VOORZICHTIG
• Het bijvulschema moet dusdanig zijn opgesteld dat het peil van de accuvloeistof altijd boven de
bovenkant van de accuplaten (Figuur 21, Pagina 48) ligt.
• Vul de accu's altijd pas bij NA het opladen.
OPMERKING: In geval van een centraal bijvulsysteem wordt particuliere consumenten aanbevolen om gedestilleerd
water in flessen, met handpomp, CC PN 104006101, te gebruiken.
Bijvulschema vaststellen voor nieuwe voertuigen
Als u niet al een vast bijvulschema voor uw voertuigen hanteert, controleert u het vloeistofpeil in de accu's wekelijks
om zo het juiste bijvulschema vast te stellen. Vervolgens vult u de accu's met water bij volgens het vastgestelde
schema. Bij zwaar gebruik voegt u zo nodig extra water toe.
Onderhoud centraal bijvulsysteem
1.
Voor voertuigen die onlangs zijn voorzien van een centraal bijvulsysteem, kunt u bij een eerste controle van de
kleppen in alle accucellen vaststellen of alle kleppen in het centrale bijvulsysteem naar behoren functioneren. Zie
Periodiek onderhoudsschema op pagina 38. Als een klep niet opent, zal de accucel uiteindelijk uitdrogen. In
een eerste eenmalige controle van alle cellen komen eventuele problemen bij het openen van de kleppen aan
het licht. Als een klep niet meer sluit, ziet u dit doordat het water overstroomt bij de gebruikelijke bijvulbeurt.
Beide defecten komen vrijwel nooit voor, maar u moet hier wel op bedacht zijn bij de eerste controle en tijdens de
gebruikelijke bijvulbeurten. Voor een maximale levensduur van de accu's dient u defecte kleppen te vervangen.
Zie de volgende VOORZICHTIG.
VOORZICHTIG
• Nadat u de accuvloeistof hebt gecontroleerd, moet u de accudoppen weer stevig aandraaien om zo te
voorkomen dat de accuvloeistof kan weglekken.
2.
Na de eerste controle na zes weken controleert u het peil van de accuvloeistof minstens een keer per jaar
handmatig, vooral na langdurige opslag of wanneer het voertuig om een andere reden lange tijd niet is gebruikt.
Zie voorgaande VOORZICHTIG.
ONDERHOUD ACCU'S – VOERTUIGEN DIE NIET ZIJN VOORZIEN VAN EEN CENTRAAL
BIJVULSYSTEEM
Om de accu's in goede te staat te houden, voert u onderstaand onderhoudsschema regelmatig uit:
1.
Zorg dat de accu's schoon en corrosievrij blijven. Reinig de bovenkant van de accu's en de accupolen met een
oplossing van natriumbicarbonaat en water; gebruik 1 kopje (237 ml) natriumcarbonaat per gallon (3,8 liter) water.
Spoel de oplossing van de accu's af. Zorg dat de oplossing niet in de accu kan lopen. Zorg ervoor dat de
accupolen goed vastzitten. Laat de accupolen drogen en spuit ze in met een laagje Battery Terminal Protector
Spray. Zie de volgende OPMERKING.
OPMERKING: U dient afvalwater op gepaste wijze te lozen.
2.
Controleer het peil van de accuvloeistof wekelijks (Figuur 21). Voeg pas na het opladen water toe, tenzij het peil
van de accuvloeistof zich onder de bovenkant van de accuplaten bevindt. In dat geval voegt u zoveel water toe
dat de bovenkant van de accuplaten zich net onder water bevindt, laadt u de accu's opnieuw op en controleert
u het peil nogmaals. Laad de accu's nooit op als de accuplaten zich boven het peil van de accuvloeistof
bevinden. Voor een optimale levensduur van de accu's gebruikt u alleen gedestilleerd water. Zie de volgende
VOORZICHTIG en OPMERKING.
Accu's – Elektrische voertuigen
Transporter Gebruikershandleiding
Pagina 47