controlevloeistof Configureer de naam van de controlevloeistof/het partijnummer en het acceptabele bereik. 1. Tik op de knop van de controlevloeistof die moet worden bewerkt. OPMERKING [-] (controlevloeistof niet geregis- treerd) van stap 1 kan niet worden bewerkt.
  • Pagina 258: Instelling Van De Controlemeting

    9 Functiemenu 4. Raak om een partijnummer te bewerken de knop [Lot editing] (Partij bewerken) aan en voer het nummer in met het soft- waretoetsenbord dat verschijnt. OPMERKING Tik om de naam van een contro- levloeistof te bewerken of toe te voegen op de knop van de naam van een controlevloeistof en voer de informatie in met het software-...
  • Pagina 259: Instelling Gebruikers-Id

    9 Functiemenu 9.3.19 Instelling gebruikers-id Configureer of het Gebruikers-id moet worden weergegeven op het scherm Meetvoorbereiding en het scherm Meetresultaten. OPMERKING Wanneer de USM-functie is uitgeschakeld, verschijnt de volgende instelling. Als de USM is ingeschakeld, raadpleeg dan Sectie 11.3. Tik op het selectievakje om het gebruikers-id weer te geven.
  • Pagina 260: Wachtwoordinstellingen

    9 Functiemenu OPMERKING Wanneer de naam BUN verandert in UREA of andersom, moeten de volgende items opnieuw worden ingesteld. ITEMS Reference interval (Referentie-interval) Correlation coefficient (Coëfficiënt van correlatie) Control fluid settings (Instellingen van de controlevloeistof) OPMERKING Wanneer BUN/UREA wordt gewij- zigd, wordt de wijziging zichtbaar in de volgende items: •...
  • Pagina 261: Andere Functies

    Andere functies 10.1 Gegevenscommunicatie De analysator kan meetresultaten verzenden naar een hostcomputer of pc die is goedgekeurd con- form IEC/UL60950-1 of IEC/UL62368-1. Om te kunnen communiceren, moet de software en een kabel voor de ontvangst van gegevens worden voorbereid. Neem contact op met uw leverancier voor ondersteuning voordat u deze functie voor de eerste keer gebruikt.
  • Pagina 263: Usm (Veiligheidsmodus Gebruiker)

    USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 11.1 Gebruikers-id invoeren bij start meting en in de modus- functie Wanneer de startknop van de meting of de functiemenuknop wordt ingedrukt, wordt een invoerdis- play voor de gebruikers-id weergegeven. Voer vervolgens de gebruikers-id in. Als de ingevoerde gebruikers-id is geregistreerd en geldig is, begint de meting of wordt het functiemenu actief.
  • Pagina 264: Verschillen In Operationele Functies Tussen De Gebruikers-Id-Niveaus

    11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 11.2 Verschillen in operationele functies tussen de gebruikers- id-niveaus (OPE, ADM, EMG) De operationele functies zijn verschillend afhankelijk van het operator-id-niveau. OPMERKING OPE: Gebruiker ADM: Beheerder EMG: Noodsituatie Meetresultaat OPE/ADM: Wanneer een objectglaasje wordt gebruikt dat verlopen is, wordt EXP aangegeven in plaats van het meetre- sultaat.
  • Pagina 265: Modus-Functie

    11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) Modus-functie OPE/EMG: De bedienbare functie is beperkt tot [Control], [Calibration], [START Manual pipetting] en enkele onderhoudsfunc- ties. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 11-3...
  • Pagina 266 11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) ADM: Alle functies kunnen bediend worden. 11-4 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 267: Usm-Menu

    Wijzig de naam van het bestand dat door de tool is gemaakt in [dcn_uid.dat], Bewaar het op de USB, WData └ GUI └ dcn_uid.dat *Gebruik alleen een door FUJIFILM aanbevolen USB. 3. Selecteer [Operator ID setting] in de ADM-modus. 4. Selecteer [Operator ID import] (Importe- ren gebruikers-id).
  • Pagina 268 11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 5. Het links getoonde pop-upvenster wordt weergegeven. Selecteer vervolgens USB en selecteer na een paar seconden [OK]. 6. Het links getoonde pop-upvenster wordt weergegeven wanneer de import is vol- tooid. Verwijder de USB en tik vervol- gens op [Shutdown] (Afsluiten).
  • Pagina 269: Exporteren Gebruikers-Id

    11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 11.3.2 Exporteren gebruikers-id 1. Selecteer [Operator ID setting] in de ADM-modus. 2. Selecteer [Operator ID export] (Exporte- ren gebruikers-id). 3. Het links getoonde pop-upvenster wordt weergegeven. Selecteer vervolgens USB en selecteer na een paar seconden [OK]. 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02 11-7...
  • Pagina 270 11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 4. Het links getoonde pop-upvenster wordt weergegeven wanneer de export is vol- tooid. Tik vervolgens op [OK] en verwij- der de USB. 5. Gebruikers-id-gegevens, [dcn_uid.dat], worden opgeslagen in de onderstaande mapstructuur op de USB. WData └ GUI └ dcn_uid.dat * Zoeken en bewerken van dcn_uid.dat is mogelijk in gebruikers-id-editor.
  • Pagina 271: Geregistreerde Gebruikers-Id Bewerken

    11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 11.3.3 Geregistreerde gebruikers-id bewerken Een geregistreerde gebruikers-id kan als volgt worden gewijzigd: OPMERKING Items die gewijzigd kunnen worden, zijn de geldigheidsduur van de id en het niveau. 1. Selecteer [Operator ID setting] in het scherm Modusfunctie voor de beheerder. 2.
  • Pagina 272 11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 4. Om de geldigheidsduur te wijzigen tikt u op het veld met de geldigheidsduur en bewerkt u het met behulp van het soft- waretoetsenbord. 5. Selecteer [ADM/OPE] om het niveau te wijzigen. 11-10 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 273: Nood-Id Bewerken

    11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 11.3.4 Nood-id bewerken (Dis-)kwalificatie van de geregistreerde nood-id kan worden ingesteld. Ook kan een maximumaantal worden ingesteld voor het gebruik van de nood-id. 1. Selecteer [Operator ID setting] in het scherm Modusfunctie voor de beheerder. 2. Selecteer [Edit Emergency ID] (Nood-id bewerken).
  • Pagina 274 11 USM (Veiligheidsmodus gebruiker) 4. Selecteer [Edit emergency ID count] (Tel- ling nood-id bewerken) om de telling van het maximumaantal te bewerken. 5. Tik op [Reset] om de huidige telling te resetten. Selecteer [0], [100] of [200] om een nieuw maximumaantal in te stellen.
  • Pagina 275: Specificaties

    Specificaties Verwerkingssnelheid 190 testen per uur (simultane CM- en ISE-metingen) Aantal incubatorcellen CM: 13; ISE: 1 Incubatietemperatuur 37 °C (CM) / 30 °C (ISE) Incubatietijd 1 tot 6 minuten Capaciteit voor gelijktijdig gela- den objectglaasjes Objectglaspartijgegevens Ieder item: maximaal 5 partijen Sampler (1) Aantal monsters 5 monsters (op de monsterschijf)
  • Pagina 276 12 Specificaties Effectieve gebruiksduur 6 jaar na installatie (levensduur) (Deze periode is geldig zolang de voorzorgsmaatregelen voor gebruik worden gevolgd en regelmatig periodiek onderhoud correct wordt uitgevoerd.) 12-2 897N201058H FDC NX700 Instructiehandleiding 2022.02...
  • Pagina 277: Woordenlijst

    Woordenlijst Woordenlijst van de berichten op het scherm en op afdrukken OPMERKING Omdat de ruimte op het scherm en op afdrukken beperkt is, worden soms afkortingen gebruikt. OPMERKING Er worden na afkortingen op het scherm en op afdrukken geen punten gebruikt. Afkorting Betekenis Analog/Digital (Analoog/digitaal)
  • Pagina 280 26-30, NISHIAZABU 2-CHOME, MINATO-KU, TOKYO 106-8620, JAPAN https://www.fujifilm.com/ Heesenstrasse 31, 40549 Duesseldorf, Germany Oudenstaart 1, 5047 TK Tilburg, The Netherlands...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fuji dri-chem nx700i

Inhoudsopgave