I BEDIENINGSELEMENTEN
Claxonknop
Druk op de knop om de claxon te
gebruiken. Deze stopt wanneer de
knop wordt losgelaten.
7) Schakelhendel
De schakelhendel bevindt zich
rechts van de console.
LOCATIE SCHAKELHENDEL
De schakelhendel wordt gebruikt
om van versnelling te veranderen.
De schakelhendel heeft 5 standen:
STANDEN SCHAKELHENDEL
STAND
P
R
N
H
Hoog toerental (vooruit)
L
Laag toerental (vooruit)
92
VERSNELLING
Parkeren
Achteruit
Neutraal
NORMAAL: SCHAKELPATROON
Het voertuig moet gestopt worden
en de remmen moeten ingescha-
keld worden voor u een versnelling
kiest.
OPMERKING
Deze versnellings-
bak is niet ontworpen om te
schakelen tijdens het rijden.
P: Parkeren
In de parkeerstand wordt de ver-
snellingsbak vergrendeld om te
helpen voorkomen dat het voertuig
beweegt.
WAARSCHUWING
Gebruik de PARKEER-stand (P)
altijd wanneer het voertuig niet
in gebruik is. Als de schakelhen-
del niet in de P (PARKEER-
stand) staat, kan het voertuig
bewegen.
R: Achteruit
In de stand achteruit kan het voer-
tuig achteruit rijden.
OPMERKING: In achteruit is het
toerental van de motor beperkt,
waardoor dus ook de snelheid van
het voertuig in achteruit beperkt is.
WAARSCHUWING
Als u in achteruit een helling
afrijdt, kunt u de ingestelde
snelheidslimiet in achteruit toch
overschrijden door de zwaarte-
kracht.