Afstellingen van driepuntshefinrichting
WAARSCHUWING
Gevaar van verstrikt raken!
Voordat u uitrustingsstukken koppelt of
loskoppelt of de aftakas verwisselt: 1) Schakel
de parkeerrem in. 2) Zet alle bedieningsele-
menten in de neutraalstand en de regelknop
voor de aftakas in de uitgeschakelde stand.
3) Zet de motor uit en neem de sleutel uit het
contact. 4) Wacht tot de aftakas niet meer
draait voordat u de cabine verlaat.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
LET OP: Wanneer u een gemonteerd of half-gemonteerd
werktuig aan de driepuntshefinrichting koppelt, moet u
controleren of er voldoende speling is tussen het werktuig
en de achterkant van de tractor. De speling in de gehe-
ven stand moet worden gecontroleerd door het werktuig
voorzichtig te heffen met de hendel voor positieregeling.
Met het werktuig volledig geheven moet de speling ten
minste 100 mm (4 in) bedragen tussen het werktuig en
de dichtstbijzijnde deel van de tractor.
De meeste werktuigen kunnen als volgt aan de tractor
worden gekoppeld:
1. Breng de tractor zodanig in positie dat de aankop-
pelpunten van de onderste stangen zich op dezelfde
hoogte als, en iets voorbij de bevestigingspennen van
het werktuig bevinden. Rijd voorzichtig met de trac-
tor naar achteren om de trekinrichting van de tractor
en die van het werktuig uit te lijnen. Bevestig eerst de
onderste hefarm links en vervolgens de onderste he-
farm rechts, door afstelling van de nivelleerkast.
2. Schuif de topstang in of uit tot de disselpen van het
werktuig kan worden aangebracht dóór de dissel en
de topstang van het werktuig.
3. Voor het loskoppelen van het werktuig volgt u de pro-
cedure voor aankoppelen in de omgekeerde volgorde.
De volgende tips maken het afkoppelen eenvoudiger
en veiliger.
• Parkeer het werktuig altijd op een vlakke, stevige on-
dergrond.
• Het werktuig moet worden ondersteund, zodat het niet
kan kantelen of vallen wanneer het van de tractor wordt
losgekoppeld.
• Laat altijd alle hydraulische druk af uit alle afstandsbe-
dieningscilinders voordat u het werktuig loskoppelt.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
W0323A
4-5