Gashendel
De gashendel (1) bevindt zich rechts op het dashboard.
Duw de hendel naar voren om het motortoerental te ver-
hogen, duw de hendel naar achteren om het motortoeren-
tal te verlagen.
Schakelaar aftakas
De gashendel (1) bevindt zich rechts op het dashboard.
Duw de hendel naar voren om het motortoerental te ver-
hogen, duw de hendel naar achteren om het motortoeren-
tal te verlagen.
Contactslot
Het contactslot (1) bevindt zich op het midden van de
achterste motorkappaneel.
in de stand "AAN" (4) te draaien, worden de waarschu-
wingslampen en instrumenten geactiveerd.
start wanneer de sleutel volledig naar de stand "START"
(5) wordt gedraaid. Een interne veer zet de sleutel weer
terug in de stand "ON" wanneer hij wordt losgelaten.
Door de sleutel linksom in de stand "VERWARMEN" (2) te
draaien, wordt de motor voorverwarmd. Door de sleutel
in de stand "UIT" (3) te draaien, worden de motor en alle
elektrische functies uitgeschakeld.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN
Door de sleutel rechtsom
De motor
3-8
1
83114144
1
83114144
1
83114145