Inhoudsopgave
Advertenties
5.3 Programmeringsbeschrijvingen
Deze sectie beschrijft alle programmeringsopties van de PC9155.
[001]-[002] Zonedefinities
Elk van deze secties vereist een tweecijferige invoer om te bepalen hoe een zone functioneert. Zie secties [101] t/m [134] voor Zonekenmerkprogrammering.
Zonetype
s
i
Brandzones en 24-uurs zones geven een alarm af, of het systeem nu wel of niet is ingeschakeld, en negeren de uitloopvertraging.
00
Lege zone: Dit zonetype is bedoeld voor zones die NIET worden gebruikt.
01
Vertraging 1: Dit zonetype houdt Inloopvertraging 1 aan en de uitloopvertragingtimers die in sectie [005] zijn geprogrammeerd, en wordt normaal
gebruikt voor inloop-/uitloopdeuren. De uitloopvertraging start zodra het paneel wordt ingeschakeld. De zone kan tijdens de vertragingstijd worden
geopend en weer worden gesloten zonder dat er een alarm wordt afgegeven. Wanneer de uitloopvertraging is verstreken, wordt de
inloopvertragingtimer gestart zodra u de zone opent. Tijdens de inloopvertragingstijd laat de bediendeelzoemer een constante pieptoon horen om de
gebruiker te waarschuwen dat het systeem uitgeschakeld moet worden. Als het paneel wordt uitgeschakeld voordat de inloopvertraging is verstreken,
klinkt er geen alarmsignaal.
02
Vertraging 2: Dit zonetype werkt hetzelfde als de zone Vertraging 1 [01], met het verschil dat het de tijd aanhoudt van Inloopvertraging 2 die is
ingesteld in sectie [005].
03
Direct: Dit zonetype wordt normaal gebruikt voor deur-/raamcontacten, maar is direct wanneer het geopend wordt nadat de uitloopvertraging is verstreken.
04
Interieur: Dit zonetype wordt gebruikt met bewegingsdetectoren binnenshuis. Binnenzones hebben zowel een uitloop- als een inloopvertraging als er
eerst een zonetype Vertraging is geschonden. De zone geeft een alarm af wanneer de inloopvertraging van het zonetype Vertraging is verstreken, als
het systeem niet is uitgeschakeld. Als de beveiligde ruimte opnieuw wordt betreden zonder dat de ingang met vertraging en een zone binnenshuis
wordt geschonden, wordt er direct een alarm gegenereerd.
05
Interieur afwezig: Als het systeem is ingesteld op Aanwezig inschakelen, wordt dit zonetype overbrugd. Als het systeem is ingesteld op Afwezig
inschakelen, werkt de zone als een zonetype Binnen [04].
06
Interieur afwezig met vertraging: Als het systeem is ingesteld op Aanwezig inschakelen, wordt dit zonetype omzeild. Als het systeem is ingesteld op
Afwezig inschakelen, houdt deze zone altijd de inloopvertragingstijd voor Inloopvertraging 1 aan, wanneer deze wordt geschonden.
i
De automatische overbrugging van zonetypen Aanwezig/Afwezig wordt ALLEEN opgeheven door een geldige uitgang via een zonetype
Vertraging 1 tijdens de uitloopvertraging. U schakelt de beveiliging van deze zones weer in via de functie Afwezig of door te drukken op [
het systeem al is ingeschakeld.
07-08
Voor toekomstig gebruik
09
24 uur Supervisie (vast bekabeld): De zone is hetzelfde als een brandzone. Supervisieopties (NC, EOL en DEOL) hebben geen invloed op de
functionaliteit van de zone. De status Hersteld van dit zonetype is 5,6 K zone lijneinde, de status Alarm is kort en de status Probleem is geopend.
i
U moet dit zonetype niet gebruiken voor draadloze zones.
10
24 uur Supervisiezoemer: Wanneer de zone wordt geschonden, laat de systeemzoemer een constante pieptoon horen op gemiddeld volume totdat er
een geldige toeloopcode wordt ingevoerd.
11
24 uur Inbraak: Dit zonetype is altijd actief. Het geeft een alarm af als het paneel is in- of uitgeschakeld. Dit zonetype laat een belsignaal horen
zolang als is ingesteld (sectie [005]) als het luid alarm is ingeschakeld.
12
Voor toekomstig gebruik
13
24 uur Gas: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het type Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
14
24 uur Warmte: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het type Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
15
24 uur Medisch: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het type Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
16
24 uur Nood: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het type Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
17
24 uur Noodgeval: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het type Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
18
Voor toekomstig gebruik
19
24 uur Vloeistof: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het uitvoertype Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
20
24 uur Bevriezing: Hetzelfde als 24 uur Inbraak, met als verschil het uitvoertype Systeemgebeurtenis en de SIA-ID.
21
Voor toekomstig gebruik
22
Sleutelschakelaar puls: U kunt een afstandsbediening aansluiten op de zone die is geprogrammeerd voor tijdelijke inschakeling met een
sleutelschakelaar. Een tijdelijke activering van de zone schakelt tussen de in- en uitschakeling van het systeem en zet de alarmen stil. Sabotages en
Storingen zullen alleen de respectieve probleemvolgorde starten. Het bediendeel geeft niets aan wanneer dit zonetype wordt geactiveerd.
i
Wanneer het systeem is uitgeschakeld en u gebruikt de sleutelschakelaar terwijl er een alarm klinkt, gebeurt er hetzelfde als wanneer u een
toelooploopcode met het bediendeel invoert. Als u de sleutelschakelaar gedurende de eerste 30 seconden van een vertraagd brandalarm gebruikt,
gebeurt er hetzelfde als wanneer u op een toets op het bediendeel drukt (de vertraging van 90 seconden wordt gestart).
Wanneer de zone van een sleutelschakelaar wordt geschonden, wordt het systeem in- of uitgeschakeld. De schending van dit zonetype wordt NIET
vastgelegd of zal geen politiecode verzenden.
Een overbrugging van dit zonetype wordt niet ongedaan gemaakt bij uitschakeling van het systeem. De zoneoverbrugging wordt direct na
overbrugging in een gebeurtenisbuffer geregistreerd en doorgegeven, en NIET bij inschakeling van het systeem.
23
Sleutelschakelaar status: Bedieningen kunnen worden aangesloten op zones die zijn geprogrammeerd. In de gesloten status is het paneel
uitgeschakeld. De opening van de zone schakelt het paneel in. Sabotages en Storingen starten hun bijbehorende probleemsequentie. Als u het systeem
met deze sleutelschakelaar inschakelt en met een andere methode weer uitschakelt, moet de sleutelschakelaarzone worden gesloten en weer worden
geopend voordat u het systeem weer met deze zone kunt inschakelen. Hetzelfde geldt voor uitschakelen. Als de zone wordt gesloten en het systeem
wordt ingeschakeld, moet de sleutelschakelaarzone eerst worden geopend en daarna weer worden gesloten om het systeem te kunnen uitschakelen.
5-25
5.3 Programmeringsbeschrijvingen
][1] als
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
