Figuur 23
1. Aftakashendel
2. Brandstofmeter
3. Urenteller
4. Oliedruklampje
5. Motortemperatuur
6. Indicatielampje
gloeibougie
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Figuur 23) geeft aan hoeveel
brandstof er in de tank zit.
Urenteller
De urenteller (Figuur 23) geeft aan hoeveel uren de
machine in totaal in bedrijf is geweest.
Oliedruklampje
Het oliedruklampje (Figuur 23) licht op indien de
motoroliedruk gevaarlijk laag is. Als de oliedruk te
laag is, moet u de motor afzetten en vaststellen wat de
oorzaak is. Herstel het defect voordat u de motor weer
start.
Laadindicator
De laadindicator licht op indien het laadcircuit van het
systeem defect is (Figuur 23).
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur
Het lampje gaat branden en de motor slaat af als de
koelvloeistof een buitensporig hoge temperatuur bereikt
(Figuur 23).
7. Laadindicator
8. Temperatuurmeter
9. Temperatuurnulstelknop
10. Contactschakelaar
11. Gashendel
12. Accudeksel
Temperatuurmeter
De temperatuurmeter (Figuur 23) registreert de
temperatuur van de koelvloeistof in het koelsysteem. Als
de temperatuur van de koelvloeistof te hoog wordt, zal
de motor automatisch wordt afgezet.
Temperatuurnulstelknop
Houd deze nulstelknop ingedrukt om de motor te starten
nadat deze is afgeslagen wegens een hoge temperatuur.
Gebruik deze knop uitsluitend in noodgevallen.
Indicatielampje gloeibougie
Als dit lampje gaat branden, zijn de gloeibougies in
werking (Figuur 23).
Contactschakelaar
Drie standen: UIT, AAN / Voorgloeien en START
(Figuur 23).
Gashendel
Met de gashendel (Figuur 23) kunt u de motor met
verschillende toerentallen laten werken. Zet de
gashendel naar voren op SNEL om het motortoerental
te verhogen en naar achteren op LANGZAAM om
het toerental te verlagen. Met de gashendel regelt u de
snelheid van de maaimessen of andere werktuigen en in
combinatie met het tractiepedaal de rijsnelheid van de
tractie-eenheid.
Instelhendel bestuurdersstoel
Om de standaard stoel in te stellen, moet u de hendel
Figuur 24) naar achteren duwen en de stoel in de
gewenste positie schuiven. Laat de hendel los om de
stoel in deze positie te vergrendelen. De zweefstoel kunt
u naar voren of naar achteren verstellen door de hendel
links van de stoel uit te trekken. Vervolgens schuift u
de stoel in de gewenste positie en laat u de hendel los.
Met de instelknop voor het gewicht kan de stoel worden
versteld overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
26