WAARSCHUWING
Maak de radiator nooit schoon met
uw handen terwijl hij nog heet is.
Laat de te reinigen radiator eerst
afkoelen.
LET OP: Let op dat u de radiatorvin-
nen niet beschadigt bij de reiniging.
Gebruik geen werktuigen/voorwer-
pen die de vinnen kunnen bescha-
digen. De vinnen zijn doelbewust
erg dunne onderdelen, om een ef-
ficiënte koeling mogelijk te maken.
GEBRUIK VOOR HET SCHOON-
SPUITEN ALLEEN LAGE DRUK;
GEBRUIK GEEN HOGEDRUKREINI-
GER.
Laat de werking van het koelsysteem
controleren door een erkend Can-Am
distributeur/dealer.
Vervanging motorkoel-
vloeistof
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet en
draai
de
koelvloeistofaftapplug
niet open terwijl de motor heet is,
om brandwonden te voorkomen.
Open het toegangspaneel vooraan en
verwijder de radiatordop.
vmo2008-014-002_e
1. Radiatordop
Schroef de koelvloeistof-aftapplug los
en vang de koelvloeistof op in een ge-
schikt recipiënt.
vmo2006-007-021_a
1. Koelvloeistof-aftapplug
2. Rempedaal
OPMERKING: Schroef de koelvloei-
stof-aftapplug niet helemaal los.
Verwijder het rechter-zijpaneel.
Verwijder de ontluchtingsschroef bo-
ven aan het thermostaathuis.
vmo2006-007-022_a
1. Ontluchtingsschroef
Laat het systeem helemaal leeglopen
en bevestig de koelvloeistof-aftapplug
opnieuw.
Knel de slang tussen de radiator en
de thermostaatbehuizing af met een
grote slangklem (stuknr. 529 032 500)
of een gelijkwaardige klem.
LET OP: Knel de slang niet af met
een tang.
_____________________
113