ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting
Als u [Auto] selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld
op een waarde tussen ISO 100 en ISO 6400.
U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen tussen ISO 100 en ISO
6400 (in hele stops).
Als de optie [Z1:kLichte tonen prioriteit] is ingesteld op
[Inschakelen] (pag. ), ligt het instelbare ISO-snelheidsbereik tussen
ISO 200 en ISO 6400.
AE-vergrendeling en automatische belichting kunnen niet worden
gebruikt.
Het wordt afgeraden om tijdens de movie-opname de sluitertijd of het
diafragma aan te passen omdat de wijzigingen in de belichting worden
opgenomen.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u opnamen maakt bij TL- of
ledverlichting, kan er een flikkerend beeld worden opgenomen.
Met ISO Auto kan de movie-opname met een geschikte belichting
worden gedaan, zelfs als helderheid van het omgevingslicht verandert.
Druk op de knop <B> om het histogram weer te geven.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
sluitertijd van 1/30 tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter de
sluitertijd, hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal
zien.
6
Stel scherp en start de movie-
opname.
De procedure is hetzelfde als stap
2 en 3 voor 'Opnamen maken met
automatische belichting' (pag. 154).
k Movie-opname
157