A Opnamen maken met het LCD-scherm
Informatiedisplay
Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay
vernieuwd.
AF-methode
• d
: FlexiZone - Single
• c
: u Live-modus
• f : Quick-modus
Opnamemodus
Transport-/
zelfontspanmodus
Witbalans
Auto Lighting
Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid)
Opnamekwaliteit
Belichtingsvergrendeling
D Flitser gereed
b Flitser uit
e Snelle synchronisatie
y Flitsbelichtingscompensatie
0 Flitsbelichtingscompensatie
externe flitser
Sluitertijd
Beeldstijl
Wanneer <g> wit wordt weergegeven, is de helderheid van het Live view-
beeld bijna gelijk aan de helderheid van de daadwerkelijke opname.
Als <g> knippert, betekent dit dat het Live view-beeld vanwege te
donkere of te heldere lichtomstandigheden met een andere helderheid wordt
weergegeven dan het daadwerkelijke opnameresultaat. De daadwerkelijke
opname wordt echter met de ingestelde belichting gemaakt. Ruis kan in het
Live view-beeld zichtbaarder zijn dan in de daadwerkelijke opname.
Als de flitser wordt gebruikt of bulb is ingesteld, worden het pictogram
<g> en het histogram grijs weergegeven (ter referentie). Mogelijk wordt
het histogram bij weinig of juist heel fel licht niet goed weergegeven.
136
AF-punt (Quick-modus)
Vergrotingskader
Maximumaantal opnamen
Eye-Fi-overdrachtstatus
Indicator belichtingsniveau/AEB-bereik
Diafragma
Histogram
Waarschuwing
temperatuur
FEB
AEB
Belichtings-
simulatie
Accuniveau
Lichte tonen prioriteit
ISO-snelheid
Indicator GPS-verbinding