Functie "Rear"
als deze functie is ingeschakeld, worden de
bedieningselementen voor de achterpassagiers
geactiveerd en:
-
wordt de lucht van de airconditioning verspreid
via de ventilatieroosters van de 2
-
wordt de lucht van de omgeving verspreid
via de ventilatieroosters van de 3
op de secundaire pagina van het menu
"Airconditioning":
F druk op deze toets om de functie
"rear" in of uit te schakelen.
het lampje van de toets brandt
als de functie is ingeschakeld.
Instellingen voor de passagiers
e
op de 2
zitrij
e
zitrij,
e
zitrij.
F draai aan de bovenste rolknop om het
ventilatierooster achter te openen of te
sluiten.
F draai aan de onderste rolknop om de
luchtopbrengst te verkleinen (naar links) of
te vergroten (naar rechts).
Instellingen voor de
passagiers op de
e
3
zitrij
F druk op de afsluiter van het
ventilatierooster.
F regel de luchtopbrengst uit de twee
ventilatieroosters met de draaiknop met
vier standen (uit, laag, gemiddeld, hoog).
F draai het ventilatierooster met behulp van
de afsluiter in de gewenste richting.
Comfort
3
103