Handmatig instellen
het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de
overige functies door het systeem geregeld blijven:
-
luchtopbrengst,
-
luchtverdeling.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje
van de toets "AUTO" uit.
F druk nogmaals op de toets
"AUTO" om het automatische
programma "comfort" weer in te
schakelen.
Regeling luchtopbrengst
F druk op een van deze toetsen
om de aanjagersnelheid te
verhogen of te verlagen.
het symbool van de luchtopbrengst
(ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde
luchtopbrengst geleidelijk opgevuld.
door de luchtopbrengst tot het minimum te
verminderen, schakelt u de aanjager uit.
naast de ventilator wordt "OFF" weergegeven.
vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Regeling luchtverdeling
u kunt de luchtverdeling in het interieur regelen
met behulp van deze drie toetsen.
voorruit.
voeten van de inzittenden.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
door het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
als de functie is ingeschakeld, brandt het
lampje van de toets. voor een gelijkmatige
luchtverdeling in het interieur kunnen de drie
functies gelijktijdig worden geactiveerd.
in de stand auto zijn de lampjes van deze drie
toetsen gedoofd.
Comfort
3
101