1) Gashendel
De gashendel bevindt zich rechts
aan het stuur. De hendel kan wor-
den gepositioneerd voor activering
met duim of vinger.
De gashendel regelt het motortoe-
rental.
Druk op de gashendel om de snel-
heid van het voertuig te verhogen
of te behouden.
Laat de gashendel los om het
voertuig te vertragen.
TYPISCH
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
2) Remhendel
De remhendel bevindt zich links
aan het stuur.
1. Remhendel
De remhendel dient om het voer-
tuig te vertragen of te stoppen.
Wanneer de remhendel wordt inge-
drukt, worden de voor- en achter-
remmen geactiveerd.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt uit-
geoefend.
3) Remslot
De hendel van het remslot bevindt
zich links aan het stuur.
1. Remhendel
2. Remhendelslot
Schakel het remslot in als het
voertuig is geparkeerd.
Modellen zonder ABS: Het rem-
slot dient om de remmen van de
voor- en achterwielen ingeschakeld
te houden, zodat het voertuig niet
kan bewegen.
Modellen met ABS: Het remslot
dient om de remmen van de voor-
wielen ingeschakeld te houden,
zodat het voertuig niet kan bewe-
gen.
WAARSCHUWING
Schakel het remslot altijd in en
zet de schakelhendel in de
PARKEER-stand (P) wanneer u
niet met uw voertuig rijdt.
Ga te werk als afgebeeld om de
remmen vast te zetten:
I BEDIENINGSELEMENTEN
87