Accu's – Elektrische voertuigen
VOORZICHTIG
• Vul de accu nooit te veel bij.
3.
De accuhouder moet stevig vastzitten zodat de accu's niet kunnen bewegen wanneer het voertuig rijdt, maar
ze mogen niet zo vastzitten dat de accubehuizing kan barsten of vervormen. Draai de borgmoeren van de
beugel aan tot 55 in·lb (6,2 N·m). De accupolen moeten schoon zijn, de aansluitingen stevig verankerd en
eventueel versleten isolatie of kabels moeten worden vervangen. Haal de aansluitpolen van de accu's aan
met het juiste aanhaalmoment. Zie De accu's aansluiten – Elektrische voertuigen op pagina 13. Zie de
volgende WAARSCHUWING.
WAARSCHUWING
• Bij beschadiging of corrosie van de accupolen dient u deze te vervangen of te reinigen. Indien u dit
niet doet, kan dit tijdens gebruik oververhitting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand, materiële
schade of persoonlijk letsel.
4.
Na gebruik laadt u de accu's weer op. U moet de accu nooit langer dan noodzakelijk in ongeladen toestand
laten (laat de accu nooit een hele nacht ongeladen).
1
1. Vloeistofpeil 2. Dop 3. Platen
Het peil van de accuvloeistof moet ten minste ½ inch (13 mm)
boven de plaatjes tot ¼ inch (6 mm) onder de peilindicator
worden gehouden.
17
Figuur 21 Elektrolytniveau elektrische accu
Pagina 48
Transporter Gebruikershandleiding
2
3