Oliepeil tandwielkast
LET OP: Controleer het peil regel-
matig en vul bij indien nodig. Voeg
niet teveel toe. Een verkeerd olie-
peil kan ernstige schade aan de
tandwielkast aanrichten. Wis ge-
morste olie weg.
Zet het voertuig op een vlak oppervlak.
Schakel naar VRIJLOOP en zet de par-
keerrem aan.
Verwijder de oliepeilplug van de tand-
wielkast en controleer het transmis-
sieoliepeil.
vmo2006-007-018_a
1. Oliepeilplug
2. Olieaftapplug
Het oliepeil moet ter hoogte van de on-
derrand van het oliepeilgat staan. Vul
olie bij, indien nodig, tot er olie door
het oliepeilgat naar buiten loopt.
Motorkoelvloeistof
Aanbevolen koelvloeistof
Gebruik altijd ethyleenglycol-antivries
met anticorrosiemiddel, speciaal be-
stemd voor aluminium interne ver-
brandingsmotoren.
Vul het koelsysteem met BRP voor-
gemengd koelmiddel (stuknr. 219 700
362) of met gedestilleerd water en een
antivriesoplossing (50% gedestilleerd
water, 50% antivries).
______________________
86
Koelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is. Voeg
nooit koelvloeistof toe aan het
koelsysteem terwijl de motor heet
is.
Verwijder het toegangspaneel.
vmo2008-014-002_f
1. Koelmiddelreservoir
Wanneer het voertuig op een vlak op-
pervlak staat moet het vloeistofpeil
tussen de MIN. en MAX. merktekens
van het koelmiddelreservoir staan.
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur onder
20°C (68°F) kan het iets onder het
MIN. merkteken liggen.
Voeg indien nodig koelvloeistof toe tot
het MAX. merkteken. Gebruik een
trechter om niet te morsen. Voeg
niet teveel toe.
Sluit de vuldop weer stevig en breng
het toegangspaneel terug aan.
Als u koelvloeistof aan het koelmiddel-
reservoir toevoegt, controleer dan ook
het peil in de radiator. Voeg koelvloei-
stof toe indien nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet ter-
wijl de motor warm is, om brand-
wonden te voorkomen.