1. Stelschroef van
schakelaar
2. Contramoer
3. Kogellager
4. Bladveer
2. Blokkeer het rechtervoorwiel en beide achterwielen
zodat het voertuig niet vooruit of achteruit kan
rollen.
3. Krik de machine omhoog totdat het voorwiel vrij
komt van de vloer van de werkplaats. Ondersteun
de machine met een krik. Bij vierwielaangedreven
machines, moet u ervoor zorgen dat minstens één
achterwiel vrij van de grond is.
4. Start de motor en laat deze 5 minuten stationair
lopen om de transmissieolie op bedrijfstemperatuur
te laten komen.
5. Zet de parkeerrem vrij en controleer vervolgens het
linkervoorwiel dat vrij van de vloer van de werkplaats
is. Dit wiel mag niet ronddraaien. Als het wiel draait,
gaat u verder met stap 6 om het af te stellen. Als
de speling niet correct is, gaat u verder met stap
8. Controleer de afstelling met de gashendel op
LANGZAAM en SNEL.
6. Aangezien het wiel draait, moet de pompplaat
worden afgesteld. Voordat u de pompplaat afstelt,
moet u de gashendel op LANGZAAM zetten. Als
het wiel voorwaarts draait, moet u de tapbouten
losdraaien en de onderkant van de pompplaat lichtjes
naar links tikken (Figuur 72). Daarentegen moet
u de pompplaat naar rechts tikken als het wiel
achterwaarts draait (Figuur 72). Als het wiel stopt
met draaien, draait u de tapbouten vast waarmee de
pompplaat tegen de kant van de transmissie wordt
gehouden. Controleer de afstelling met de gashendel
op LANGZAAM en SNEL.
7. Als het wiel blijft draaien, moet u de volgende
punten controleren:
Figuur 72
5. Pomphefboom
6. Tapbouten
7. Pompplaat
• Kogellager is los of versleten (Figuur 72).
• De plunjer op de interlockschakelaar zit vast.
• Losse of ontbrekende bevestigingen.
• Bout waarmee pomphendel is bevestigd aan
transmissie, is versleten.
• Pomphendel los op bedieningsas. (corrigeren
door Loctite 680 op as te smeren).
• Zwakke of beschadigde bladveren (Figuur 72).
Vervangen.
• Defect aan inwendig onderdeel van de
transmissie. Neem contact op met uw plaatselijke
Toro-dealer als u hulp nodig heeft.
8. Zet de motor af.
9. Stel de bedieningsstang van de tractie af; zie
Bedieningsstang van tractie afstellen.
De interlockschakelaar van de
tractie afstellen
1. Stel de transmissie af voor de neutraalstand; zie
Tractieaandrijving afstellen voor de neutraalstand.
2. Zorg er met behulp van de pomphefboom
(Figuur 72) voor dat alle onderdelen onbelemmerd
werken en zich in de juiste positie bevinden.
3. Draai de contramoer los. Draai de stelschroef van de
schakelaar (Figuur 72) totdat er enige ruimte is tussen
de kop van de schroef en de knop van de schakelaar.
4. Draai de stelschroef totdat deze contact maakt
met de knop van de schakelaar. Draai de schroef
totdat deze niet verder kan worden rondgedraaid
(schakelaar "klikt"). Na de klik draait u de stelschroef
nog een 1/2 slag. Draai de contramoer vast.
Tractieschakelaar vervangen
1. Verwijder de beschermkap van de instrumenten en
maak de minkabel van de accu los van de accu.
2. Zet de aftakashendel op AAN.
3. Verwijder het stofkapje op het uiteinde van de knop
van de aftakasschakelaar (Figuur 73). Bewaar het
stofkapje om het later terug te plaatsen. Scheid de
stekkers van de schakelaar.
50