Hef werktuigen en voorzetstukken voldoende ver boven
de grond om onbedoeld contact met de weg te voorko-
men.
Als u materieel of een machine op een oplegger transpor-
teert, moet u ervoor zorgen dat de lading goed is beves-
tigd. Zorg ervoor dat de maximumsnelheidsaanduiding,
indien nodig, op het materieel of de machine is afgedekt
tijdens transport op een aanhanger.
Let op overhangende constructies en hoogspanningska-
bels en controleer of de machine en/of werktuigen veilig
eronderdoor passen.
Voorkomen van brand en explosies
Brandstof of olie dat lekt of wordt gemorst op hete opper-
vlakken of elektrische componenten, kunnen brand ver-
oorzaken.
Gewasresten, afval, vuil, vogelnesten en ander brand-
baar materiaal kunnen ontbranden op hete oppervlakken.
Zorg ervoor dat er altijd een brandblusser in of in de buurt
van de machine aanwezig is.
De brandblusser(s) moet(en) worden onderhouden con-
form de instructies van de fabrikant.
OPMERKING: Een brandblusser wordt niet bij de ma-
chine geleverd. Schaf lokaal een brandblusser aan en be-
vestig deze in de daarvoor bestemde steun, zoals weer-
gegeven in afbeelding 2.
Verwijder ten minste één keer per dag, en in ieder ge-
val aan het einde van de dag, al het stof en vuil van de
machine, met name in de omgeving van hete onderde-
len zoals de motor, de transmissie, de uitlaat, de accu,
enz. Afhankelijk van de werkomgeving en de bedrijfsom-
standigheden moet uw machine mogelijk vaker worden
gereinigd.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
De rijsnelheid moet zodanig zijn, dat de machine op elk
moment stabiel is en u altijd de complete controle over de
machine hebt.
Rem af en geef richting aan voordat u afslaat.
Ga naar de kant van de weg om sneller verkeer te laten
passeren.
Volg de juiste trekprocedures voor uitrusting met of zon-
der remmen.
Verwijder ten minste één keer per dag opgehoopt vuil uit
de omgeving van bewegende delen zoals lagers, riem-
schijven, riemen, tandwielen, ventilatoren, enz. Afhanke-
lijk van de werkomgeving en de bedrijfsomstandigheden
moet uw machine mogelijk vaker worden gereinigd.
Controleer het elektrisch systeem op losse aansluitingen
en kapotte isolatie. Repareer of vervang losse en bescha-
digde onderdelen.
Bewaar GEEN vettige lappen of andere brandbaar mate-
riaal in de machine.
Voer geen laswerkzaamheden of werkzaamheden met
een brander uit aan items die brandbaar materiaal bevat-
ten. Reinig componenten grondig met niet-ontvlambaar
oplosmiddelen voordat u laswerkzaamheden of werk-
zaamheden met een brander uitvoert.
Stel de machine niet bloot aan vlammen, brandstapels of
explosieven.
Voer onmiddellijk onderzoek uit als er een ongebruikelijke
geur ontstaat tijdens het gebruik van de machine.
2-5