Toerentalcontrole van de kneuzerrotor
Algemeen:
Tijdens het gebruik wordt het gewenste toerental van elke
kneuzerrotor individueel gecontroleerd.
Als het toerental van een kneuzerrotor meer dan 180
min-1 vermindert, weerklinkt een signaaltoon en de LED
van de toegewezen toets op de bedieningskast knippert
snel (12, 13, 14).
Controle van het aftakastoerental
Om beschadiging van de aftakassen bij het zwenken
van de zijmaaiers over de veldtransportstand heen te
vermijden, wordt het aftakastoerental gecontroleerd.
De functie van toets 11 (Transport op de
weg) kan eerst dan worden gekozen, als
de aftakassensor tenminste 8 seconden
lang geen impuls meer levert.
- Aandrijfassen mogen niet meer draaien.
Bedrijfsurenteller
Zodra het aftakastoerental hoger is dan 300 min
de bedrijfsuren geteld.
Op het LCD-scherm in de boordcomputerkast kunnen
de bedrijfsuren worden uitgelezen.
Afwisselend met de sensordiagnose worden de
uren in het volgende formaat weergegeven:
Bedrijfsurenaantal < 100:
14:36
Bedrijfsurenaantal > 100:
0346
1000-NL DIRECT CONTROL_384
BEDIENING „DIRECT CONTROL"
Overige instellingen
Bevestigen: Als het toerental weer stijgt, gaat het knipperen
en de toon over in een langzamer ritme. Pas nu kan de
toets worden ingedrukt om dit te bevestigen (quittieren) en
het knipperen en de signaaltoon worden beeindigd
Aanwijzing: In elk geval moet de reden van het
toerentalverval worden opgeheven, anders kan niet
worden bevestigd.
- Rijsnelheid verminderen,
- Verstopping opheffen,
- Stekkerverbinding en kabel repareren,
- Defecte sensor vervangen.
De controle functioneert alleen, als de sensor is
aangebracht en niet defect is.
-1
, worden
- 18 -
NL