4 -
BEDIENINGSINSTRUCTIES###_4_###
INBEDRIJFSTELLING VAN MACHINE
Inloopprocedure van de motor
Uw NEW HOLLAND AGRICULTURE-tractor heeft een
lange levensduur en werkt betrouwbaar indien u tijdens
de inloopperiode van 50 uur op de juiste manier handelt.
Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren geldt:
1. Vermijd "trekken" van de motor. Als u bij zware belas-
ting een te hoge versnelling inschakelt, kan dit leiden
tot een tekort aan trekkracht van de motor. Dit blijkt er-
uit indien de motor niet reageert als u meer gas geeft.
2. Zorg altijd voor een lage overbrengingsverhouding als
u een zware last trekt en voorkom continu gebruik van
de tractor bij een constant motortoerental. U bespaart
brandstof en beperkt slijtage van de motor door de
juiste overbrengingsverhouding te selecteren voor de
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
betreffende werkzaamheden. Door met een licht be-
laste tractor te werken in een lage versnelling en met
een hoog motortoerental, verspilt u brandstof.
3. Voorkom langdurig gebruik met onbelaste motor met
lage of hoge motortoerentallen.
4. Controleer regelmatig de instrumenten en handhaaf
het aanbevolen vloeistofpeil voor de radiateur en het
oliereservoir. Controleer dagelijks het motoroliepeil,
de koelvloeistof in de radiateur en het luchtfilter.
5. Voer na de eerste 50 bedrijfsuren de servicewerk-
zaamheden uit die in het onderhoudsschema staan.
4-1