automatische airconditioning met gescheiden regeling
dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties zijn
ook beschikbaar bij aangezet contact.
het inschakelen van de airconditioning, de temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling in
het interieur worden automatisch geregeld.
druk op de toets van het menu "Airconditioning" om de pagina met de bedieningsfuncties van de
airconditioning op het scherm weer te geven.
afhankelijk van de geselecteerde grafische achtergrond kan de pagina met bedieningsfuncties van
dit systeem op verschillende manieren worden weergegeven:
1.
automatisch programma.
2. temperatuurregeling bestuurderszijde.
3. temperatuurregeling passagierszijde.
4. airconditioning aan/uit.
5. regeling van de luchtverdeling.
6. regeling van de luchtopbrengst.
7.
toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
Temperatuurregeling
de bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk instellen.
F druk op een van deze
toetsen om de waarde te
verhogen.
F druk op een van deze
toetsen om de waarde te
verlagen.
het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan 3 te
laten bedragen.
de weergegeven waarde heeft betrekking op
een bepaald comfortniveau en niet op een
exacte temperatuur.
Comfort
3
99