Inhoudsopgave
Advertenties
8.
Temperatuurmeter - Geeft de koelvloeistoftempera-
tuur aan. Hij wordt geactiveerd wanneer de contact-
sleutel in de ingeschakelde stand wordt gezet. De
meter geeft "Cold" (Koud) aan wanneer de contact-
sleutel in de uitgeschakelde stand staat. Als de naald
in het witte gebied van de meter staat, wijst dit op
een normale bedrijfstemperatuur. Als de naald in het
rode gebied van de meter komt, wijst dit op overver-
hitting. Schakel de motor van de tractor onmiddellijk
uit en stel de oorzaak vast.
9.
Toerenteller - Registreert het motortoerental (om-
wentelingen per minuut). Het scherm gaat terug
naar nul wanneer de motor niet in bedrijf is.
10. Urenteller - Registreert het aantal uren en delen van
uren dat uw tractor in bedrijf is geweest, ongeacht
het motortoerental. Gebruik deze urenmeter als een
richtlijn om de uren tussen de onderhoudsbeurten te
bepalen.
11. Brandstofmeter - Geeft aan hoeveel dieselbrandstof
er nog in de tank zit. De meter wordt geactiveerd
wanneer de contactsleutel in de ingeschakelde
stand wordt gezet. De meter geeft "Empty" (Leeg)
aan wanneer de contactsleutel in de uitgeschakelde
stand staat.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN
76115287
2
12. Indicatielampje voor aftakastoerental - Bepaald door
het motortoerental op de toerenteller. De toerentel-
lerwaarde van 2600 RPM geeft een toerental van 540
RPM aan voor de aftakas achter. De toerenteller-
waarde van 2660 RPM geeft een toerental van 2000
RPM aan voor de aftakas midden. Als de toerentel-
ler meer aangeeft dan 2600 RPM voor het functione-
ren van de aftakas of achter of 2660 RPM midden,
betekent dit een gevaarlijke conditie van overtoeren
en moet het motortoerental onmiddellijk worden ver-
laagd.
3-5
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
