In de stand AAN (ON) met lichten gaan
alle lichten branden, ook als de motor
niet draait. Vergeet niet dat de accu
ontlaadt wanneer de lichten branden
zonder dat de motor draait. Schakel
de contactschakelaar altijd UIT (OFF)
wanneer u de motor stillegt.
OPMERKING: Hoewel de motor kan
worden gestopt door de contactsleu-
tel op UIT (OFF) te draaien, raden we
aan de motor met de motorstopscha-
kelaar uit te zetten.
Digitally Encoded Security
System (DESS™)
De contactsleutel is voorzien van een
elektronisch circuit dat een uniek elek-
tronisch serienummer bevat.
Deze contactsleutel kan niet worden
gebruikt op een ander voertuig en om-
gekeerd kan de sleutel van een ander
voertuig ook niet op uw voertuig wor-
den gebruikt, behalve wanneer dit zo
werd geprogrammeerd.
DESS is echter uiterst flexibel. U kunt
extra contactsleutels kopen en laten
programmeren voor uw voertuig.
U kunt een extra contactsleutel bestel-
len bij een erkend Can-Am distribu-
teur/dealer.
______________________
76
11) Dop brandstoftank
LET OP: Plaats nooit iets op de
dop van de brandstoftank. Als de
ventilatieopening in de dop van
de brandstoftank wordt afgesloten,
kan de motor weigeren.
Draai de dop in tegenwijzerzin los om
te tanken en draai hem daarna terug
dicht in wijzerzin.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
Draai de dop langzaam open. Als
u een drukverschil vaststelt (flui-
tend geluid terwijl u de dop los-
draait), laat uw voertuig dan na-
kijken en/of repareren voordat u
er opnieuw mee rijdt. Brandstof
is ontvlambaar en explosief in
bepaalde omstandigheden. Con-
troleer het brandstofpeil nooit met
behulp van een open vlam. Rook
niet en vermijd vuur en vonken in
de buurt van de brandstof. Werk
altijd in een goed verluchte ruim-
te. Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst.
mate de temperatuur stijgt, zet
de brandstof uit en kan uw tank
overlopen. Wis op het voertuig
gemorste brandstof onmiddellijk
weg.
Naar-