WAARSCHUWING
• Voordat iemand het voertuig mag besturen, moet worden vastgesteld of de bestuurder bekend is
met alle bedienings- en gebruiksaanwijzingen.
• Uitsluitend voor benzinevoertuigen: Wijzig nooit de afstelling van de snelheidsbegrenzer. Indien u
dit wel doet, vervalt de garantie en kunnen de motor en andere onderdelen schade oplopen. Dit
kan vervolgens materiële schade, persoonlijk letsel of dodelijk letsel veroorzaken als gevolg van
onveilige snelheden.
CONTACTSLOT
Het contactslot (1) bevindt zich op het dashboard rechts van de stuurkolom (Figuur 9 of Figuur 10).
Elk voertuig is voorzien van een contactslot met twee of drie standen. Alle elektrische voertuigen zijn voorzien van
een contactslot met twee standen. Benzinevoertuigen die zijn voorzien van een contactslot met twee standen,
worden aangeduid met de term "pedal-start". Benzinevoertuigen die zijn voorzien van een contactslot met drie
standen, worden aangeduid met de term "key-start".
• Elektrische en pedal-startvoertuigen: het contactslot heeft twee standen: UIT en AAN.
• Key-startvoertuigen: het contactslot heeft drie standen: UIT, AAN en START. Om het voertuig te starten, draait u
de sleutel voorbij de AAN-positie naar de START-positie en houdt u hem zo tot de motor vlot draait. Wanneer u de
sleutel loslaat, keert deze terug naar de AAN-positie en moet de motor stationair draaien.
WAARSCHUWING
• Bewegende onderdelen! Blijf uit de buurt van het motorcompartiment wanneer de motor draait.
VOORZICHTIG
• Key-startvoertuigen: Laat de motor niet gedurende lange tijd "met een hoog toerental lopen" terwijl
de hendel Vooruit/Achteruit zich in de VRIJLOOP-stand bevindt. Indien u geen acht slaat op deze
waarschuwing, kan dit resulteren in schade aan de gecombineerde versnellingsbak/achterbrug.
• Key-startvoertuigen: Verplaats de hendel Vooruit/Achteruit niet wanneer het gaspedaal is ingedrukt.
Verplaats de hendel uitsluitend wanneer het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. Indien
u geen acht slaat op deze waarschuwing, kan dit resulteren in schade aan de gecombineerde
versnellingsbak/achterbrug.
OPMERKING: Als de sleutel zich in de stand UIT bevindt, zijn de belangrijkste voertuigsystemen uitgeschakeld. Het
contactslot kan worden gebruikt om een noodstop te maken.
De sleutel kan uitsluitend worden verwijderd wanneer het contactslot in de stand UIT staat.
HENDEL VOORUIT/ACHTERUIT
Elektrische voertuigen
De wipschakelaar Vooruit/Achteruit (2) bevindt zich onderaan in het midden van het instrumentenpaneel (Figuur 9).
De standen F (VOORUIT) en R (ACHTERUIT) zijn duidelijk gemerkt. Druk op de VOORUIT-kant van de schakelaar om
het voertuig vooruit te rijden, of druk op de ACHTERUIT-kant om het achteruit te rijden. Wanneer de wipschakelaar in
VRIJLOOP staat en geen van beide kanten is ingedrukt, zal het voertuig niet werken als het gaspedaal wordt ingedrukt.
Club Car-voertuigen rijden trager bij het achteruitrijden. De achteruitrijzoemer geeft een hoorbare waarschuwing
wanneer de schakelaar Vooruit/Achteruit zich in de stand ACHTERUIT bevindt.
Benzinevoertuigen
De hendel Vooruit/Achteruit (2) bevindt zich onderaan in het midden van het instrumentenpaneel (Figuur 10). De
hendel heeft drie verschillende standen: F (VOORUIT), N (VRIJLOOP), en R (ACHTERUIT). Duw de hendel omhoog
om het voertuig vooruit te laten bewegen of omlaag om het voertuig achteruit te laten rijden.
Transporter Gebruikershandleiding
Bediening en verklikkers
Pagina 17