PC9155 Draadloos alarmsysteem
Systeemtest
Wanneer de opdracht [][6][Hoofdcode][4] wordt gebruikt om een handmatige systeemtest uit te voeren, wordt deze rapportagecode verzonden om de kiezer te
testen. Deze rapportagecode wordt verzonden naar de groep Systeemtestmelding-oproeprichting.
[350] Opties voor kieserindeling
Deze sectie vereist vier waarden van twee cijfers (1 per telefoonnummer). Zie bijlage B: Opties voor kieserindeling.
i
Als er telefoonnummers zijn geprogrammeerd voor gebruik met de TL260/TL265GS/GS2060/GS2065-modules, moet de geprogrammeerde
indeling Contact ID of SIA zijn.
[351]-[376] Kiesrichtingen
Oproeprichtingen van de communicator kunnen voor 2 verschillende telefoonnummers worden geconfigureerd. Het derde telefoonnummer kan alleen worden
gebruikt als reserve of als alternatief op het eerste. Elke rapportagecode behoort tot een van de volgende 5 groepen:
•
Alarmen & herstellingen
•
Openingen & sluitingen
•
Sabotages & herstellingen (inclusief systeemsabotages)
•
Alarmen & herstellingen systeemonderhoud
•
Systeemtestmeldingen
Elke groep kan worden toegewezen aan de volgende oproeprichtingen
e
Optie 1:
1
telefoonnummer
e
Optie 2:
2
telefoonnummer
e
Optie 3:
3
telefoonnummer
e
Optie 4:
4
telefoonnummer
[377] Kiezerinstellingen
"Swinger" uitschakelen (alarmen & herstellingen)
Deze waarde bepaalt het aantal verzendingspogingen (alarm- en herstellingsparen) per zone die de kieser doet voordat deze voor die zone wordt uitgeschakeld
("Swinger" uitschakelen"). Programmeer een driecijferig nummer van 000 t/m 014. Wanneer de waarde wordt geprogrammeerd als 000, wordt de kieser NIET
uitgeschakeld en worden alle alarmen verzonden. De bel en gebeurtenisbuffer kunnen "Swinger" uitschakelen volgen als ze zijn ingeschakeld.
"Swinger" uitschakelen (sabotages & herstellingen)
Deze waarde bepaalt het aantal keren dat dezelfde gebeurtenis systeemsabotage plaatsvindt, voordat het verzenden stopt. Programmeer een driecijferig nummer van
000 t/m 014. Wanneer de waarde wordt geprogrammeerd als 000, wordt de kieser NIET uitgeschakeld en worden alle sabotages verzonden. De "Swinger"
uitschakelen beïnvloedt de zone- en systeemsabotages.
"Swinger" uitschakelen (onderhoudsproblemen & herstellingen)
Deze waarde bepaalt het aantal keren dat dezelfde gebeurtenis systeemonderhoud (probleem) plaatsvindt, voordat het verzenden stopt. Brandproblemen volgen op
de variabele van "Swinger" uitschakelen van onderhoud. Programmeer een driecijferig nummer van 000 t/m 014. Wanneer de waarde wordt geprogrammeerd als
000, wordt "Swinger" uitschakelen uitgeschakeld en worden alle onderhoudsproblemen verzonden.
Kiesvertraging (seconden)
Deze waarde bepaalt de vertraging voordat er een alarm wordt verzonden voor zones waarvoor een kiesvertragingskenmerk is ingeschakeld. Geldige waarden
liggen tussen 000 en 255 seconden.
i
De vertraging moet binnen het bereik (015-045) liggen voor CP-01-installaties.
Kiesvertraging wisselstroomstoring (in minuten of uren)
Deze waarde bepaalt de vertraging voordat er een wisselstroomstoring of wisselstroomherstel wordt verzonden. De wisselstroomstoring of -herstel wordt nog
steeds direct weergegeven. Geldige waarden voor deze sectie liggen tussen 000 en 255 minuten of uren, afhankelijk van sectie [382], optie [6].
Vertraging TLM-storing
Het aantal geldige controles (interval van 3 seconden) dat vereist is voordat een telefoonlijnstoring wordt verzonden, wordt hier geprogrammeerd. Geldige waarden
liggen tussen 000-255 voor een storingaankondiging van 3 tot 765 seconden (12,75 minuten). Dit is ook van toepassing op de storingsherstelvertraging.
Testmeldingscyclus
Deze waarde bepaalt de periode tussen testmelding voor de landlijn. Geldige waarden zijn [001]-[255]; met [000] schakelt u de testmelding uit. Deze interval is in
uren of dagen, afhankelijk van de programmering van sectie [023], optie [4].
GPRS/Ethernet-testmeldingscyclus
Deze waarde bepaalt de periode tussen testmelding voor de GPRS/Ethernet-module. Geldige waarden zijn [001]-[255]; met [000] schakelt u de testmelding uit.
Deze interval wordt alleen in dagen aangegeven.
Doormeldvertraging door laag batterijniveau draadloos apparaat (in dagen)
Wanneer het batterijniveau van een zone of draadloze afstandsbediening te laag wordt, wordt de probleemtoestand direct op het bediendeel aangegeven. Het
verzenden van deze probleemtoestand naar het beheerstation en de registratie ervan in de gebeurtenisbuffer wordt vertraagd met het aantal dagen dat in deze sectie
is geprogrammeerd. Als de gebruiker het niveau niet verhoogt voordat de vertraging verstrijkt, wordt de toestand van het lage niveau verzonden en geregistreerd.
Het lage-niveau-alarm en de herstelcodes worden slechts eenmaal per ingeschakelde periode gemeld. De melding van het herstel van het lage batterijniveau wordt
niet vertraagd. De lage-batterijniveautoestand wordt om middernacht geregistreerd wanneer de timer verloopt.
i
Het te lage accuniveau van de proximity-tag kan alleen worden opgelost door de tag via het menu voor probleemoplossing uit het systeem te
verwijderen.
5-40