Diagnosefunctie voor sensoren
- Voor elke sensor wordt in het display een verticale balk
weergegeven.
- grote balk = actieve sensor (Sensor herkent metaal)
- kleine balk = sensor heeft geen contact met metaal
Voorbeeld: Sensor X1.11 actief = grote balk (2 strepen)
computer
Weergave van de software versie
- Na het opbouwen van de stroomverzorging
- Gedurende 5 seconden weergave van de software versie
(Codering)
zB.:
0600-NL SERVICE-DIRECT-CONTROL_384
Display
Jaartal ÈÈn cijfer
Kalenderweek 1 .. 52
Machinetype: A = maaier
C - cirkelhooier
SERVICE „DIRECT CONTROL"
Controle van de bedieningskast 'Direct Control'
en de boordcomputer
Attentie! Beschadig de afdichting niet tijdens het
openen van de behuizing.
10A
Fk1 / 10A
- Controle bedieningskast 'Direct Control'
- 12V spanning inschakelen.
- Bedieningskast met de I/O toets inschakelen.
- LED (1) in de I/O toets licht gedurende 2 seconden op.
- Als de verbinding met de boordcomputer in orde is, licht de
(1) in de I/O toets op.
- Bij een foute verbinding met de boordcomputer begint de LED
na 2 seconden te knipperen.
- Als LED (1) niet brandt
- De spanningsvoorziening controleren (kabel)
- Bedieningskast defect
- Controle van de boordcomputer
- 12V spanning inschakelen
- LED (2) op de boordcomputer licht gedurende 1 seconde
op.
- In het display wordt gedurende 5 seconden de softwareversie
weergegeven.
- Aansluitend wisselend de weergave van
- Bedrijfsuren (indien een sensor is opgebouwd)
- De toestand van de sensoren
- Door de I/O toets op de bedieningskast in te drukken wordt
de boordcomputer geactiveerd.
- LED (2) op de kaart van de boordcomputer knippert gedurende
2 seconden.
- De gewenste toets op de bedieningskast indrukken
- Functieaanduiding door LEDs (X7.1 tot X8.7) voor iedere
uitgang
- 59 -
CLOSED
CENTER
OPEN
CENTER
DIRECT CONTROL
Zekering
NL