3. Schroef de peilstokdop handvast op de vulbuis. De
dop hoeft niet met een sleutel worden vastgedraaid.
4. Laat het werktuig neer.
Controleren van de achteras
Uitsluitend modellen 30627 en 30631
De achteras heeft drie afzonderlijke reservoirs die
gebruik maken van SAE 80W-90 tandwielolie. De as is
in de fabriek gevuld met olie; het oliepeil moet echter
worden gecontroleerd voordat de machine voor de
eerste keer wordt gebruikt.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de controlepluggen van de as en
controleer of het oliepeil de onderkant van de
openingen bereikt. Indien het peil te laag staat,
verwijdert u de vulpluggen en vult u voldoende
tandwielolie bij totdat het peil de onderkant van de
opening van de controlepluggen bereikt (Figuur 31).
Figuur 31
1. Controleplug
2. Vul-/controleplug (een aan
elk uiteinde van de as)
Smeerolie van tweerichtingskoppeling
controleren (Uitsluitend modellen
30627 & 30631)
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Draai de koppeling (Figuur 32) zodanig dat de
controleplug (afgebeeld in 12-uur positie) op 4-uur
staat.
3. Vulplug
1. Tweerichtingskoppeling
3. Verwijder de controleplug. Het vloeistofpeil moet
de opening in de koppeling bereiken. Als het
vloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen met Mobil
Fluid 424. De koppeling moet ongeveer voor 1/3
gevuld zijn.
4. Plaats de controleplug.
Opmerking: Gebruik geen motorolie (zoals
10W30) in de tweerichtingskoppeling. Slijtwerende
en EP-toevoegingen hebben een negatieve invloed
op de werking van de koppeling.
Starten en stoppen van de
motor
Belangrijk: Het brandstofsysteem moet worden
ontlucht indien zich één van de volgende situaties
heeft voorgedaan:
• Eerste keer starten van een nieuwe machine.
• De motor is afgeslagen omdat de brandstof op
was.
• Er zijn onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
aan onderdelen van het brandstofsysteem;
bijvoorbeeld er is een nieuw filter gemonteerd,
de waterafscheider heeft een onderhoudsbeurt
gekregen, enz.
Zie Brandstofsysteem ontluchten.
1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de fetakaas
uit en zet de hefhendel in de TRANSPOR- of
FLOAT-stand. Haal uw voet van het tractiepedaal
en let erop dat deze in de neutraalstand staat.
2. Zet de gashendel op 1/2 gas.
3. Draai de contactschakelaar op
AAN/VOORGLOEIEN. Een automatische
tijdschakelaar zorgt ervoor dat de motor 10
seconden wordt voorgegloeid. Daarna draait u
het sleuteltje op START. LAAT DE MOTOR
BIJ HET STARTEN NIET LANGER DAN 15
31
Figuur 32
2. Controleplug