Installatiehandleiding bij de Galaxy 2 Series
Tekst programmeren
Bepaalde functies op de Galaxy 2 Series kunnen worden ingesteld met tekstbeschrijvingen of namen.
Wanneer een van deze wordt bewerkt, wordt op het bediendeel aanvankelijk de naam weergegeven die
op dat moment wordt geprogrammeerd. U kunt de toetsen A en B gebruiken om de bewerkingscursor naar
rechts en naar links in de naam te verplaatsen. Wanneer u op de toets * drukt, wordt het teken links van de
cursor verwijderd en wordt de cursus een plaats naar links verplaatst (Backspace). Wanneer u op de toets #
drukt, wordt het teken rechts van de cursor verwijderd (Delete).
Wanneer u op een van de numerieke toetsen drukt, wordt de tekeninvoermodus geactiveerd en kunt u een
nieuw teken invoeren bij de plaats van de cursor. Als er ruimte rechts van de naam is, wordt een nieuw teken
ingevoegd. Als er geen ruimte meer is, worden de bestaande tekens door nieuwe tekens vervangen.
In de volgende tabel staat de lijst met tekens die bij elke cijfertoets horen. Wanneer u meerdere keren op
dezelfde toets drukt, bladert u door de lijst totdat het juiste teken op het bediendeel wordt weergegeven. Als
u bijvoorbeeld de letter R wilt invoegen, moet u driemaal op de toets 7 drukken. Het gedrag van de toets B
verander wanneer de tekeninvoermodus actief is. In plaats van de cursor naar links te bewegen, wordt het
vorige teken in de lijst weergegeven. Als u per ongeluk te vaak op een cijfertoets drukt, kan deze functie
worden gebruikt om door de lijst te doorlopen en terug te gaan naar het juiste teken.
U kunt de tekeninvoermodus op een aantal manieren wijzigen:
•
Nadat u twee seconden niet op een toets hebt gedrukt, wordt de tekstinvoer automatisch beëindigd
en wordt de cursor verplaatst naar de volgende positie.
•
U kunt op een andere cijfertoets drukken. Hiermee wordt de invoer van het eerste teken beëindigd
en wordt de invoer van een teken op de volgende plaats begonnen.
•
U kunt op de toets A drukken. Dit is nuttig om te voorkomen dat u twee seconden hoeft te wachten
wanneer u dezelfde cijfertoets voor het volgende teken wilt gebruiken.
Wanneer de invoer is voltooid, drukt u op de toets ent om de nieuwe naam op te slaan. Als u op de toets esc
drukt, wordt de invoer geannuleerd en worden de wijzigingen in de naam niet opgeslagen.
Toets
1
& - 1 @ ' / ( ) punt, komma, # * +
2
A, B, C, Ä, Å, Æ 2, a, b, cä, å, æ
3
D, E, F, 3, d, e, f
4
G, H, I, 4, g,h, i
5
J, K, L, 5, j, k, l
6
M, N, O, 6, m, n, o
7
P, Q, R, S, 7, p, q, r, s
8
T, U, V, 8, t, u, v
9
W, X, Y , Z, 9, w, x, y, z
0
<spatie> of 0
ent
Tekenreeksinvoer opslaan en afsluiten
Annuleert de bewerking zonder
esc
dat wijzigingen worden opgeslagen
*
Teken links van de cursor verwijderen
#
Teken voor de cursor verwijderen
Tabel 16. Zoneteksttekens
49
Tekst programmeren
Uitgang