9.3 Elektrische aansluiting -
driefasenpompen
De pompmotor is zodanig ontworpen dat de fase-
volgorde in het elektrische paneel met de klok mee
gaat (kan worden vastgesteld met een fasevolgorde-
detector). De pomp schakelt niet in bij een onjuiste
fasevolgorde.
Als de droogloopsensoren in de vloeistof onderge-
dompeld zijn maar de pomp schakelt niet in, dan kan
dit worden veroorzaakt door een onjuiste fasevolg-
orde. Verwissel L1 en L2.
Afb. 4
Aansluitschema voor driefasenpompen
9.4 Alarmrelais/communicatie-aansluiting
In de pomp is een alarmrelaisuitgang opgenomen.
NC en NO zijn beschikbaar en kunnen naar wens
worden gebruikt, bijvoorbeeld voor akoestische of
visuele alarmmeldingen.
Als alternatief kunnen de draden 4 en 6 worden
gebruikt voor externe communicatie via een CIU-unit
(communicatie-interface).
Als een CIU-unit wordt aangesloten
mag het relais niet worden gebruikt.
N.B.
In de CIU-unit is een relais opgenomen
dat de alarmfunctie overneemt.
Voor een voorbeeld van het aansluitschema wordt
verwezen naar de documentatie die bij de CIU-unit
wordt meegeleverd.
2 A 230 VAC
10. Configuratie
10.1 Standaardinstellingen
De pomp wordt af fabriek met de volgende stan-
daardinstellingen geleverd.
0,9 - 1,5
Parameter
kW
Inschakelvertra-
ging (willekeu-
Uit
rig)
Inschakelniveau
25 cm
Storing hoogni-
+ 10 cm
veau
Systeem tegen vastlopen:
Interval
3 dagen
Duur
2 sec.
Indien één of meer van de bovenstaande parameters
moeten worden gewijzigd, gebruik daarvoor dan de
optionele CIU-unit samen met een R100 afstandsbe-
diening.
De CIU-unit kan tijdelijk worden aangesloten voor
configuratiedoeleinden.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
CIU-unit voor verdere informatie.
Afb. 5
In- en uitschakelniveaus
10.2 Pompwisseling
Als meerdere pompen (maximaal vier) in dezelfde
put worden opgesteld, dan zorgt de regellogica die in
de pomp is opgenomen ervoor dat de belasting over
de tijd evenredig wordt verdeeld tussen de pompen.
De pompwisseling wordt uitgevoerd volgens een
gepatenteerde methode op basis van de meting van
het vloeistofniveau in de put.
De barometrische druk kan van invloed
N.B.
zijn op de verwisselvolgorde.
3,1 - 4,0
2,6 kW
kW
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Alarm
Inschakelen
Uitschakelen
173