51 - Parameters (vervolg)
07 = Alarm Reset
Deze parameter geeft aan welk type reset nodig is voor een gesignaleerd inbraakalarm. Er zijn twee instellingen:
0. Code (standaard)
Deze instelling geeft de mogelijkheid om een volledig inbraakalarm te resetten door de codes die met het
volgende gebruikersnivo zijn geprogrammeerd: gebruiker, manager, master.
1. Remote
Voor deze instelling is een installateur of een remote Reset voor een gesignaleerd inbraakalarm nodig. Als deze
optie is geselecteerd op een systeem waarin bevestigd alarm wordt gebruikt, kan indien nodig het vereiste
resetniveau voor een onbevestigd alarm worden verlaagd tot gebruiker in parameter 51.55.5. Dit is de
standaard instelling voor systemen die compatibel zijn omet DD243.
08 = Laatste Deur functie
Als Laatste Deur is ingeschakeld voor Volledig, Deelbeveiligd of Nachtstand, worden de uitgangstijden
voor de geselecteerde modes ingesteld op oneindig. Voor Volledig Inschakelen wordt de waarde die
geprogrammeerd is in de optie Uitgangstijd (Optie 04=Uitgangstijd) onderdrukt.
De systeeminschakeling wordt beëindigd wanneer een Puls Aan zone tijdens de uitgangstijd wordt geopend.
Er is een vertraging van vijf seconden tussen het sluiten van de Puls Aan zone en het inschakelen van het
systeem om de inschakeling van detectors in de uitlooproute de tijd te geven.
OPMERKING: de bediening (openen en sluiten) van Puls Aan zones heeft geen effect op het systeem,
behalve tijdens de inschakel procedure.
De instellingen voor Laatste Deur zijn:
0. Uit
1. Volledig Inschakelen
2. Volledig & Deelbeveiligd Inschakelen
3. Alle Inschakelingen
09 = Zone Lockout
Deze parameter bepaalt het aantal keren dat een zone tijdens een ingeschakelde periode kan worden geactiveerd
voordat het wordt overbrugd. De teller wordt gereset wanneer het paneel wordt uitgeschakeld.
0 (0 - 9) Meldingen.
0 = Geen lockout (standaard)
10 = Luidspreker Volume
Met deze parameter stelt u het volume van de e/e signalering van de luidspreker in. Het bereik is 00-31.
Stel het volume op 00 in om het te dempen. De alarmtonen worden niet door de volumeregeling beïnvloed.
11 = Hoorbare 230VAC Fout
Deze parameter heeft twee instellingen:
0. Uit
1. Aan (230VAC, Accu laag).
Wanneer de parameter is ingesteld op 1 (Aan), wordt onmiddellijk alarm op het bediendeel gegeven
(zie parameter 23). Er wordt op de bediendelen altijd een visuele indicatie gegeven. Deze indicaties
worden doorgegeven naar de PAC na de tijd die geprogrammeerd is in menu
56.7.04=Communicatie.Parameters.230VAC Vertraging. Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt
geen hoorbare indicatie gegeven.
OPMERKING: wanneer de parameter is ingesteld op 0 (Uit), wordt geen hoorbare indicatie gegeven.
De indicatie is alleen zichtbaar op het bediendeel.
Installatiehandleiding bij de Galaxy 2 Series
64