Installatiehandleiding bij de Galaxy 2 Series
Optie 63 - Blokken
Deze optie heeft één subsectie:
1 = Blokken
Er zijn drie subopties:
1 = Blokken Mode
Met deze optie wordt de blokkenmode ingeschakeld. Indien ingeschakeld gedraagt elk blok in het systeem zich
als een onafhankelijke ruimte die apart kan worden in- of uitgeschakeld. Er zijn twee inschakelingen:
0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
Als de blokkenmode wordt uitgeschakeld, gedraagt het systeem zich alsof alle zones, gebruikers en uitgangen
zich in blok 1 bevinden.
2 = Gemeenschappelijk Blok
Blok 4 is bedoeld als een blok die de gemeenschappelijke toegangsruimte (zoals een foyer) dekt. Dit blok
wordt automatisch in- en uitgeschakeld, afhankelijk van de status van de andere, aparte ruimten. Wanneer
alle aparte ruimten zijn ingeschakeld, wordt het gemeenschappelijke blok tegelijk met het laatste blok
ingeschakeld. Zodra een van de aparte blokken wordt uitgeschakeld, wordt het gemeenschappelijke blok
uitgeschakeld. Om te kunnen bepalen welke aparte blokken moeten worden ingeschakeld voordat de
gemeenschappelijke blok wordt ingeschakeld, kan in deze optie de blokkenvoorwaarde worden
geprogrammeerd. Op de onderstaande afbeelding ziet u het scherm. Wanneer u op het relevante
bloknummer drukt, wordt de blokstatus overgeschakeld van J naar N en omgekeerd. Een J onder een
bloknummer betekent dat aparte blokken moeten worden ingeschakeld voordat het gemeenschappelijke
blok kan worden ingeschakeld.
3 = Communicatie Voorwaarde Blok
Met deze optie selecteert u de blokken die ingeschakeld moeten zijn voordat inbraakcommunicatie kan
worden ingeschakeld. Dit betekent volledige, deelbeveiligde of nachstand inschakeling.
Het scherm ziet er ongeveer als volgt uit:
Deze optie heeft alleen betrekking op In/Uitschakeling, Inbraak, Bevestigd, Overbruggen, Herstel en de
relevante herstelsignalen. Alle andere signalering maakt geen deel uit van het inbraak communicatie systeem.
BLOKKEN 123
INSCHAKELEN JNN
BLOKKEN 1234
INSCHAKELEN NNNN
97
63 - Blokken