• Als de draaistroommotor met een externe ventilator wordt gekoeld, moet u ervoor zorgen
dat de draaistroommotor alleen bij ingeschakelde externe ventilator kan worden gebruikt.
• Het gebruik van deze motoren is alleen toegestaan als ze met de plaatselijke wetgeving (bijv.
energie-efficiëntie, productveiligheid) in het land van toepassing overeenstemmen.
DMT 01 ATEX E 014X, RU С-DE.АЖ58.В.02301-22, EPS 21 UKEX 1 310 X:
• De motoren mogen niet in stofafzettingen van een overdreven dikte worden gebruikt.
• Bij montage van de motoren met vrije asstomp naar boven moet het naar binnen vallen van
vreemde objecten in de ventilatieopeningen door de aanbouw verhinderd zijn.
• Bij motoren met vast verbonden aansluitleiding: De aansluiting van het vrije leidinguiteinde
moet conform de geldende installatievoorschriften worden uitgevoerd.
• Als de draaistroommotor met een externe ventilator wordt gekoeld, moet u ervoor zorgen
dat de draaistroommotor alleen bij ingeschakelde externe ventilator kan worden gebruikt.
• Voor de inbedrijfstelling moet worden gewaarborgd dat bij de voeding van de omvormer aan
de klemmen van de motor geen ongeoorloofd hoge overspanningen optreden.
• De lucht- en kruiptrajecten in de aansluitkast laten geen omvormergerelateerde
overspanningen met een periodieke piekwaarde van meer dan 1500 V voor nominale
spanningen ≤ 500 V toe.Het isolatiesysteem van de motor kan het noodzakelijk maken om
periodiek optredende overspanningen verder te beperken.
BVS 14 ATEX E 081 X, BVS 14 ATEX E 082 X, IECEx BVS 14.0052X, 2020312301002068,
RU C-DE.AA81.B.00156-19, EPS 21 UKEX 1 301 X, EPS 21 UKEX 1 303 X:
• De motor mag alleen door een spanningsomvormer in de tussenkring met
pulsbreedtemodulatie onder naleving van de in hoofdstuk 15.3 (ATEX) / „parameters" (IECEx)
genoemde kenwaarden worden gevoed.
• Voor de inbedrijfstelling moet worden gewaarborgd dat bij de voeding van de omvormer aan
de klemmen van de motor geen ongeoorloofd hoge overspanningen optreden.
• De lucht- en kruiptrajecten in de aansluitkast laten geen omvormergerelateerde
overspanningen met een periodieke piekwaarde van meer dan 1500 V voor nominale
spanningen ≤ 1000 V toe. Het isolatiesysteem van de motor kan het noodzakelijk maken om
periodiek optredende overspanningen verder te beperken. Als de motor wordt aangedreven
met een ventilator uit kunststof, moet een omvangsnelheid van minder dan 50 m/s in acht
worden genomen.
1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 11/2023, A5E45217862A
Veiligheidsinstructies
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
23