Inschakelen
F draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE":
de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar
nog niet ingeschakeld (Pause).
F druk op de toets 2 of 3: de actuele snelheid
van uw auto wordt de ingestelde snelheid.
de snelheidsregelaar is geactiveerd (on).
Wijzigen van de kruissnelheid
(instelling)
Zodra de snelheidsregelaar is geactiveerd
(on), kunt u de kruissnelheid wijzigen:
-
door op de toets 5 te drukken:
F de zes opgeslagen snelheden worden
weergegeven op het touchscreen,
F druk op de toets van de door u gewenste
snelheid.
de waarde wordt direct op het
instrumentenpaneel weergegeven.
het selectiescherm wordt na enkele
seconden gesloten.
de wijziging is opgeslagen.
-
met behulp van de toetsen 2 of 3 :
F herhaaldelijk kort indrukken om te
wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,
F ingedrukt houden om te wijzigen in
stappen van + of - 5 km/h.
Pause
u kunt de werking van de snelheidsregelaar
tijdelijk onderbreken door op de toets 4 te
drukken: op het display wordt de onderbreking
aangegeven (Pause).
Rijden
4
163