Laadbevestiging
• Het lampje knippert drie keer en tegelijkertijd klinkt de achteruitrijzoemer drie keer om aan te geven dat de accu
wordt opgeladen.
WAARSCHUWINGSLAMPJE LAAG OLIEPEIL
Uitsluitend voor benzinevoertuigen
De benzinevoertuigen zijn voorzien van een waarschuwingslampje voor een laag oliepeil (4). Dit lampje bevindt zich
boven aan het instrumentenpaneel (Figuur 10). Wanneer het waarschuwingslampje brandt, moet u het oliepeil
controleren en naar behoefte olie aan de motor toevoegen alvorens het voertuig verder te gebruiken. Zie de volgende
VOORZICHTIG. Het voertuig mag nooit worden gebruikt zolang het waarschuwingslampje voor een laag oliepeil blijft
branden. Als het waarschuwingslampje aan en uit gaat, mag het voertuig worden gebruikt, maar moet er zo snel
mogelijk olie worden toegevoegd. Het lampje knippert herhaaldelijk om aan te geven dat er mogelijk een probleem is
met de elektrische brandstofinjectie (EFI). Indien het oliepeil goed is maar het waarschuwingslampje blijft branden,
moet u het voertuig door een geschoolde monteur laten nakijken.
VOORZICHTIG
• Als u de olie niet onmiddellijk bijvult zodra het waarschuwingslampje voor een laag oliepeil gaat
branden, kan dit onomkeerbare schade aan de motor veroorzaken.
BRANDSTOFMETER/URENTELLER (OPTIONEEL)
Uitsluitend voor benzinevoertuigen
Indien het voertuig is voorzien van een brandstofmeter/urenteller (5), bevindt deze zich op het instrumentenpaneel
(Figuur 10). Met de brandstofmeter kan de bestuurder het brandstofniveau in het voertuig controleren. De urenteller
moet worden gebruikt door een geschoolde monteur om het voertuiggebruik na te gaan en te bepalen of periodieke
onderhoudsprocedures vereist zijn. Zie Periodiek onderhoudsschema op pagina 38.
12V-AANSLUITING
In het vakje aan de bestuurderskant van het dashboard bevindt zich een 12V-aansluiting met een nominale
stroomsterkte van 6,5 ampère. Wanneer het contactslot in de stand AAN staat, levert dit contactpunt stroom aan de
accessoires die hierop zijn aangesloten. Het elektrische circuit naar het stroompunt levert ook stroom aan alle andere
elektrische accessoires op het voertuig en is beveiligd met een zekering van 10 ampère. Bij een totale belasting van
meer dan 10 ampère van het circuit brandt de zekering door.
OPMERKING: Het stroompunt is niet bedoeld voor langdurig gebruik. Langdurig gebruik kan ervoor zorgen dat de
accuspanning van de accu of accu's aanzienlijk afneemt. Voor benzinevoertuigen geldt dat u het stroompunt
niet langdurig moet gebruiken wanneer de motor niet draait.
Elektrisch voertuig: Wanneer de acculader wordt aangesloten, wordt het circuit naar het stroompunt
uitgeschakeld.
Transporter Gebruikershandleiding
Bediening en verklikkers
Pagina 19