Onderhouden remmen
Remmen afstellen
Stel de serviceremmen af als de rempedalen meer dan
25 mm "speling" hebben of als de draaipedalen niet naar
behoren functioneren. Met speling wordt de afstand
bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er
remweerstand wordt gevoeld.
De remmen hoeven alleen maar te worden afgesteld als
zij intensief zijn gebruikt. Deze periodieke afstellingen
kunnen worden uitgevoerd op de plaats waar de
remkabels zijn bevestigd aan het rempedaal. Als de
kabels niet meer kunnen worden afgesteld, moet
u de stervormige moer aan de binnenzijde van de
remtrommel afstellen om de remschoenen naar buiten
te bewegen. De remkabels moeten echter dan weer
worden afgesteld om deze afstelling te compenseren.
1. Om de speling op de draaipedalen te verkleinen,
draait u de remmen vast. Draai hiervoor de voorste
moer op het draadeinde van de remkabel los
(Figuur 62). Draai vervolgens de achterste moer
vast om de kabel naar achteren te halen totdat de
draaipedalen 13 tot 25 mm speling hebben. Draai
de voorste moer vast nadat de remmen correct zijn
afgesteld.
G005742
Figuur 62
1. Contramoeren
2. Als de remkabel geen speling van 13 to 25 mm
kan krijgen, moet u de stervormige moer aan de
binnenkant van de remtrommel afstellen. Voordat
u de stervormige moer afstelt, moet u echter
de moeren van de remkabels losdraaien om te
voorkomen dat de kabels onnodig worden belast.
3. Draai de vijf wielmoeren los waarmee het wiel en de
band samen zijn bevestigd aan de wieltappen.
1
46
4. Krik de machine omhoog totdat het voorwiel vrij
komt van de grond. Gebruik kriksteunen of plaats
blokken om te voorkomen dat machine per ongeluk
valt.
5. Verwijder de wielmoeren en schuif het wiel en de
band van de wieltappen. Draai de remtrommel
totdat de stelgleuf aan de onderkant zit en is
gecentreerd boven de stervormige moer waarmee de
remschoenen worden afgesteld (Figuur 63).
Figuur 63
1. Sleuf
6. Draai met een behulp van gereedschap om remmen
af te stellen of een schroevendraaier de stervormige
moer (Figuur 63) omlaag totdat de remtrommel
(Figuur 64) vastzit als gevolg van de buitenwaartse
druk van de remschoenen (Figuur 64).