63 - Blokken (vervolg)
Installatiehandleiding bij de Galaxy 2 Series
Opmerkingen over de bediening van blokken
Bepaalde functies hebben voor elk blok andere instellingen. De bediening wordt hierna uitgelegd.
Sirene Tijd
De sirene tijd voor de gemeenschappelijke sirene uitgang is beperkt tot de geprogrammeerde maximumtijd.
Dit betekent dat als een alarm is opgetreden in blok 1 en nadat 80% van de sirene tijd is verstreken, een
alarm optreedt in blok 2, de sirene alleen blijft ingeschakeld voor de resterende 20% sirene tijd.
In- en Uitgangstijden
In- en Uitgangstijden zijn altijd voor elk blok verschillend. De uitgangstijd kan worden beëindigd voor alle
blokken door een laatste deur of puls aan zone in het gemeenschappelijke blok, behalve wanneer een blok in
de gemeenschappelijke blokvoorwaarde een oneindige uitgangstijd heeft. Het laatste blok die ingeschakeld
wordt, kan niet worden ingeschakeld voordat de gemeenschappelijke ruimte de eigen inschakel periode heeft
voltooid.
Wanneer een code wordt ingevoerd, is blokkenkeuze mogelijk als geen van de ruimten van de gebruiker een
alarm heeft of inlooptijd is gestart. Als in één van de ruimten entree of alarm optreedt, worden die blokken
automatisch uitgeschakeld.
Als de gebruiker tot een blok behoort die geen deel uitmaakt van de gemeenschappelijke blokvoorwaarde,
heeft zijn code geeft invloed op de gemeenschappelijke ruimte.
Elk apart blok moet een eigen ingangsdeur hebben, of het bediendeel moet in de gemeenschappelijke ruimte
aanwezig zijn. In het laatste geval wordt vanwege conformiteit met DD243 toegang tot de aparte blokruimten
voorkomen totdat het blok wordt uitgeschakeld.
98